-17- een dergelijke voorziening van de Bond van Ouderen te realiseren. De heer DEN BRABER: Mijnheer Wijnen zijn tweede termijn is afgelopen, maar misschien kan hij in tweede termijn even antwoorden. Welk deel van de aktiviteiten van de Bond van Ouderen zou u daar dan voor af willen zonderen en een instandhoudingssubsidie op los willen laten De heer WIJNEN: Zijn er misschien nog meer vragen De VOORZITTER: Dat kunnen we ook doen, even kijken of er aan het adres van de heer Wijnen nog meer vragen zijn, dan beantwoordt hij die ineens. De heer HUIJPEN: Ik heb geen vragen aan het adres van de heer Wijnen, maar wel enkele opmerkingen. De VOORZITTER: Nou laten we eerst even de vragen doen, dan krijgt u direkt nog het woord. De heer WIJNEN: Welke aktiviteiten we willen afzonderen, nee het is eigen lijk meer een voorziening die in 0udenbo6ch is. De Bond van Ouderen die heeft een orgaan en dat willen we in stand houden als opvang, want er zijn mensen die slechts kort lid zijn of langer lid zijn, dat ligt er maar aan in welke gelegenheid dat je bent, maar dat die organisatie in de gelegenheid is om zoveel mogelijk mensen op te vangen en met hen uit te zoeken welke aktiviteiten die mensen willen ondernemen. Dat is eigenlijk de gedachte die er leeft. Dat staat natuurlijk ook allemaal in dat be zwaarschrift wat ze in beginsel allemaal ondernemen, maar dat wordt mede bepaalt door de betreffende mensen dus het is toch iets anders dan een wijkvereniging denwel een sportvereniging en wat betreft hun aktiviteiten daar zouden wij ze meer gesubsidieerd willen zien dan wsar ze nu onder vallen, categorie 4, op basis van een bepaald percentage. De heer HUIJPEN: Ja, mijnheer de voorzitter, ik heb die betreffende welzijns commissie van 24-11 heb ik eigenlijk tot het laatste moment toe de grootst mogelijke problemen gehad met het feit dat de Bond van Ouderen ingedeeld was in sector 4, recreatie en sport. Ik denk dat het bedrijven van recrea tie en sport dat dat voor veel ouderen maar een aanwendsel-is om dus bij elkaar te zijn. Ik denk dat dus het ontmoeten en het doorbreken voor een aantal mensen van de eenzaamheid, ik denk dat dat een veel zwaarwegendere factor is dan die sport en recreatie. Uit de statuten van die bond blijkt dus duidelijk dat ze veel bredere sociale aktiviteiten ontplooien dan welke onder sector 4 vallen en in de praktijk blijkt het naar mijn idee ook dat ze een bredere maatschappelijke functie hebben. Dus ik heb toch ook nogal wat problemen met die katholieke bond van ouderen dus in sector 4. De heer DEN BRABER: Ja, voorzitter, ik vind het een wat vreemde benadering. Ik heb na de welzijnscommissie, het bezwaar van mevrouw De Raad daar gehoord hebbende ben ik naderhand nog eens terug gaan kijken in het werkplan en de statuten die er van de Katholieke Bond van Ouderen ter inzage lagen en ik ben niet tot een andere conclusie gekomen dan die ik eerst had, dat het hier toch echt wel om een recreatie-vereniging gaat. Het ontmoeten daarvan is veel meer doel dan het recreëren zegt de heer Wijnen dan wel. Ja, dat is denk ik bij alle verenigingen, daar zit het ontmoetingsaspect er duim en dik bovenop en ik kan niet inzien waar zij nou verschillen met andere vere nigingen die dezelfde soort aktiviteiten ontplooien, want het gaat helemaal om de recreatie. Ik heb in die doelstellingen dan ook gevonden dat de K.B.O. zich inzet voor het bevorderen van het tot stsnd komen van en dan komt daar achter een bepaalde doelstelling of een bepaalde voorziening, maar ik kan nergens, én in de doelstellingen niet én ook in het aktiviteitenplan niet dat het K.B.O. rechtstreeks aan dienstverlening doet. Dus daarom denk ik ook dat de heer Wijnen mij nou niet duidelijk heeft kunnen maken desgevraagd welk deel van de aktiviteiten van het K.B.O. we nou een exploitatie-subsidie zouden moeten loslaten. Er is gewoon geen exploitatie voor een bepaald deel en dan kun je er ook zo'n soort subsidie niet op richten. Anderzijds voor zitter, ze zijn in groep 4 ingedeeld. Als je kijkt naar de bedragen die daar uitgekeerd worden dan moet ik zeggen dat zij qua percentages en zo gunstig afsteken ten opzichte van andere verenigingen die in diezelfde sector 4

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 174