-38- dan een versnipperd beleid krijgt, de heer De Hoog zou dat een lappen deken noemen of het begin van een lappendeken. Ik denk dat dat beslist niet nodig is. Ik acht ook de commissie specifiek welzijn in staat gezien haar samenstelling, kwalitatief maar ook kwantitatief, dat we daar in slagen om wat dit punt betreft een goed beleid van de grond te brengen. Ik dacht daarmee, gezien het feit dat ik een reactie heb gegeven naar alle fracties omtrent het aktiviteitencentrum, dat ik het antwoord aan de V.V.D. volledig had gegeven. Nadat wethouder Van Eijkeren, mijn collega, al is ingegaan op het punt van onderzoek naar directe en indi recte toe te rekenen groenvoorzieningen aan de sportakkommodaties blijft er vanuit de beschouwing van O.N.S. eigenlijk maar een punt over. De vraag namelijk gezien het belang wat vanuit die zijde wordt gehecht aan de HaFa en de HaFa-subsidie, om niet tot een voorstel van die zijde of tot wijziging over te gaan, dat heeft onze instemming uiteraard. U vraagt ons om uw opvatting eigenlijk ter kennis te brengen van de muziekschool dat de tarieven voor de HaFa wellicht vanuit die zijde verlaagd kunnen worden. Ik wil die opvatting daar best ter kennis brengen. Ik wil er eigenlijk wel aan vastknopen dat die verlaging ons inziens zeker niet moet leiden tot tariefsverhogingen voor andere groeperingen, andere deelnemers of leerlingen aan de muziekschool. Ik ben toe aan de beantwoording van de vragen van de zijde van D'66. De heer De Hoog die waardeert ons stage» banenplan zeer positief en u vraagt ons welke middelen we daarvoor denken of willen inzetten. Op dit moment hebben wij daarvoor geen middelen geraamd. Ik denk dat in deze het ook met name gaat om het opdoen van werkervaring. Wij zullen mogelijkheden zoeken tot het plaatsen van mensen die daarvoor in aanmerking komen. Dat kost misschien als je dat goed beschouwd misschien meer arbeid dan het oplevert, derhalve denk ik dat het gewoon op dit moment niet nodig is om terzake een bedrag te ramen. Met u constateren we dat het teruglopen van het aantal W.V.M.-krachten of E-werkers dat dat spijtig is. Met name in de buitendienst van de afdeling plantsoenen komt dat gevoelig aan zegt u, ja, dat is nadrukkelijk te onderschrijven. Het loopt daar in een aantal jaren zeer sterk terug. We blijven wat dat betreft alert. We proberen om zoveel mogelijk W.V.M.-plaatsen te krijgen. U weet dat wij er op gemeentewerken op dit moment niet over beschikken, dat we op de secretarie kunnen beschikken over een W.V.M.-plaats die we hebben gedeeld in twee deeltijdbanen. De vergoeding vanwege de ingeleverde prijs compensatie die moet omgezet worden in structurele capaciteit en wij hebben terzake de middelen gereserveerd die voor 1983 op dit punt in de vergoeding zijn opgenomen. De vergoeding uit het gemeentefonds zijn opge nomen moet ik zeggen. Die middelen willen we terugsluizen naar de sfeer waarin ze zijn ontstaan, waaruit ze zijn voortgekomen en de mogelijk heden om tot structurele invulling over te gaan die zijn wellicht ook afhankelijk van de voorstellen zoals ze voor 1984 zullen gaan gelden. Het is natuurlijk zo dat het geringe bedrag van 13.000,op dit moment weinig zoden aan de dijk zet; 1984 moeten we gewoon afwachten wat er ge beurt. Overigens zullen we moeten onderzoeken of tot structurele invulling kan worden overgegaan en eigenlijk moeten we de discussie daarover in het college nog een keer voeren.Uw hoop en vertrouwen erop dat wij bij het scheppen van deeltijdbanen uiteraard ons best blijven doen, dat is geen valse hoop. Wij hebben dit jaar waar mogelijk geprobeerd dat al te doen en dat zal een streven blijven. Met de heer De. Hoog ben ik van mening dat een raadscommissie personeel een wat zware en naar mijn gevoel een te zware constructie zou zijn en zijn bezwaar dat er toch wat betreft het personeelsbeleid er te weinig informatie naar hem toe komt dat wil hij ondervangen zien door een op ad hoe basis wat vaker informeren van de diverse fracties over dit punt. Ik kan dat best toezeggen dat we via het geëigende kanaal, wat ik daar overigens al eerder voor heb gebruikt, dat ik daar best opnieuw gebruik van zal willen maken zodat de heer De Hoog wat beter aan zijn trekken komt en wellicht ook anderen die terzake vragen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 195