-12-
12. Voorstel tot 11e wijziging yan de verordening onroerend goedbelastingen
ten gevolge van de wijziging van de gemeentewet en het besluit gemeentelijke
onroerend goedbelastingen.
De heer HUIJPEN: Voorzitter, een moeilijke vraag denk ik, wat zijn de financië
le gevolgen?
Want bij het opstellen van de begroting dachten we wel onroerend goedbelasting
van deze objecten te kunnen innen.
De VOORZITTER: De financiële gevolgen zijn er niet want wat u zegt is niet
waar. Wij dachten de datum van ingang te zetten op 1 januari 198^ om daarmee
geen effecten voor 1983 te zullen hebben, maar het enige wat er fout is ge
gaan, is het volgende, dat die wijziging persé in moest gaan op 1 januari
1983 omdat de wet ons daartoe verplichtte. De opbrengst blijft hetzelfde.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
13. Voorstel tot:
a. het niet indienen van bezwaren tegen de begroting 1984 van de gemeenschap-
§elijke regeling ten behoeve van het Mytylonderwijs in West-Brabant;
e wijziging gemeentebegroting 198*1.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
1*f. Voorstel tot de 95e wijziging van de gemeentebegroting 1983 in verband
met aanpassing van diverse ramingen.
De heer VAN HOEK: De punten a. en b. hebben onze instemming. Wij willen nog
wel ten aanzien van punt c. nog een enkele opmerking maken. Dertienduizend
gulden wilt u in een fonds gaan storten voor herbezetting. Dat is in het
kader van het feit dat de ambtenaren drie roostervrije dagen hebben ge
kregen. En de gemeente krijgt, omdat dan in het kader van de compensatie
25$ wordt gecompenseerd van de algemene uitkering. Dat betekent dus dertien
duizend gulden. Nu stelt u voor dat bedrag veilig te stellen maar wij willen
eigenlijk voorstellen om dat bedrag gewoon over te boeken naar '84 en dit
jaar te gaan besteden. Het is voor herbezetting dus wij zouden eigenlijk ervoor
willen zijn om een soort werkervaringsplan op te stellen en dan eventueel
hier op het gemeentehuis leerling-ambtenaren alvast ervaring op kunnen doen.
Dat kan alleen maar straks wanneer ze hier op het gemeentehuis aan het werk moe
ten komen alleen maar ten voordele zijn dat ze alvast wat werkervaring
hebben opgedaan. Dus wij denken hierbij aan het benutten van dit geld voor
stagehanen. In Noord-Brabant zijn Mt.000 jongens en meisjes jonger dan 23 jaar
werkloos, dus ik neem aan dat hiervoor nogal wat interesse zal zijn.
De heer HUIJPEN: Ook met a. en b., onze instemming. Ten aanzien van punt c.
hebben wij ook een opmerking. Zodra de hoogte van het fonds genoemd in c.
het toelaat een arbeidsplaats te formeren, zou de V.V.D. deze
arbeidsplaats ook ingevuld willen zien. Al zal het in de eerste instantie maar
een deeltijdbaan zijn van bijvoorbeeld 20 uur.
De heer DEN BRABER: Ik wilde even reageren op wat de heer Van Hoek inbrengt.
Ik ben het daar toch niet mee eens hoewel het idee van stagebanen op zich mij
wel aanspreekt maar ik denk dat we niet te onverhoeds hier het geld een bepaalde
richting moeten sturen. We hebben net geconstateerd dat er structureel ondercapaciteit
is op financiën, mijn fractie dringt al twee jaar aan op uitbreiding van
de afdeling welzijn, ik ben ervoor om het voorstel van het college te
volgen en dit geld in een fonds op te potten, daar de structurele bijdragen
die er vanaf '8^ en misschien ook nog wel volgende jaren gaan komen
bij te doen en als dit omvangrijk genoeg is dan naar een structurele in
vulling, structurele besteding ervan over te gaan.
De heer RENNINGS: Als laatste val je dan in herhaling. Ik ben het eens met
Den Braber dat je het structureel op moet lossen, dat niet wegneemt dat ik
de gedachte van de heer Van Hoek erg graag ook wil ondersteunen. Natuurlijk
is het zo dat je structurele oplossingen moet nemen en natuurlijk moet je