-23- heeft voor aankopen van deze grond onder deze voorwaarden en deze grond toe te voegen aan de voorraad grond die we toch al hebben. Wij kunnen dus het voorstel van het college volledig steunen. De VOORZITTER: Het is een advies wat u is voorgelegd wat u bij lezing waarschijnlijk of wellicht verwonderd zal hebben. Het ligt niet in de lijn van de discussie zoals die hier in de raad heeft plaatsgevonden en het is de vraag, maar die vraag konden we ook niet beantwoorden of het in de lijn ligt van de conclusie zoals we die in de commissie hebben getrokken. En toch was het college van mening dat we er juist aan deden om u de opvatting van het college nog eens nadrukkelijk onder ogen te brengen. Een conclusie die er op neerkomt dat er vermoedelijk geen be drijvigheid in de opzet van het plan Turfhoofd voorziene zin zal komen als de gemeente het aankoopt. Ik vind dat de heer Den Braber dat goed typeerde. Wij maken er alleen maar dure grond van terwijl gezien de contacten die het waterschap heeft aan te nemen is dat die bedrijvig heid er wel komt als de gemeente van het recht op aankoop afziet. Vandaar dus het voorstel zoals het hier voor u ligt, maar ik zal ook nog ingaan op de opmerkingen die er hierover gemaakt zijn. Mijnheer Rubbens zegt er gaat 20.000,— verloren waar anders het waterschap mee vandoor gaat. Dat klopt. Als het op onze weg had gelegen naar onze opvatting, maar het is aan de raad om daar een uitspraak over te doen, om het aan te kopen en het voor het bedrag waarvoor we het kopen of voor eenzelfde soort bedrag als waarvoor het waterschap het zou gaan verkopen door te stoten, ja, dan zou het niet veel uitmaken. De praktijk is dat als de gemeente een stuk grond koopt dan wordt het eerst aange past aan de bestemming die het heeft, want ten behoeve van de bestem ming koop je het. Aan te nemen is trouwens ook dat G.S. toetst bij de aankoop aan de bestemming die je er aan wil geven, en dat je het daarna gaat uitkopen en dan weten we allemaal hoe dat in feite prijsverhogend werkt. Dat betekent dat in het licht van de voorraad grond die er is we aan moeten nemen dat het dan geen industriegrond zal worden. Ja, uw pleidooi voor de volkstuinen kennen we. Dat is natuurlijk een mogelijk heid om volkstuinen te brengen, maar dat is afwijkend van wat we met be trokkenen, nu moet ik daar overigens voorzichtig mee zijn, want de be trokkenen bij het bestemmingsplan Turfhoofd waren vooral de mensen die aan de andere kant van de haven woonden, maar we hebben in ieder geval met betrokkenen en met de commissie eerder over het bestemmingsplan gesproken en we kwamen toen tot de conclusie dat een goede planologische vormgeving leidde tot een aansluiting bij het erbij liggende industrie terrein. Aan het adres van de heer De Hoog, ja, de taak met betrekking tot de volkstuinen die zal zeker worden opgenomen op het moment dat daaraan een behoefte blijkt te blijven bestaan. Er is met betrekking tot de mogelijke gebruik van Labor eens geïnventariseerd of er nog be hoefte was bij de wijkvereniging Velletri en in het antwoord heeft het college in eerste instantie bij de algemene beschouwingen ook gezegd dat dat typerend voor het antwoord was, de vele slagen om de arm, op grond waarvan wij meenden te moeten concluderen samen met het feit dat een mogelijkheid tot het aanleggen en het inrichten van volkstuinen nog achter de hand is bij de wijkvereniging, dat er vermoedelijk in vol doende mate volkstuintjes aanwezig zijn. Op het moment dat die er niet zijn dan ligt er een duidelijke taak, maar je moet natuurlijk toch wel rekening houden met het voorhanden zijn van een vraag daarnaar. Ook in het antwoord in eerste instantie bij de begroting hebben wij aange geven dat wij van buiten de sfeer van wijkvereniging Velletri zeer in cidenteel slechts, ik meen 2 gevallen, een vraag met betrekking tot volks tuinen hebben gehad. De opmerkingen van de heer Huijpen heb ik denk ik beantwoord. Ik ontken niet dat de grond voor een 1,~ per m2 op zich genomen niet duur is, maar de grond wordt te duur als wij hem tot in dustriegrond moeten maken. Ja, dan de heer Den Braber, nou voel ik er

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 180