-22- pemende dat goed overleg in deze evenals in tal van andere situaties, overigens terecht, nog steeds een eerste vereiste is Dat zijn wij inder daad van mening dat een goed overleg, dat staat zelfs in ons verkiezingspro gramma, een goed overleg, maar u zult weten, mijnheer de voorzitter, dat in tal van situaties met de betreffende groeperingen het wel eens minder goed loopt. Dat men toch een besluit moet nemen wat of ook hier voorstelt wat hier genomen wordt zonder dat daar uit en te na over gesproken is met belanghebbenden. Ik denk maar even aan de tariefsverhoging in de sportakkom- modaties in hoeverre daar nou goed overleg aan te pas komt. Wij vinden ten aanzien van de toekomstige gebruikers voor een ontmoetingsruimte dat er een beter klimaat is te scheppen door een eerlijke opvatting te gaan verkondigen en ook door duidelijk te zijn, wat wij nou eigenlijk willen. Dat het, ook vanuit het college, gewenst is om aan te geven wat men wil en hoe men dat wil realiseren. Dan de 7e vraag. De heer DEN BRABER: U zegt van door duidelijk aan te geven van wat we willen. Begint u daar nou eens mee. Legt u nou eens uit aan de mensen wat u wilt en waarom u iets anders wilt dan wat zij willen. De heer WIJNEN: Dat heb ik toch al duidelijk aangegeven. Aanvaarden VVD en CDA de consequenties van hun eventuele standpunt, te weten dat er wellicht geen ontmoetingsruimte in Oudenbosch komt nu een van de be trokken groeperingen schriftelijk heeft bevestigd een oplossing in het Poortgebouw pertinent te zullen weigeren en anderen hun wensen niet terug nemen, waarmee naar mijn stelling opvatting medewerking van het ministerie hoogst twijfelachtig wordt Die laatste mededeling dat medewerking van het ministerie vereist is voor het realiseren van het ontmoetingscentrum, dat is overduidelijk. Kijk wij kunnen wel een gebouw aanbieden, maar voor zover mensen dat zelf niet wensen in te vullen is het onmogelijk voor WVC om daar subsidie aan te verbinden, omdat de betreffende groeperingen dat niet willen aanvaarden. Dat is hun verantwoordelijkheid heb ik daarstraks gezegd. Ik heb ook al eerder gezegd dat wij best kunnen begrijpen dat als er een emotio nele uiting van een groepering na alles wat zij de afgelopen jaren en maan den hebben doorstaan, maar van de andere kant vertrouwen wij er toch op dat het gebouw wat wij ons voorstellen en dat is wat wij dan duidelijk hebben gemaakt in een eerder gedeelte van deze vergadering, ook naar de heer Den Braber-, dat het voor de betreffende groepering toch aanvaardbaar moet zijn. De heer DEN BRABER: Voorzitter, voor ik het vergeet wil ik beginnen met het college en de wethouder in het bijzonder te complimenteren met zijn duide lijke stellingname in eerste termijn. Wij hebben het zeer gewaardeerd dat hij nog steeds volop recht wil doen toekomen aan de wensen van de mensen zelf die het hier aangaat. Als ik dan even mag ingaan op de antwoorden die de heer Wijnen op de door mij gestelde vragen heeft gegeven. Ik heb hem ge vraagd van laat u mij nou de Oudenbosschenaren eens zien en de Oudenbossche groeperingen eens zien waarmee u voor de Schuur een nog grotere rentabili teit zou willen creëren, qua gebruik, dan er nou als we het voorstel van het college volgen, er uit zou komen. Ik moet tot mijn spijt constateren dat mijnheer Wijnen daar niet toe gekomen is. Hij gaat wel in op de ruimtepro blemen die er zouden zijn in het gemeenschapshuis. Ik ken het akkommodatie- plan. Dat is inmiddels al vier jaar oud, dat ken ik ook mijnheer Wijnen en daar staat niet in dat mensen daar uit moeten trekken. Daar staat in dat het gemeenschapshuis geschikt gemaakt moet worden voor permanente huisvesting van een aantal verenigingen, sommigen die er al zitten en anderen die er incidenteel gebruik van maken of op dit moment elders, niet gebouwen van de gemeente zijnde, akkommodaties gebruiken. Het incidentele gebruik van het gemeenschapshuis wat er nu plaatsvindt zou overgeheveld kunnen worden naar Fidei et Arti en dan kunnen we daar een wat betere bezetting krijgen dan er nu is en dan kunnen we eindelijk wat doen aan die 250.000,die we per jaar te kort komen op die twee huizen en als u daar doorheen fietst door er nog eens een keer een concurrerend gebouw bij te zetten dan denk

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1984 | | pagina 142