ontplooiing te komen. Anderzijds mogen wij van de buitenlanders verwachten
dat zij zich zoveel mogelijk richten naar de spelregels die onze samen
leving kent en zich de vaardigheden verschaffen om daarin volwaardig te
kunnen functioneren. Terecht konstateert u in het aanhangsel trouwens
dat we er beslist geen Nederlanders van moeten maken. Dat zou zonde zijn
voorzitter. Zonde van de eigenheid die die andere culturen in onze
samenleving inbrengen en dus in strijd met de erkenning dat we in een multi
culturele samenleving wonen. Om een volwaardige plaats te kunnen bemachtigen
moeten er nogal wat achterstanden opgeheven worden. De tweede poot van
het beleid. U vult daar aan dat dat niet ten koste van de kansarmen van
andere kansarme groepen in onze samenleving mag gaan. In de nota constateert
u op een aantal terreinen dat de buitenlanders niet of nauwelijks aan de
bak komen. Bestaande instellingen moeten beter toegankelijk worden voor
hen. Dat is wellicht het meest essentiële onderdeel van het beleid
wat gevoerd moet gaan worden. Minister Rietkerk die op landelijk niveau
met hetzelfde probleem op dit moment aan het stoeien is met de Tweede
Kamer heeft dat zelfs het scharnierpunt van zijn beleid genoemd. Wij
hopen en vertrouwen er dan ook op voorzitter, dat wij in de werkplannen
van de diverse instellingen die jaarlijks opgesteld moeten worden van
lieverlee steeds meer aandacht voor de buitenlanders zullen kunnen terug
vinden. Daarnaast voorzitter is het erg belangrijk dat het categorale werk,
zoals we dat kennen via het IKO, de groep Nederlandse Taal, een interna
tionale vrouwengroep en dat gericht is met name op emancipatie, integratie
en zelforganisatie, dat het categorale werk door ons van harte ondersteund
blijft. Al met al handenvol werk, waarvan wij alleen maar hopen dat de
praktijk niet al te stug zal blijken te zijn. Wat dat betreft hadden wij
ons een betere start gewenst, want de startpositie is door de ontwikkelingen
van de laatste twee maanden nu niet beslist optimaal te noemen.
Derde poot van het beleid, voorzitter, en dat is ook een hele klu6, dat is
discriminatie. Waar discriminatie voortvloeit uit onwetendheid kun je allicht
met voorlichting daar wat aan doen, maar waar het berust op onbegrip en
vooroordelen, dat zijn zaken, voorzitter, waar je veel moeilijker grip op
krijgt. Volgens onze fractie ligt hier met name een taak van de overheid.
De overheid die het goede voorbeeld moet geven en ook hier zou ik graag
even naar minister Rietkerk willen overstappen, in zijn minderhedennota op
bladzijde 104 zegt hij: "Een overheid die in beginsel de gelijkwaardigheid
van de burgers serieus neemt brengt dat ook tot uiting in haar houding
tegenover minderheden. Hierin heeft de overheid een voorbeeldfunctie."
Gelijkwaardigheid serieus nemen. Voorzitter, dat is geen of dat mag geen
vrijblijvendheid zijn, dat moet je laten blijken. Dat kun je laten blijken
door op bijvoorbeeld de wensen van de Stichting Buitenlanders even nauw
keurig te behandelen en te bekijken als de wensen van ik noem maar een
dwarsstraat, Daphnia. Ook de huisvestingswensen van het IKO dezelfde
aandacht te geven als de huisvestingswensen van Scouting enz.
Dat heeft ook te maken voorzitter met inspraak en inspraak heeft te maken
met luisteren en de bereidheid om met de resultaten daarvan iets te doen
en als je er dan niets mee kunt doen dan moet je dat beargumenteren, dat
moet je aangeven naar de insprekers, waarom je er niks mee kunt doen. Wij
zouden al tevreden zijn voorzitter op dit moment wanneer wij bij de ont
wikkeling bij de concretisering van het beleid we in ieder geval de wensen
van de buitenlanders als vertrekpunt zouden willen kunnen aanvaarden,
want zoals gezegd goed voorbeeld doet goed volgen en mijn fractie is van
mening dat de gemeente het goede voorbeeld zelf moet geven. Ons beleid
zal daarmee staan of vallen. Een paar punten voorzitter, uit het beleid
zoals u dat zich voorstelt, daar heb ik nog wat vragen over. Er wordt
aangekondigd een project gezondheidsvoorlichting voor buitenlandse vrouwen.
Daar staat bij dat dat gerealiseerd kan worden wanneer het arbeidsbureau
toestemming geeft voor een tijdelijke arbeidsplaats in het kader van de
werkverruimende maatregel. Ik zou graag van de wethouder vernemen hoe het
daarmee staat. Een ander punt betreft de huisvesting. Het doet ons genoegen