De heer VAN EIJKEREN: Jawel,maar het ziet er niet naar uit. Op de tweede
plaats is het zo, je kunt er uiteraard van alles bouwen, als het maar wo
ningen zijn, binnen de beperkingen. Dit plan heeft de procedure groten
deels gevolgd.....
De VOORZITTER: Helemaal.
De heer VAN EIJKEREN: Jawel, maar er moet opnieuw een vervolg aan gegeven
worden maar dat kan dan een heel kort vervolg zijn.
Als je een volledig nieuw plan gaat ontwikkelen dan geef je daarmee per defi
nitie aan dat je dus in '84 daar niet bouwt en inderdaad, de komende jaren
zullen de contingenten kleiner zijn, zoals Brouwerijstraat-zuid ontwikkeld
moet worden en dan wordt het veel pijnlijker om van het contingent ten
nadele van de Brouwerijstraat-zuid om daar woningen af te halen.
Dus, het is op zich niet onmogelijk en ik wil best de suggestie onder de
aandacht brengen van de woningstichting om daar alsnog eventueel vanuit
de huidige behoefte als daar aanleiding voor r-zou zijn nog eens naar te
kijken, maar het heeft nogal wat konsekwenties denk ik voor '8^.
De heer RENNINGS: Dan heb ik nog één argument voorzitter, ik denk dat de
heer Videier niet ongerust hoeft te zijn over(de behoefte)aan het ont
breken van behoefte aan dit woningtype want wat zie je nu juist in de afge
lopen 2, 3 jaar in Oudenbosch tot ontwikkeling komen dat het beleid van de
woningstichting waar wij ons zeer wel bij vinden, is dat er een kleiner
type woning gebouwd wordt want dat is voornamelijk de oorzaak ervan dat
de huur ten opzichte van 2 jaar geleden 100,— achterblijft per maand.
Ik denk dat als we nu een grotere woning zouden bouwen dat dat een om
gekeerde beweging zou zijn dan de beweging die we de laatste twee jaar
hebben waargenomen.
De heer VIDELER: Meneer de voorzitter, ik wil toch nog heel even ingaan op
twee dingen. Ten eerste wil ik nog iets horen over de geluidsoverlast,
waar ik nog niets over heb gehoord en de tweede is of we dan praten
over gegevens van 2 jaar geleden of over actuelere gegevens. Ik ken
natuurlijk ook actuele gegevens maar laat ik zeggen, naar mijn idee
zijn die dus de afgelopen 2 jaar dan toch wel wat gewijzigd en ben ik
het dus niet eens met wat de heer Renning net opmerkt. Maar misschien is
het goed om die actualiteit een keer op een rijtje te zetten.
Dat wil ik dan nog opmerken.
De heer VAN EIJKEREN: Met betrekking tot de voorzieningen die eventueel
getroffen zouden moeten worden ter voorkoming van geluidsoverlast, ik denk
dat voor een deel van de woningen dat mogelijk zou moeten gebeuren.
Daarbij speelt de exacte afstand tot de Bosschendijk en of we met een
voorgevel of een zijgevel te maken hebben, ik dacht dat het laatste met
name het geval was, een belangrijke rol. Maar als het binnen de normen
valt dan zullen we die maatregelen te treffen hebben.
Die zullen ongetwijfeld door het plan worden meegenomen.
Wat betreft de gewijzigde inzichten, ik neem aan dat op de eerste plaats
de woningstichting zelf een verantwoord beleid voert vanuit de behoefte
zo zij die ondervinden, verder is het weliswaar waar wat de heer Reh-
nings zegt alleen de vraag is ia welke mate van spreiding je over de
verschillende bouwlokaties die je hebt dé diversiteit in woningtypen
die er inderdaad meer gekomen is dan dat hij er vroeger was, gaat re
aliseren of dat je zegt in dat gedeelte van de gemeente op de grens
van Velletri en Pagnevaart past een dergelijk type in dat aantal ei
genlijk best en voldoet op zich aan de vraag omdat in die twee wijken er
eigenlijk qua inhoud van woningen een tamelijk uniforme bouw heeft plaats
gevonden wat ook paste in het licht van die tijd. Maar ik zal de vraag
in ieder geval bij de woningstichting op tafel leggen en mocht daar
aanleiding zijn vanuit die behoefte om daar anders op te reageren dein
neem ik aan dat dat hier wel terug komt.
De VOORZITTER: Met de suggestie om alles op een rijtje te zetten. Ik
neem aan dat die bij de woningstichting ook zal overkomen en dat het
daar zal gebeuren.