transporteur, dat schatten we op 1.000,We hebben minder onderhoud
aan de loods, dat schatten we ook op 1.000,en geen afschrijving en
rente van de zouttransporteur en dat schatten we op dik 4.000,
Daar staat tegenover dat we een afdekzeil moeten aanschaffen en zullen
moeten vervangen bij tijd en wijle waarvan we de kosten op maximaal
1.000,per jaar begroten. Indien u dan de getallen eens naast elkaar zet
dan kom ik tot de conclusie dat het niet aanschaffen van die zouttrans
porteur 11.700,op jaarbasis bespaart en op grond van bovenstaande
wil de WD-fractie u in overweging geven om dit voorstel terug te ver
wijzen naar de commissie openbare werken om hier nog eens over van ge
dachten te wisselen. Daarbij is misschien nog de suggestie om het strooien
van het zout te privatiseren waardoor we wellicht nog een keer kunnen be
sparen.
De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, in de commissie openbare werken
is dit aan de orde geweest en ik heb dat gezien als een voornemen wat voort
vloeide uit het vroegere bouwen van de zoutloods. Nu is die zoutloods
toentertijd ook al door diverse mensen in de raad bekritiseert van waar
hebben we dat ding voor nodig en nou moeten we straks een transporteur
hebben. Ik herinner me nog een vroeger raadslid die zei of toen werd
dacht ik gemotiveerd van dat is uit sociale overwegingen. Die mensen moeten
daar werken bij weer en ontij in de open lucht om dat zout op die auto
te zien te krijgen en dan zou het wenselijk zijn dat er een overkoepe
ling kwam waar ze dan een beetje droog konden werken. In de praktijk is
toch gebleken dat het toch wel de nodige complicaties met zich mee bracht.
We moesten een paar jaar terug toch een apparaat aanschaffen wat een functie
vervulde om het werk te verlichten. Er is nog een keer gesproken over die
zoutloods als zijnde een project wat veel onderhoud zou vragen. Daar heeft
mijnheer Van der Graaf toentertijd nog een heel procédé voor bedacht om
dat tegen te gaan. Dus eigenlijk is er al heel veel te doen geweest
over de zoutloods en nu zou het sluitstuk aan de orde komen en nu vroeg ik
me af: Is daar nou ook het personeel over geraadpleegd, want daar zouden
we het eigenlijk voor doen. Ik begrijp dat de provincie en alle gemeenten
een keuze maken waarbij ze zeggen van nou we gooien het zout naar buiten
en dat lijdt niks en dan ga je over op een machinale behandeling en aan de
andere kant is het zo dat je zegt als het met de schop moet gebeuren dan
moet het binnen gebeuren en dan moet het door mensen gedaan worden en dan
moeten ze een beetje droog kunnen werken. Als je dus kiest voor de loods
dan zul je daar apparaten voor moeten hebben en als je het buiten opslaat
dan heb je denk ik een loods over die mogelijkerwijs voor andere doel
einden gebruikt zou kunnen worden. Ik geef dat eigenlijk in overweging omdat
er wel eens sprake was geweest van uitbreiding van het gebouw gemeentewerken
om te kijken in hoeverre de zoutloods uitgekleed zou kunnen worden en
gebruikt zou kunnen worden als een loods voor gemeentewerken en daarnaast
een zoutopslag die in de open lucht plaatsvindt zoals het voorstel van
de heer Videier of zoals de provincie dat doet met afdekzeilen of iets
dergelijks waarbij je dan een mechanische behandeling van het zout mogelijk
maakt.
De heer VAN EIJKEREN: Ja, ik denk dat we dit verhaal met een korreltje
zout moeten nemen. Ja, ik laat in het midden welk van de twee of het ver
haal wat nog komt. Het verhaal van de heer Videier, ja vind ik wat, gezien
de inhoudelijke kant, dat hij op zich met dergelijke gedachten komt
vind ik wat merkwaardig omdat juist uit zijn fractie als het gaat om het
bedrijf gemeentewerken de laatste maanden regelmatig geroepen is dat het
een goed lopend efficiënt bedrijf is en dat we dat vooral zo moeten houden
en als het gaat om een bakfiets dan wordt er geroepen dat het terug is
naar af en dat zo'n man toch 'n auto moet hebben om in deze tijd, ja we
hebben een tijd gehad dat mensen met de schop moesten laden bij nacht en
ontij, dat op het moment dat het vroor men riet-afdekking of dekzeil