-16-
ook gewezen op de problemen die kunnen ontstaan bij het indraaien van
vrachtwagens aan de zijde gelegen achter het winkelgebeuren, dat daarbij
de trottoirs, die nu worden verbreed zouden kunnen worden meegenomen,
waardoor eigenlijk de situatie gevaarlijk zou blijven en men heeft mij
verzekerd dat daarin bij de uitvoering van de werkzaamheden eenvoudige
maatregelen getroffen kunnen worden die volkomen passen binnen het krediet
waar we hier over spreken. Het zijn geen bijzondere maatregelen om dat te
voorkomen. Wat betreft die verkeersdrempel, daar is in ander verband is
er wel vaker gesproken in de commissie over, ook in de verkeerscommissie
uit de vorige periode over het fenomeen verkeersdrempel. Juridisch, qua
aansprakelijkheid blijft dat toch nog steeds een wat moeilijk verhaal.
Ik weet niet in hoeverre de advisering van de zijde van een verkeersschout
in deze uitsluitsel zou kunnen bieden, maar ik wil best toezeggen om die
mogelijkheid na te trekken als dus gewoon bij de uitvoering van dit werk
met het materiaal wat nu voorzien is een dergelijke verhoging van het effect
zou kunnen worden bereikt. Als dat mogelijk is dan denk ik dat daar in
de commissie nog even op terug gekomen moet worden alvorens we daar wel
of geen uitvoering aan geven. In principe is daar niet in voorzien en
zijn de maatregelen zoals die nu voorliggen naar onze mening voldoende
om tegemoet te komen aan de bezwaren die destijds geuit zijn.
De heer KLUS: Wat het laatste betreft voorzitter, wanneer het dus nood
zakelijk zou zijn dat er nog aanpassende verkeersvoorzieningen plaats
zullen moeten vinden dan zou ik het echt op prijs stellen als die eerst
in de commissie openbare werken passeren, ik hoor het zojuist zeggen,
maar ik hoor ook dat het de bedoeling is dat er uitritten komen voor de
garages, maar dan zou ik u wel willen verzoeken om die uitritten alleen
daar aan te brengen waar de garages overeenkomstig een bestemming mogen zijn.
De heer VAN EIJKEREN: Ja, voorzitter, het lijkt mij volstrekt logisch
dat ze alleen daar komen waar ze mogen komen en wat het eerste betreft,
daar had ik al melding van gemaakt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
17. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de exploitatiekosten van
het openbaar kleuteronderwijs over 1982.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
18. Rondvraag.
Mevrouw DE RAAD-DILLEROP: Ja, mijnheer de voorzitter, ik had een vraag
naar aanleiding van het zwembad. Ik heb begrepen dat oudere mensen in
Hoeven gaan zwemmen omdat het water hier te koud is. Ik zou willen weten
of dat waar is en of er wat aan gedaan kan worden.
De heer VAN OOSTERHOUT: Ik weet niet of het bij ons zo koud is, of dat
het elders warmer is. Ik heb inderdaad onlangs een gesprek gehad met iemand
die dat bejaarden-zwemmen wilde promoten en die duidelijk wees op de
temperatuur die het water zou moeten hebben, maar ik wil daar wel aan
toevoegen dat op dat moment de gedachte was dat op dat moment het water
23 graden zou zijn. Nou dat is beslist niet zo, we maken het iets warmer,
maar het is nog niet de 28 graden die de bejaarden eigenlijk op grond van
advisering zouden willen hebben. Ik vrees dat het ook elders niet overal
28 graden zal zijn. Misschien dat er mogelijkheden zijn om daaraan iets
te doen. We zullen dat bezien.
19. Sluiting.
De VOORZITTER sluit de vergadering met gebed.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 16 februari j/784,
de secretaris, de voorzj/vc&F