-16-
ook zijn en gegeven worden. Aan dat laatste heb ik moet ik zeggen meermalen
getwijfeld. Van een democratisch ingestelde bestuurder en dat wil ik zijn
daar mag u van verwachten dat u bij een besluitvorming en zeker zo'n belang
rijke besluitvorming als deze dat die zaken tegen elkaar afweegt over en
weer serieus die zaken tegenover elkaar zet en dat hij daarna beoordeelt
of hij het te verwachten besluit loyaal kan uitvoeren of dat hij dat niet
kan. Om die afweging, voorzitter, respectievelijk beoordeling volledig recht
te kunnen doen heb ik behoefte om ook wat vragen te stellen en daarop met
name van de zijde van de VVD en CDA antwoord te krijgen. U krijgt ze van
mij dadelijk op papier, dus u hoeft niet te schrijven. Wat dat betreft heb
ik het u gemakkelijk gemaakt, maar ik wil er iedereen in laten delen.
1. Welke argumenten hadden CDA en VVD om op 15 december 1983 nog voordat
enig onderzoek noch voorstel van onze zijde was aangereikt toen al te
kiezen voor het Poortgebouw als ontmoetingscentrum
2. Waarom was het volgens het CDA/VVD-voorstel van 15 december nodig on
derzoek te verrichten naar de mogelijkheden tot het realiseren van een
ontmoetingsruimte in het Poortgebouw
3. Welke argumenten hebben VVD/CDA vandaag, 28 juni 1984, nog steeds om
onveranderd vast te houden aan hun standpunt nu de resultaten van een
uitgebreid onderzoek verricht conform de daarover gemaakte afspraken
plus een aantal niet mis te verstane feiten en opvattingen terzake op
tafel liggen
4. Welke argumentenondersteund door de minister van WVC naast de zeer dui
delijke opvatting die de minister nu heeft gegeven hadden voor het CDA
gegeven haar toezegging tot heroverweging wel tot een wijziging van
haar standpunt kunnen leiden
5. Welke rol speelden respectievelijk spelen de wensen van potentiële ge
bruikers van beide gebouwen in de standpuntbepaling van 15 december
1983 respectievelijk de standpuntbepaling van CDA en VVD nu
6. Hoe denken CDA en VVD de door hen voorgestelde variant in goed overleg
met betrokkenen te realiseren aannemende dat goed overleg in deze even
als in tal van andere situaties overigens terecht nog steeds een eerste
vereiste is
7. Aanvaarden CDA en VVD de eventuele consequentie van hun standpunt, te
weten dat er wellicht geen ontmoetingsruimte in Oudenbosch komt nu een
van de betrokken groeperingen schriftelijk heeft bevestigd een oplossing
in het Poortgebouw pertinent te zullen weigeren en anderen hun wensen
nadrukkelijk niet terugnemen, waarmee naar mijn stellige opvatting
medewerking van het ministerie hoogst twijfelachtig wordt
Voorzitter, ik dank u.
De VOORZITTER: Dank u wel wethouder. Beschikken de heren over die tekst
Dan is het woord opnieuw aan de raad. Ik kan me voorstellen dat u zegt als
u op de vragen wilt ingaan dat u het prefereert om daar overleg over te ple
gen. Als u zegt dat is niet nodig dan gaan we gewoon door. Liever een schor
sing. Mag ik eens vragen, met name aan de heer Wijnen en de heer Huijpen.
Heeft u een indicatie van de tijd die u daarvoor denkt nodig te hebben
20 minuten Dan gaan we om 9.00 uur opnieuw beginnen.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
Na opheffing van de schorsing geeft de VOORZITTER het woord aan:
De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, mijn fractie heeft met enige
bewogenheid geluisterd naar het verhaal van de heer Den Braber. Wij vinden
dat dat toch wel neigt naar het kweken van een zekere stemming in deze ver
gadering. Het roept de mensen op hun gevoelens nog wat verder te luchten,wat
meer bewogenheid aan de dag te leggen. Ik denk dat dat voor het bepalen van
een goed besluit in deze vergadering een slechte sfeer zou kunnen tot gevolg
hebben. Je kunt natuurlijk alles wat er in de afgelopen maanden gebeurd is