Ik moet begrijpen dat u dat voorstel zou willen doen?
De heer VIDELER: Heel graag, meneer de voorzitter.
De VOORZITTER: Wil de raad daar stemming over?
De heer van EIJKEREN: Misschien mag ik, het is voor mij misschien wat gemak
kelijker dan voor een aantal anderen om hier iets over te zeggen.
Ik heb er toch behoefte aan, hoewel ik het op zich een sympathieke gedachte
vind van de heer Videier, om daar iets over te zeggen.
Er zitten in deze raad voor zover mij bekend in ieder geval ook mensen die
de vergoeding van het raadslidmaatschap als raadslid die het zuiver zien
als zeg maar, iets wat extra op hun inkomen komt, maar die de aktiviteiten
in het kader van het lidmaatschap slechts naar behoren kunnen uitvoeren
en dat ook willen doen door regelmatig daar extra vrjje dagen te moeten op
nemen. En ik denk dat als u een dergelijk voorstel doet dat u ook spreekt
vanuit de positie, althans dat u ook spreekt voor die mensen. En mijn
vraag is aan u, op grond waarvan u denkt dat te kunnen doen.
De VOORZITTER: Ik denk dat het verstandig is, om even het rijtje langs te
lopen en dan meneer Videier als laatste het woord te geven.
De heer WIJNEN: De vergoeding van het lidmaatschap van de raad heeft al
wat geschiedenis achter de rug, dat is eerst ad hoe een paar keer bevroren
en toen is tot een structurele bepaling op 90% van het maximum zijn wij
toen aangeland en die wordt natuurlijk in de loop van de jaren weer herzien
of in dit jaar weer herzien en dan is het een beetje vreemd om dan weer te
zeggen we bevriezen het en dan gaan we weer in het kader van een geordende
besluitvorming moeten we ergens motiveren waarom we minder dan 100% kiezen.
Nou je kunt dus zeggen een raadslid in Oudenbosch heeft misschien minder
problemen of die heeft meer opofferingszin getoond bij dat besluit van
18 maart om op 90% te gaan zitten maar omdat door de wind van de dag te
laten bepalen en dan te zeggen nou en dan bevriezen wij een keertje en
dat komt dan straks weer een keer terug omdat in de loop van het jaar de
minister toch weer overgaat tot een wijziging van de aanpassingsmethodiek
dan krijgen we weer een nieuwe uitrekenarij en moet er weer gezegd worden
waarom we op een ander percentage gaan zitten. Ik zou er voor zijn om het
op 90% te houden en vermoedelijk wordt die verhoging met pak weg per man
bruto 80,En een andere kant is dat een 30,wordt weer ongedaan ge
maakt door een aanpassing, ik neem aan dat die verband houdt met de aanpas
sing van de ambtenarensalarissen dus dan zullen we toch weer op een lager
niveau uitkomen. Vandaar dat ik niet te veel werk voor de mensen van financiën zou wil
len voorstellen.De heer DEN BRABER: Ik heb daar niets aan toe te voegen. De heer VIDELER:
De wethouder heeft mij wat gevraagd of ik ook voor andere mensen spreek. Ik
spreek uiteraard alleen maar voor mezelf en voor mijn fractie-genoot. Ik kan
niet overzien hoe andere mensen daar over denken. Dat heb ik dan nu net ge
hoord. Maar ik denk dat het op zich een goede zaak.is omdat (ik heb dat
dacht ik daar straks goed genoeg, verwoord) dat de zaak steeds terug loopt
en niet alleen de salarissen in het algemeen maar in zijn totaliteit de
hele economie en alle gevolgen die daarmee samenhangen dat loopt steeds te
rug dus ik denk dat wij dan als raad het voorbeeld zouden kunnen geven.
Vandaar dat ik heb gezegd, laten wij dan maar zeggen onze zaak bevriezen of
op '83- Als dat nog kan, ja, misschien is de rekenarij zoals meneer Wijnen
zegt. Nou ik denk dat heel simpel uitrekenen is met een goed computersy
steem, meneer Wijnen.
De VOORZITTER: De raad gehoord hebbende meneer Videier, hebt u er
behoefte aan om de zaak in stemming te brengen?
De heer VIDELER: Ik denk het niet.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
13. Voorstel tot het voteren van een krediet ten behoeve van een tribune in
het overdekt zwembad De Baarlebossche/3e wijziging begroting 1984 bedrijf
gemeentewerken en 10e wijziging gemeentebegroting 1984.
-1 ij-