-35-
De heer VAN OOSTERHOUT: De vragen van mevrouw De Raad heb ik inmiddels
beantwoord. De heer Den Braber is akkoord met het voorstel wat ik naast
dit voorstel heb willen doen ten aanzien van de kosten van de W.S.W. Ik
zou willen vragen of de enderen zich daarover willen uitspreken. De heer
Huijpen heeft nogmaals benadrukt dat je initiatief positief moet benaderen.
De heer De Hoog en de heer Rennings hebben elkaar gevonden denk ik op een
bepaald punt ten aanzien van een toezegging die zij van het college ver
wachten op dit moment. Dat van de rechtsongelijkheid ten opzichte van anderen
te voorkomen in verband met het feit dat Scouting nu de komende jaren de
volledige last voor haar rekening neemt en wellicht in '87 aan de beurt zou
zijn om in aanmerking te komen voor middelen uit de voorziening van het
akkommodatieplan. Ik zou daarop de volgende reactie willen geven. Als we
ons vanavond nou eens houden aan het voorstel zoals het hier ligt, dat is
namelijk de vraagstelling en vervolgens ook niet willen vooruitlopen op
een situatie van die wellicht ontstaat in 1986, want dat kunnen we op dit
moment ook niet voorzien. Je kunt niet voorzien of het op dat moment billijk
is en rechtszekerheid biedt ten opzichte van andere verenigingen op dat
moment. We kunnen ook niet om concreet te zijn zeggen dat op dat moment
de voorziening ten behoeve van Scouting de hoogste prioriteit moet hebben.
Dan zou ik willen voorstellen om nogmaals louter en alleen ons te beperken
tot het voorstel wat hiervoor ligt en uw vraagstelling, de problematiek van
Scouting in het najaar van 1985 aan u voor te leggen om in het licht van de
omstandigheden dan te zorgen dat er aan de toestand op dat moment de rechts
gelijkheid op dat moment te verzekeren en op dat moment te discussiëren over
de situatie van de huisvesting van Scouting en de conclusies die je daaruit
trekt zullen dan wellicht aanleiding kunnen zijn of niet om de huisvesting
op te nemen in het financiële gebeuren rondom de akkommodaties.
De VOORZITTER: Ik denk dat we het met elkaar eens zijn, want daarop heb ik
geen enkel weerwoord gehoord, met betrekking tot die W.S.W.-kosten. Dat
daarvan 50# voor rekening van de gemeente komt. Dus dat kunnen we allereerst
afzonderen. Dan is er het voorstel van mevrouw De Raad dat gaat verder dan
het bijgestelde voorstel van B. en W. Wenst mevrouw De Raad dat in stemming
gebracht te zien Oké. We gaan stemmen over het voorstel om nu 20.000,
te onttrekken van de middelen voor het akkommodatieplan en die ten goede te
laten komen aan de Scouting op de wijze zoals dat is voorzien, waarbij de
lastenberekening plaatsvindt zoals dat bij het akkommodatieplan is bedoeld.
De stemming heeft tot resultaat:
Tegen genoemd voorstel stemmen de leden: Hermes, Den Braber, Du Pont, Rennings,
Van Oosterhout, Van Eijkeren en De Hoog.
Voor genoemd voorstel stemmen de leden: Huijpen, Jongenelen, Van Hoek,
Wijnen, De Raad-Dillerop en Rubbens.
Het voorstel is derhalve met 6 stemmen voor en 7 stemmen tegen verworpen.
De ^VOORZITTER: Mag ik aannemen dat u zich met het.
De heer DE HOOG: Ik meen me te herinneren dat er nog een ander voorstel voor
lag.
De VOORZITTER: Oh, neem me niet kwalijk. Als u nog een voorstel heeft, dat,
eens even kijken.
De heer RENNINGS: Het mag gecombineerd worden. Het voorstel De Hoog wordt dan
een gecombineerd voorstel.
De VOORZITTER: Het voorstel van de heer De Hoog was om na 1986 30% te laten
dragen door Scouting en tot 1986 100# te laten dragen. Dus tot 1986 de
volle lasten en na, ja, in wat jaar eigenlijk, want dat wil ik wel graag
exact aangegeven zien. In welk jaar verandert het, in het jaar 1986 of in
het jaar 1987 Tot '87 gaat de akkommodatie mee staat er, of nee, er staat
7 jaar. Staat er toch '87
De VOORZITTER schorst de vergadering.
Na opheffing van de schorsing stelt de VOORZITTER:
Het voorstel is om tot 1987 de lasten voor 100# voor rekening van Scouting te
