dat op grond daarvan dan een beoordeling van de voorliggende plannen zal plaatsvinden. Nogmaals of dat februari zal kunnen zijn daar kan ik geen uitspraak over doen, omdat ik het wil koppelen aan het moment waarop die plannen binnenvallen. 0 spreekt over de monumentenverordening. Later zal uiteraard zou ik haast zeggen de heer De Hoog ook over spreken en ook bij de fractie van het C.D.A. in tweede termijn vind ik opmerkingen daarover. In eerste termijn is gezegd dat het college het eerder ingenomen standpunt verder gaat onderbouwen, maar er is meer gezegd dan dat en daar mee loop ik enigszins vooruit op de beantwoording van de opmerkingen van de heer De Hoog hierover, die het toch doet voorkomen alsof het college niet verder wil gaan dan het nog een keer duidelijk maken dan waarom wij er voor waren om het naast ons neer te leggen. We hebben duidelijk gezegd dat we willen heroverwegen. Ik dacht dat dat toch een wat positievere kwali ficatie was dan hij deed voorkomen. Ik wil overigens ontraden, het bod wat de fractie van de V.V.D. doet om hiervoor 20.000,— in de begroting op te nemen. Dat wordt niet onderbouwd en dat kan ook haast niet neem ik aan, verwacht ik ook niet van u. Het is een slag in de lucht. De heer De Hoog biedt 5.000,— meer. Ook aardig. Ik zou willen voorstellen om uitdruk king te geven aan het feit dat, wetende dat er een meerderheid in de raad pleit voor het totstandkomen van een dergelijke verordening, dat we een raming p.m. opnemen, daarmee uitdrukkende dat het ons een serieuze zaak is en dat we op het moment dat gegevens ter tafel liggen, cijfers onderbouwd kunnen worden, dat we dan het bedrag nader invullen. Ten aanzien van het tijdschema wat de fractie van de V.V.D. vraagt met betrekking tot het plan Groene Woud, fase 1 en 2. In het antwoord in eerste termijn heb ik gesteld dat in de commissievergadering van 9 januari aanstaande het in de bedoeling ligt dat de commissie zal komen tot de vaststelling van uitgangspunten voor dat plan. Het leek ons college goed dat naar aanleiding van de vaststelling van die uitgangspunten in de commissie er een concept schema, een concept-draaiboek wordt opgesteld wat in een volgende commissie vergadering wordt voorgelegd zodat de commissie zelf uiteindelijk het tijdschema vaststelt. Daarbij heb ik in de beantwoording in eerste termijn gezegd dat de ervaringen rond het plan Churchillstraat en daarbij kunnen mogelijk meegenomen worden, nu de evaluatie van het Centrumerf nadert, ook die gegevens. Ik vind het verheugend dat de fractie van de V.V.D. zich heeft kunnen vinden in onze beantwoording ten aanzien van de prio riteitverlegging die eventueel wenselijk zou zijn ten opzichte van het Groene Woud in het geval Churchillstraat, om redenen waar ik niet verder op in wens te gaan, die zijn duidelijk genoeg dacht ik, nog meer vertraging dan voor de mensen in het gebied goed is zou ondervinden. Ik dacht, voor zitter, de vragen van de fractie van de V.V.D. daarmee beantwoord te hebben. Dan kom ik aan de fractie van Oudenbosch Nu en Straks. Ik vermoed dat er bij de lezing van de antwoorden van het college in eerste termijn een misverstand is ontstaan binnen de fractie van O.N.S. Op pagina 3 in het eerste antwoord is een deel van het antwoord te vinden, met name betrekking hebbend op de W.S.W.-plaatsen. Op pagina 9 is eigenlijk een vervolg op dat antwoord waar met name over de W.V.M.-ers en W-werkers wordt gesproken en ik denk dat als beide antwoorden nou eens naast elkaar worden gelegd, dat het misverstand zal zijn opgelost, met name in de sfeer van de W.V.M. hebben we een ernstige terugloop kunnen constateren, maar het college zal blijven ijveren om zoveel mogelijk plaatsen in het kader van die rege ling te realiseren. Ongetwijfeld zal collega Van Oosterhout daar nog nader op ingaan. Wat betreft de vraagtekens die de fractie van O.N.S. zet bij de handelwijze van het college inzake de behandeling van de bezwaren die zijn ingediend rond het plan verbetering woonomgeving Churchillstraat, is het college van mening dat op grond van de intentie die wij hebben de procedure is dat er verklaring van geen bezwaar aan G.S. wordt gevraagd en het antwoord nu aan G.S. is. De aanbevelingen die O.N.S. doet om in het kader van het plan Groene Woud lering te trekken uit ervaringen van Centrumerf en Churchillstraat die nemen wij ter harte, ik heb daar al enigszins op gerea-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 188