gesteld in het preadvies dat het hier zou gaan over nieuw beleid, wat afzonderlijk»beoordeeld moet worden door commissie en raad denk ik. Mijn vraag is eigenlijk welke gronden voert u aan om dit te karakteriseren als nieuw beleid De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, ik heb geen behoefte aan een herhaling van de vergadering van februari. Ik denk dat we destijds hebben vastgesteld dat we geen van allen gelukkig waren met het voor dit jaar gekozen subsidie systeem, maar in die vergadering heeft het college een en ander duidelijk gemaakt dat het op dat moment geen keuze had. Dus niet meer omzien. Ik ben gelukkig met het resultaat van het college in zijn streven om het ver zoek van de raad te honoreren om de onbedoelde effecten weg te nemen. Daar bij zou het preadvies aan duidelijkheid hebben gewonnen als door* middel van een of twee voorbeelden was aangegeven wat uitwerking van de algemene strek king voor resultaat had, maar ik denk dat het college binnen het mogelijke want uiteindelijk wij hadden als raad tot daar een pot die lager was, een geldbedrag wat lager was dan het jaar daarvoor te verdelen. Ik denk dat we ons in het beleidsprogramma ook een aantal richtlijnen hebben gegeven waardoor we toch ook in ieder geval in het welzijnswerk moesten ombuigen,, zodat het college zes minimale mogelijkheden had om de onbedoelde effecten weg te nemen. Ik ben het eens met de opmerking van de heer Wijnen dat het lang geduurd heeft. Ik kom verder tot dezelfde vragen als de heer De Hoog. Ik vind geen termen aanwezig waarom van het nieuwe beleid sprake zou zijn voor het toekennen van subsidie aan een concierge die vorig jaar in '82 door het college en radd was toegekend. Verder heb ik me, of zou ik me gestoord hebben aan de formele opmerkingen in de bezwaarschriften, maar ik zeker dat in deze raad maar ook in de commissie, de welzijnscommissie, nadrukkelijk is aangevoerd dat het formele bezwaar alleen daarom gehan teerd kan worden om te voorkomen dat eventueel bij een beroepzaak voor de Raad van State de gemeente louter op formele gronden de zaak zou verliezen. Ik heb niet anders begrepen dat dat de organisaties ook duidelijk gemaakt is. In dat verband ben ik er gelukkig mee dat de formele opstelling van het gemeentebestuur bij de hoorzittingen in dezelfde vergadering wordt be handeld waarin u voorstel doet om los van het formele aan de verlangens van de organisaties tegemoet te komen. De heer HÜIJPEN: Mijnheer de voorzitter, graag een algemene opmerking. De V.V.D.-fractie is opgevallen dat diverse verenigingen niet op de hoogte waren van de te hanteren gedragsregels om het beroepschrift in ieder ge val op dat onderdeel ontvankelijk te krijgen. We zijn er ons wel van bewust dat die verenigingen daarvan op de hoogte hadden kunnen zijn, maar het was misschien iets meer vlotter geweest als ze dan erop gewezen waren. Verder hebben wij geen moeite met de afhandeling van de beroepschriften zoals dat is uiteengezet onder het stukje "Algemeen", want daaruit hebben wij begrepen dat de betrokken verenigingen in ieder geval in grote mate tegemoet gekomen worden en wat naar ons idee in grote lijnen ook juist is. Wel zou ik tot slot op willen merken dat de V.V.D.-fractie steeds meer moeite krijgt met de grondslagen waarop de subsidie verleend wordt. We hebben het idee om daar te zijner tijd in de commissie welzijn op terug te komen. De heer DEN BRABER: Voorzitter, over de procedure en de periode is van ver schillende zijden opmerkingen gemaakt dus dat sla ik maar over. De '100, regeling die in het algemene gedeelte wordt aangevoerd, akkoord wat mijn fractie betreft, maar het moet wel een eenmalige regeling zijn, althans in deze zin denk ik, want het is moeilijk te beheersen zo'n welzijnsbeleid als je pas achteraf, als het jaar om is, de rekening gepresenteerd krijgt. Ik denk dat we dus goed moeten nagaan een systeem waarbij de raming meteen het maximum van de subsidie is en ik kan me voorstellen dus dat bij het ramen van die bedragen dat daar een overgangsregeling zoals wij die ik denk een jaar geleden ongeveer hier eens ter discussie gehad hebben, dat we die daar op projecteren, maar achteraf subsidies met 50# verhogen zoals bij-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 41