-19-
doorsnijden zijn van een uitgebalanceerd subsidiemethodiek zoals we die
hebben opgesteld. Ik wil daar voor waken. Ik wil dat nog een keer ontraden.
Ik zou ook niet weten welke ektiviteiten op dit moment wel en welke
aktiviteiten niet vooreen instsndhoudingssubsidie in aanmerking komen.
Zeker waar het hier gaat om specifieke aktiviteiten voor bejaarden.
Ik wil er overigens nogmaals op wijzen dat we evengoed denk ik bij andere
verenigingen of instellingen, ik denk bijvoorbeeld aan de jeugdverenigingen
die in dezelfde categorie zouden zitten, dat we dan ook tot een instand
houdingssubsidie zouden moeten overgaan. Nou de achterliggende visie bij
de instandhoudingssubsidie is dat de gemeente op het moment dat het parti
culier iniatief niet meer aan toekomt dat de gemeente dan die zorg over
neemt. Nou als we dat in sector k waar de recreatieve sportverenigingen
zitten, de bejaardenbond en het jeugdwerk in zit, als we daar ook inder
daad overgaan tot het overnemen als gemeente van deze taken, wat we in
feite doen als we daar een instandhoudingssubsidie geven, dan denk ik
dat we op de verkeerde weg zijn. Ik vond het een juiste beslissing in
de commissie om dan ook ten aanzien van dit punt het bezwaar unaniem,
weliswaar in tweede instantie, met de nodige moeite, maar ik vond het een
verstandig besluit van de commissie om daartoe te besluiten. Ik kan
dan ook de suggestie van de heer Rennings, die jammer genoeg niet in staat
was om op dat moment de commissievergadering bij te wonen, kan ik toch
eigenlijk niet ondersteunen. Ik heb in het antwoord naar de heer Wijnen toe
dat wel duidelijk gemaakt, dat die overweging naar mijn gevoel, gezien ook
de discussie die heeft plaatsgevonden, eigenlijk van de hand moet worden
gewezen. Naar de heer Huijpen toe heb ik eigenlijk ook gezegd hoe de
situatie van de unanieme besluitvorming tot stand is gekomen en dat het
naar mijn gevoel ook een zeer juist besluit is geweest. Voorzitter, ik
denk dat ik het hierbij moet laten.
De VOORZITTER: Ik stel vast dat de heer Wijnen in ieder geval tegen het
voorstel is zoals het hier met betrekking tot het bezwaarschrift van de
Katholieke Bond van Ouderen, afdeling Oudenbosch, is verwoord. Mag ik eens
even aan de heer Huijpen vragen hoe ik zijn stellingname moet uitleggen.
De heer HUIJPEN: Ja, ik blijf er moeite mee hebben, maar via uitleg in de
commissie welzijn wanneer er aan die rubriek dus herhaaldelijk dus diverse
verenigingen aan onttrokken worden dan zou het wel eens zo kunnen zijn dat
er in de toekomst in die sector niks meer te subsidiëren valt heb ik be
grepen. Dus uit dien verstande, ondanks dat ik er dus bij aan wil tekenen
dat ik er de grootst mogelijke moeite mee blijf hebben, want ik zie het
nog steeds iets anders dan recreatie en sport, ben ik toen meegegaan met de
meerderheid.
De VOORZITTER: Ik vraag u dat omdat het niet erg zinvol zou zijn anders nu
een besluit te nemen, want dan zou de gewijzigde samenstelling van de
raad na acht uur zou tot een echt besluit kunnen leiden en anders zou het
tot een staken der stemmen leiden en dan zou ik u willen voorstellen om
wel te besluiten, want ik neem aan dat dan mijnheer Wijnen zou vragen om
een stemming, maar dan het besluit pas later te nemen. Nu vraag ik of hij
een stemming wil.
De heer WIJNEN: Ik wil het voorstel even iets wijzigen. Dat mag toch
De VOORZITTER: Ja, u mag het wijzigen.
De heer WIJNEN: Kijk, in het schema daar staat het U.V.V. ook op twee
plaatsen en vanuit die achtergrond, ik heb dus aanvankelijk gezegd wat voor
bedrag dat er mee gemoeid was. Ik denk dat onze bedoeling duidelijk gemaakt
moet worden dat de U.V.V. ook aktiviteiten heeft die soortgelijk kunnen
worden beschouwd als die Bond van Ouderen en die wordt langs twee kanalen
gesubsidieerd. Dat is eigenlijk mijn voorstel. Is er een mogelijkheid en
dat wil ik eigenlijk dan wel in stemming brengen om langs twee kanalen
gesubsidieerd te worden, waarbij dan niet vastgesteld moet worden om welk
bedrag het dan gaat, maar dat we die overweging doorspelen naar de
commissie.