-3- de secretarie toch vragen zijn bij de voorbereiding en dat komt op korte termijn aan de orde, maar het heeft de aandacht. De heer JONGENELEN: Ja, punt 11 voorzitter, van de ingekomen stukken, dat gaat over het dagelijks bestuur van het Woonwagenschap Westelijk Noord- Brabant. Dat gaat over het concreet aangeven wat de bedoeling daarvan is van het immateriële deel van de gemeenschappelijke regeling. Tegen die achtergrond bezien zal met name het voorstel tot opheffing van de gemeen schappelijke regeling door ons moeten worden afgewezen. Kunt u dat wat concreter aangeven De heer RENNINGS: Ja, voorzitter ik heb bij het bestuderen van dat schrijven onder punt 11 tevens gekeken naar het jaarverslag wat onder k is binnenge komen en dan moet mij toch van het hart dat het gehele gebeuren toch nogal erg beperkt blijft tot het beheren en opzetten van kampen en dat het andere deel van de taak van het woonwagenschap, namelijk een stuk welzijnsbeleid een categoriaal welzijnsbeleid van de grond brengen, dat daar in ieder geval in de verslaggeving met een kaarsje naar de opmerkingen gezocht moet worden. Dan kom ik eigenlijk tot de vraag: Hoe kun je nou tot het opheffen van een schap komen terwijl slechts één deel van de taak, het ontwikkelen van de kampen en het verdelen van kampen maar ten dele is uitgevoerd, want nog k gemeenten hebben geen kamp en dan zullen we de know how bij het schap wel terdege nodig hebben om die ook daar van de grond te krijgen terwijl het andere deel van de taak, ja als ik de verslaggeving moet geloven is daar nog heel weinig van terecht gekomen en is het dan wel zaak om ook ten principale nu al te spreken over opheffen van het schap. In principe denk ik wanneer iedere gemeente een kans heeft dat het een goede zaak is om het schap op te heffen dan ben je pas in staat om de integratie te bevorderen wanneer ook de andere taken die het schap nu dient uit te voeren naar de gemeen telijke instellingen gaan. Maar dan doet zich bijvoorbeeld in dat verband weer de vraag voor: Kunnen onze welzijnsinstellingen, zijn die op dit moment in staat om dat deel van het werk over te nemen van het schap. Allerlei vragen die eigenlijk alleen maar een bevestiging zijn, of onderschrijving zijn van het concept-antwoord wat u gemaakt hebt, maar 6terker nog, ik zou in dat concept-antwoord toch ook deze aspecten van de taak van het woonwagenschap naar voren willen brengen om het dagelijks bestuur er toch eens op te duiden dat ze van de totale taak in de verste verte nog niet aan beëindigen toe zijn. De heer HUIJEEN: Mijnheer de voorzitter, ten aanzien van de toekomst van het woonwagenschap zou ik op willen merken dat het in ieder geval een goede zaak is alle aangesloten gemeenten toch zeker de gelegenheid te geven om aan hun wettelijke verplichtingen te voldoen. Wij hebben dan ook geen enkele moeite met het feit om op dit moment nog geen opheffingsdatum vast te stellen. Mede gezien ook het feit dat diverse gemeenten er nog niet aan toe zijn om de gevolgen van het opheffen van het woonwagenschap op te vangen. Wij denken hierbij dan aan locaties en welzijnsinstellingen. De heer VAN EIJKEREN: Ja, voorzitter, de opmerkingen die door alle drie de raadsleden worden gemaakt betreffen eigenlijk hetzelfde onderwerp. In de betreffende vergadering van het woonwagenschap is door mij ook duidelijk gewezen op het nog niet gerealiseerd zijn van de materiële doelstellingen, dat niet elke gemeente die deelneemt aan de regeling een woonwagenkamp heeft gerealiseerd, of heeft nog geen goed woonwagenkamp gerealiseerd. Daarnaast kent de regeling met name in artikel 3 de doelstellingen die met name betrekking hebben op het welzijn van bewoners van de woonwagens. Daar heb ik in de betreffende vergadering zoals u hebt kunnen zien ook met name op gewezen. Dat immateriële vlak, het welzijnsbeleid, naar mijn smaak een uiterst matig ontwikkeld onderdeel van de aktiviteiten van het woonwagenschap tot dusverre, laat staan dat er vanuit het schap voldoende gedaan zou zijn om de aangesloten gemeenten zover te krijgen in samenspraak dat er over gedacht zou kunnen worden aan een overname van de taak van het schap door de gemeente. Ik denk dat er wat dat betreft nog vele jaren

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 36