voorzitter, dat u de suggestie, door mij gedaan in de welzijnscommissie om de participatie van de buitenlanders in het huisvestingsbeleid pas voltooid te achten wanneer er een vertegenwoordiger of van de buitenlanders of een buitenlander zelf in het bestuur van de Stichting St. Bernardus heeft plaatsgenomen. Daarnaast kondigt u een aantal overlegsituaties en onderzoeken aan inzake het spreidingsbeleid en inzake de houding van buiten landers ten opzichte van het werkgelegenheidsbeleid zoals we dat hier in Nederland kennen. Van beide zaken zouden wij de rapportages graag in deze raad terugzien. Veel werk voorzitter om dit allemaal handen en voeten te geven, om dit allemaal compleet te maken. Het college stelt voor om dat via een groeiproces te doen. Wij hebben daar op zich geen moeite mee, maar wij stellen ons wel voor dat pakweg halverwege volgend jaar, als u ruim een jaar de tijd hebt gehad dat u dan met een evaluatie van dat eerste jaar komt om eens te kijken of dit nou de juiste manier was om het aan te pakken. Als mocht blijken dat het niet zo is dan kan ik me voorstellen dat wij analoog aan het welzijnsprogramma overstappen op het maken van concrete jaarprogramma's. Uiteraard gaat nieuw beleid nieuw geld kosten, 15.000,hebt u toegevoegd aan het welzijnsplan om de nieuwe aktiviteiten te organiseren. Mijn fractie wil dat van harte onder steunen. Wij willen zelfs nog wat verder gaan door nu al uit te spreken dat nu voor de rest van de zittingsperiode van deze raad waar we op alle terreinen moeten bezuinigen dat we deze 15.000,en het totale minderhedenbeleid in het kader van die bezuinigingen ongemoeid zullen laten en ik nodig de raad graag uit dit voorstel van ons over te nemen. Voorzitter, ik sluit af. Complimenten aan het college en uw medewerkers voor de kwaliteit van de nota. Dat schept alle vertrouwen voor het beleid dat ontwikkeld moet worden. Ik maak tenslotte graag van de gelegenheid gebruik om onze erkentelijkheid over te brengen aan de mensen van het IKO, de Werkgroep Nederlandse Taal, de Internationale Vrouwengroep, het Emcee en al die anonieme Oudenbosschenaren die met en voor de buitenlanders samen willen werken aan die multi-culturele samenleving waarin ieder voor zich en als groep op basis van gelijkwaardigheid een kans tot ontplooiing kan krijgen. Dank u wel. Mevrouw DE RAAD-DILLEROP: Ja, mijnheer de voorzitter, de nota en het aan hangsel over het minderhedenbeleid onderschrijven wij ook veel van wat de heer Den Braber heeft gezegd. Ook wij vinden dat er voor de minderheden niet bezuinigd moet worden. Veel moet er aan gedaan worden. Wij hopen dat in de praktijk ook daadwerkelijk aan de slag wordt gegaan met deze nota en dat hiermee een aanzet wordt gegeven tot samenwerking van alle burgers van Oudenbosch. De heer RENNINGS: Mijnheer de voorzitter, voor ons ligt de nota aanzet tot een minderhedenbeleid. Een treffend gekozen naam voor een voor treffelijke nota. Niet alleen de nota verdient door de inhoud een com pliment, maar ook door de manier waarop hij ambtelijk en bestuurlijk is behandeld en de zorgvuldige wijze waarmee men de reacties op de inspraak avonden en anderen is omgegaan. Op die inspraakavonden heeft die nota ruime belangstelling gekregen van buitenlandse en Nederlandse Oudenbosschenaren. Was er, denk je dan soms, voor het jaarlijks welzijnsprogramma maar zoveel belangstelling. Die belangstelling voorzitter, is uitermate belangrijk. Minister Rietkerk heeft kortgeleden bij de behandeling van zijn minder- hedennota gezegd dat buitenlanders serieus moeten worden genomen. Juist de overheid mag en moet daarbij een voorbeeld-functie vervullen door een richting-aangevend beleid. Op die wijze waarop de overheid hieraan uit voering geeft kan daarmee een stimulans zijn voor de instellingen die met werkplannen en andere manieren dit plan tot uitvoering moeten brengen. Deze uitspraak van de V.V.D.-minister als norm aannemend verdient de eerste stap van het minderhedenbeleid een goed als waardering. Dit skelet moet echter nog worden aangekleed en de manier waarop dit gebeurt zal bepalend zijn of ook die fase eveneens een goede beoordeling zal krijgen. De voor-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1984 | | pagina 24