-23- zich tot ons kunnen wenden, eventueel van het spreekrecht gebruik maken in laatste instantie hun wensen kenbaar kunnen maken. De procedure is er op gericht om in direct contact met alle betrokkenen die informatie in een eerder stadium op tafel te krijgen zodat op het moment dat tot uit voering van de fietspaden wordt overgegaan er een totaal plaatje ligt en niet dat het ene al wordt uitgevoerd terwijl het inzicht in het andere nog ontbreekt. De opmerking van de heer Huijpen. Ik heb niet bedoeld om daar waar er mogelijkheden liggen om bijvoorbeeld twee uitritten samen te voegen zodat je niet een uitrit van 5 meter krijgt maar bijvoorbeeld een van 7, die dan voor beiden inderdaad een ruimere mogelijkheid biedt. Ik heb bedoeld dat ik nu niet zover wil gaan om te stellen dat overal, ook mensen die daar in de gesprekken en die dingen zijn aan de orde geweest, volstrekt geen behoefte aan hebben gehad op grond van de wijze waarop zij al jaren functioneren en er kennelijk ook zelf nooit de behoefte aan hebben gehad, daar vind ik dat we als gemeente nou ook niet meteen Sinter klaas moeten spelen. In die zin heb ik het bedoeld. De suggestie die de heer Wijnen eerder heeft gedaan, die u in tweede instantie in reactie op mij opnam, van dat samenvoegen, daarin zit misschien zelfs een mogelijk heid om daar waar je van zeg maar twee maal 5 komt tot een gezamenlijke uitrit van 7 waardoor de mensen individueel gezien ruimere mogelijkheden krijgen, daar bespaar je vanuit het plan bezien bespaar je dan weer een aantal meters waardoor je een andere situatie, die misschien in eerste instantie niet helemaal in die breedte is gedacht, om daar een meter extra mee te nemen en op die manier toch dat budgettair-neutraal als uitgangs punt te handhaven. De VOORZITTER: Mag ik even vragen. Als nou er in de uitvoering situaties zijn waarbij kleine verschillen toch vragen om een aanpassing van de ver lichting, want dat was wat de heer Wijnen bedoelde, of een geringe bij stelling van de beplanting, want in zijn algemeenheid is die beplanting hebben we gezegd laag, zodanig dat het idee van de eenheid weg/fietspad behouden blijft. Als er nu kleine veranderingen nodig zijn dan kan dat nog op het moment dat men aan de uitvoering rond die huizen van de be woners bezig is De heer VAN EIJKEREN: Niet alleen dat dat kan, maar het is de afspraak die met iedereen gemaakt is. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. 20.2. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de aanleg van fietsstroken langs de Oudlandsedijk. De heer HERMES: Ja, voorzitter, met het beschikbaarstellen van het krediet op zich hebben wij geen enkele moeite. Wel zetten wij vraagtekens bij de scheiding der wegen wat betreft de rijbanen voor langzaam en snelver keer. Wij vragen ons af of de manier waarop is voorgesteld geen gevaar lijke situatie in het leven roepen is. De kinderen die komen van gescheiden fietspaden, links/rechts, komen vervolgens op de Oudlandsedijk. Ze zijn op de Bornhemweg gedwongen geweest met twee, maximaal drie naast elkaar te rijden. Op de Oudlandsedijk krijgen ze vervolgens de gelegenheid ondanks de verschillende constructie van de rijbanen om met 3 of *f, desnoods met 5 naast elkaar te rijden en dat kan levensgevaarlijk zijn. Wij stellen dan ook voor dat de scheiding van de rijbanen voor het langzaam en voor het snelverkeer erg veranderd wordt in die zin dat er dus een echte schei ding komt en dan stellen wij ons voor om bijvoorbeeld een trottoirband of zo in het asfalt te verwerken die 15 tot 20 cm boven de rijbaan uitsteekt. Wij denken dat dat in ieder geval de veiligheid van de fietser gegarandeerd wordt en dat in ieder geval de auto's niet op de fietspaden kunnen komen. Zou die mogelijkheid eens bekeken kunnen worden De VOORZITTER: Degenen die wat langer in de raad zitten kunnen het zich voorstellen. We zijn eens op een excursie geweest in Kerkrade en daar hebben

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1984 | | pagina 114