-27-
ging meenemen. Met betrekking tot of in het dekkingsplannetje wat de V.V.D.
maakt voor een aantal extra uitgaven, uitgaven waar wethouder Van Eijkeren
onder andere nog op terugkomt, komt de heer Huijpen met het voorstel om
de rentebijschrijving van de saldi van de onderhoudsfondsen daarvoor te
gebruiken. Ik wil hier herhalen wat eerder ook al eens in de commissie
algemene en bestuurlijke zaken door mij gesteld is, laten wij nou niet
door cijferfoefjes geld creëren. Dat is voor de vertrouwensrelatie tussen
G.S. en de gemeenteraad echt geen goede zaak, maar de problematiek
komt aan de orde als we het hebben over de reserves.Dus in februari
zullen we met elkaar toch conclusies rond die rente moeten gaan trekken.
Met betrekking tot de 10.000,— die mijnheer Huijpen gevonden had ter
dekking van zijn plan in het kader van de Brouwerijstraat omdat daar
de algemene dienst ontlast zou worden, daar moet ik hem in teleurstellen.
Nu is er geraamd wat er aan kosten zal vallen op de diverse diensten.
Ik mag verwijzen naar het entwoord wat gegeven is in reactie op het onder
zoek van de afdelingen dat niet naar aanleiding van de vragen in de afde
lingen maar naar aanleiding van een vraag die de heer Rennings heeft ge
steld in de raadsvergadering van 17 november, toen we het over de Brouwe
rijstraat en de aankoop van St. Louis hadden, want ik heb hem toen toege
zegd dat we die vraag zouden beantwoorden in het kader van het afdelings-
onderzoek en zulks is ook gebeurd. Doordat het nu op de plaatsen zelf is
begroot worden in feite de geraamde bedragen ook daar gerealiseerd.
Aan het adres van O.N.S. De heer Rennings brak een lans voor de nieuw
jaarsreceptie. Wij vragen ons af of het realistisch is om te veronder
stellen dat de suggestie die hij gedaan heeft ook inderdaad effect zal
sorteren,.maar we begrijpen uit de wens die toch vrij algemeen vanuit de
raad is opgeklonken dat u het voortbestaan van de receptie op 1 januari
in ieder geval op prijs stelt. Dit jaar zal er, of volgend jaar dus 1
januari *84 zal er wel een nieuwjaarsreceptie zijn op 1 januari. Met be
trekking tot de notulering van commissievergaderingen. Voor alle duide
lijkheid, de reglementen voor alle commissies ja, die zijn er eigenlijk
niet. Er zijn verordeningen en er is een algemeen reglement van orde. Dat
algemene reglement van orde voor de raad wordt ook voor de commissies toe
gepast en de handhaving daarvan is aan de voorzitter en de vergadering van
iedere commissievergadering. Overigens wij willen best met u streven naar
mondigheid, dat onderschrijven we van harte. We zullen er ook op aandringen.
Al realiseren we ons dat het vaak ontzettend moeilijk is, want u weet hoe
nuances in de ogen van degene die ze uitgesproken heeft soms ontzettend
belangrijk zijn terwijl de secretaris er op dat moment dat belang niet
aan hecht en dat is ook de reden waarom wij van de gemeenteraad woorde
lijke verslagen maken. In het verleden hadden we hier ook altijd dis
cussies over de volledigheid van de notulen, zodanig dat we soms net zo
lang over de notulen vergaderden als over de rest van de agenda. Met
betrekking tot de bijdrage van de heer De Hoog, zijn twijfel aan de
intentie van de zijde van het college om het beleidsprogramma uit te voeren
is niet terecht. Wij doen ons best om dat wel te doen, maar we maken daar
zonder twijfel fouten bij. Als dat zo is dan staan we overigens open voor
uw kritiek. De vaagheid met betrekking tot zowel het personeelsbeleid als
het werkgelegenheidsbeleid, dat is geen doel op zich. Het streven is daar
zeker niet op gericht. Wat de werkgelegenheidsproblematiek betreft komen
we daar in algemene en bestuurlijke zaken op terug en we hopen dat er daar
na wel ruimte is en plaats voor de optimistische uitlatingen die mijnheer
De Hoog nu eigenlijk al graag had geslaakt. Het presenteren van het slui
tend perspectief tot 1986 in de sfeer van de ombuigingen in september '8^
is een doelstelling die we met elkaar hebben afgesproken in de bestuurlijke
bezuinigingswerkgroep en daarom ook de onze, zij het dat het dan wel is
voor de dan bekende beperkingen in de financiële situatie, maar dat zal
ook de heer De Hoog wel bedoelen. Met betrekking tot het functioneren van
de raad vragen wij ons af, de heer De Hoog zegt dat we wat betreft de
familie De Hoog met de helft van de kosten moeten rekenen of hijzelf danwel
zijn echtgenote volgende keer aanwezig is Overigens wij streven er naar