-3k-
Scouting het gebouw nu realiseert, het is nu een wenselijkheid, de wet
houder zegt het is geen noodzaak, die noodzaak zou er pas zijn in '86/'87,
dan creëer je op termijn een stukje rechtsongelijkheid. Zeker in het jaar
'86. Dan zou de vereniging wel in aanmerking komen voor het voteren van
middelen, gedachtig de hoge prioriteit die op dat moment gaat gelden vanuit
het akkommodatieplan. Dat betekent dat ze op dat moment 50$ van de kapitaal-
lasten voor rekening zouden moeten nemen en 50$ voor rekening van de gemeente
zou moeten blijven. Ik zit toch te denken aan een vorm waarbij in de richting
van de vereniging een duidelijke toezegging gedaan wordt dat op basis van de
prioriteitstelling die geldt in 1986 rekening wordt gehouden met een beslag
op de middelen in de budgettaire sfeer ter grootte van 50$ van de investering
van de akkommodatieDat betekent dat de vereniging Scouting in een periode
die ligt tussen nu en '86 haar eigen wenselijkheid zou moeten betalen, maar
het geeft geen pas om in '86 die volledige last te laten bij die vereniging.
Ik zou het creëren van rechtsongelijkheid vinden.
De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, ik heb begrip voor het standpunt van het
college. Als je een verzoek van een vereniging 100$ honoreert, zelfs terwijl
het toch in tijd gezien nog niet in de beleidsvoornemens past, dan gaat het
niet aan verder te gaan dan de vereniging verzoekt. Ik constateer verder dat
de wethouder mij deels tegemoet komt door te zeggen dat het bespreekbaar is
om in '87 over 50$ van de akkommodatie-kosten te spreken, maar ik heb dan
het gevoel dat die bij een sprong over de sloot met de polsstok halverwege
blijft hangen en dat is niet goed voor de sprong en niet goed voor de wet
houder. Ik begrijp ook dat de heer De Hoog mijn voorstel ook in deze zin
ondersteunt. Hij maakt er wel in 1986 van. Ik zou het college uit willen
nodigen om in ieder geval te waken dat er in het licht van de beleids
voornemens die we als raad hebben uitgesproken dat er een stuk rechtsonge
lijkheid ontstaat en ik vind niet dat je daar dan nog over moet gaan
onderhandelen. Het lijkt mij dat je vandaag dat besluit moet nemen. De
uitgangspunten van het college onderschrijf ik volledig. Er is op dit moment
geen noodzaak toe, de vereniging wil zelf eerder een voorziening hebben.
Nou ik denk dat het dan goed is dat je dat positief benaderd en dat je
dat ondersteunt, maar dat het toch te ver gaat om daarvan de lasten als ge
meente op je te nemen.
De heer VAN 00STERH0DT: Het feit dat Scouting zelf de problematiek ter
hand neemt daaruit leidt u af dat de problemen erg groot moeten zijn. Ja,
nogmaals dat is het verschil tussen de inschatting die de vereniging zelf
maakt en de inschatting die wij in eerdere instantie hebben gemaakt, name
lijk dat wij ervan van uitgaan dat het nog een aantal jaren bruikbaar is
gezien de situatie van het onderhoud. Scouting heeft het hier obk eigenlijk
een beetje over uitbreiding, maar vind deze verbetering op dit moment erg
wenselijk. We hebben dat gerespecteerd en ik kan daaruit niet afleiden dat
de problematiek dus erg groot is. We hebben eerder gezegd dat de problematiek
niet zodanig is dat we ook dit jaar al voorzieningen zouden moeten treffen.
Het feit dat reserveren niet meer mogelijk is dat u dat toch wel een jammer
lijke zahk vindt, maar ik denk dat de middelen die jaarlijks op tafel moeten
komen de lasten te verzorgen dat die middelen ongeveer gelijk zijn aan de
reservering zoals die de afgelopen drie jaar er lagen. De vraag is natuurlijk
in hoeverre je daar nog eens een keer een soortgelijke of misschien minder
grote reservering jaarlijks tegenover moet stellen. U verzoekt toch om dan
20.000,beschikbaar te stellen in het kader van de middelen van de post
akkommodaties. Die 20.000,dat is slechts een gedeelte van de hele inves
tering. Daar wil ik u dan toch op wijzen, want de investering is 30.000,
en dan zou je toch een stukje rechtsongelijkheid waan anderen al over spreken
zou dan eigenlijk in het voorstel opgesloten zitten. Voorzitter, zou de ver
gadering even geschorst kunnen worden
De VOORZITTER schorst de vergadering.
Na opheffing van de schorsing geeft de VOORZITTER het woord aan: