-15-
wat ook binnen het streekgewest hier gebruikelijk is geworden om dat wat
de een over houdt aan woningwet of premie om dat door te spelen aan een
andere gemeente binnen het gewest om te voorkomen dat ze uit de regio
vertrekken en bijvoorbeeld aan de grote steden toegewezen worden bij de
herverdeling. Er was niets te herverdelen. Noch binnen Noord-Brabant, noch
binnen Nederland. Alles was op.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
1*f. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de hertaxatie
van de O.G.B.-objecten naar de toestand per 1 .januari 198V73e wijziging
gemeentebegroting 198?"
De heer RENNINGS: Ik heb een voorstel van orde voorzitter, om het voorstel
aan te houden. Ik zie dat het op de agenda van de vergadering van de
commissie algemene en bestuurlijke zaken van aanstaande dinsdag staat.
De VOORZITTER: Daar staat het niet op. Daar staat wijziging van de verorde
ning op.
De heer RENNINGS: Jawel, maar ik denk dat het medebepalend is voor de op
dracht die u geeft en om nou de discussie in twee termijnen te doen.
De VOORZITTER: Nee hoor, om even duidelijk te zijn. U kunt nog geen kennis
hebben genomen van de stukken. De wijziging van de verordening houdt ver
band met de wijziging van artikel 273 van de gemeentewet. Die is op 7
juli j.l. afgekondigd en die verplicht ons om onze verordening aan te
passen en die verordening is geagendeerd.
De heer RENNINGS: Maar dst geeft dan toch ook voldoende wijziging om te
discussiëren over de wijzigingen zoals ze nu door de V.N.G. zijn voorgesteld
Op grond van de wijziging van de wet op de onroerend goedbelasting en dat heeft
weer gevolgen voor de opdracht die u hier geeft.
De VOORZITTER: Nee, wat u aan de orde wilt stellen ken er buiten blijven
denk ik. De wet draagt ons op bepaalde dingen en onder andere is er met
betrekking tot de vaststelling van de economische waarde een begrip ge
corrigeerde vervangingswaarde geïntroduceerd in de wet en de gemeenten die
de economische waarde als grondslag hanteren zijn gehouden om strijd met
de wet te voorkomen om de verordening aan te passen. Dat moet ook al per
1 januari 198*f omdat anders die strijd met de wet ontstaat terwijl wij met
de taxaties praten over grondslagen die gehanteerd gaan worden met ingang
van 1985«
De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, maar juist wat u nu toelicht dat is voor
mij aanleiding om het nu wel in de commissie te behandelen, want u praat
hier over een opdracht om alleen de sportakkommodaties naar vervangings
waarde te schatten, ik kan het niet anders lezen dan in het preadvies en
bovendien de laatste passage in het preadvies dat gaat om het principiële
besluit de afzonderlijke garages niet mee te nemen in de taxaties op dit
moment omdat u die buiten de heffing van de onroerend goedbelasting wilt
laten. Ik denk dat we daar wat gegevens voor nodig hebben. Bij mijn weten
zijn die aanstaande woensdag voorhanden, om welke garages het gaat, om
welk bedrag aan onroerend goedbelasting het is en dat zijn twee argumenten
waarvan ik zeg is het niet veel zinvoller dit voorstel terug te nemen
en het aanstaande dinsdag maar gelijktijdig mee te nemen.
De VOORZITTER: Nou ik zou u willen voorstellen. Nee, eerst even ingaan op
wat u zegt. Ik denk dat het inderdaad in het ordedebatje past. Het is
niet zo dat er alleen gesproken wordt over de sportakkommodaties naar die
gecorrigeerde vervangingswaarde. In de opdracht van schrijvingen hebt u
gezien dat er staat "en overigens rekening houdend met artikel 273 van
de gemeentewet". Dat betekent dat alles wat in dat lid k of 3 wordt aan
gewezen als uitsluitend nog op die basis taxeren dat die vanzelfsprekend
op die basis getaxeerd moeten worden. Dat weten de taxateurs ook. Met
betrekking tot het principiële besluit kan ik me er best in vinden om dat
tot de commissie aan te houden. Dat laat overigens denk ik dit voorstel