natief van de V.V.D. met de nodige tegenzin, maar toch in ieder geval aan
zienlijk beter dan het college-voorstel te ondersteunen.
De heer DE HOOG: Er is al veel gezegd, ik wou het daarom maar kort houden.
Niet alles wat gezegd is is naar mijn inschatting even zinnig, maar goed.
Daar waar we te maken hebben met een waarschijnlijk echt inflatiepercentage
wat rond de 2a 2%% is, niet rond de 3 zoals eerder in deze raad toch
enige malen gesuggereerd is. Dus daar waar die echte prijsstijging zal
liggen op 2% of 2loopt daarmee het collegevoorstel met betrekking tot
de onroerend goedbelasting zeker in de pas. Dat kan mijn instemming hebben.
Dat geldt ook voor de rioolrechten, maar dat geldt zeker niet voor de
hondenbelasting. Het voorstel is compleet maar dan ook compleet in strijd
met het collegeprogramma. De heer Rennings heeft dat al eerder aangegeven
Het gaat hier om een buitensporige verhoging. Het, gaat om 16.000,
maar het is veel beter denk ik om in percentages te spreken. Het gaat
gewoon over 60$, extra boven het huidige tarief. Dat afgezet tegen 2%
dan vraag ik mij af waar fracties eerder pleiten voor het toch ontzien
van de burgers, het matigen van de tariefstijgingen, waarom dan net precies
dit element uit het hele belastingpakket gepakt moet worden, daar waar
1100 mensen mee te maken hebben die dan geconfronteerd worden met een be
lastingverhoging van 60%. Als daar een goede motivering aan ten grondslag
zou liggen,alla. Ik denk niet dat die te vinden is. Het is een simpel
vinden van een stukje inkomsten. Zoals gezegd enige motivering
voor die excessieve verhoging is niet te vinden. Het gaat zeker niet ge
paard met een grotere mate van dienstverlening. Het omgekeerde is wellicht
het geval. Het kan best eens zo zijn dat hondenbezitters nu juist niet aan
gespoord worden om de hond de behoefte te laten doen op de plek waar hij
het behoort te doen, maar gewoon uit een soort rancuneuze houding ten op
zichte van deze werkelijk buitensporige verhoging aangezet worden tot in
derdaad het deponeren van de hoop waar hij niet hoort. Kortom ik zou het
college eigenlijk willen uitnodigen alle tarieven, maar dan ook alle tarieven
te verhogen met 2%. Dan zijn we in lijn met het collegeprogram, dan zijn
we ook in lijn met het inflatiepercentage wat geprognotiseerd is en ja
dan blijft inderdaad een gat van 16.000,Dat geef ik toe, maar ik denk
dat in het kader van de begrotingsbeschouwingen die aanstaande zijn er
best wel mogelijkheden zijn en ik wil daar best constructief over denken
om die 16.000,op een andere wijze in te vullen.
De VOORZITTER: De woorden van de heer Wijnen denk ik vragen nauwelijks
om een commentaar mijnerzijds. De heer Den Braber en in zijn spoor de heer
Rennings en de heer De Hoog attenderen in hun bewoordingen op het feit dat
het toch eigenlijk wel merkwaardig is dat het college met dit voorstel
komt. In het licht van het akkoord kan ik me best voorstellen dat u dat
zo opvat. Ik denk dat u het in een ander licht moet plaatsen. Dat akkoord
was de vertaling van de politieke wil van een meerderheid van de raad een
anderhalf jaar geleden of een goed jaar geleden. In de commissie algemene
en bestuurlijke zaken was de raad in meerderheid van mening dat ze het
college moesten adviseren om nu een andere aanpak te kiezen en wij konden
niet anders dan concluderen dat die politieke wil was bijgesteld en dat de
commissie adviseerde in meerderheid om het anders te doen. Nou is het zeker
zo dat je best met goede argumenten als college een van het advies van de
commissie afwijkend standpunt naar voren kunt brengen, maar bij een zaak
die zo duidelijk gaat om het uiten van een politieke wil, namelijk een be
lastingverhoging, waren wij van mening dat het niet op de weg van het college
lag om van het advies af te wijken en dan zal ik u of dan zult u er niet
door verrast zijn als ik zeg dat er weinig enthousiasme voor het voorstel
was, maar wij meenden dat we in het licht van de uitslag in het beraad van
de commissie niet anders konden doen wilden we in ieder geval de commissie
serieus blijven nemen en dat wilden we. Met betrekking tot de vraag of
je de hondenbelasting in stand moet laten, ja die vraag, zegt mijnheer
Den Braber zelf ook, die stelt hij eigenlijk maar niet meer want die is
al eens hier aan de orde geweest dus laten we dat maar laten voor wat het is.