spreekt als zijn mening uit dat deze bezuinigingen derhalve als niet ver antwoord moet worden aangemerkt, stelt vast dat ingevolge voornoemde circulaire de gemeenten opnieuw voor een zeer aanzienlijke lastenverzwaring komen te staan, doet een beroep op regering en parlement de voorgenomen wijzigingen van de artikelen 13 en 128-ter, van de Lager-onderwijswet 1920, te effectueren, draagt het college van burgemeester en wethouders op deze aanspraak ter kennis te brengen van de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen, de leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, en dat is ondertekend door: de heer Wijnen, de heer Huijpen, de heer De Hoog, de heer Rennings en ikzelf. De VOORZITTER: Dank u wel. Nu hebben we twee dingen. In de eerste plaats de motie. Laat ik die allereerst of laat ik daarvan allereerst even de opvatting peilen, dan kunnen we die dan daarmee misschien terzijde leggen. Althans ter verdere uitvoering terzijde leggen. Mag ik uit de ondertekening door de fractievoorzitters afleiden dat de raad voltallig en unaniem deze motie steunt. Dank u wel. Dan rest het voorstel onder agendapunt 9» Mag ik uit de motie afleiden dat de raad ook het voorstel zoals het is ver woord onder agendapunt 9 steunt De heer WIJNEN: Ik heb nog een vraagje. Wij zijn erg blij met het voorstel, dat zult u wel begrijpen uit de eerderplaatsgevonden discussies in juni en ook in algemene en bestuurlijke zaken. Waarom heeft u onder punt a ge noemd de mogelijkheid om het tot 1 augustus te beperken Met de taxibusjes. De VOORZITTER: Dat was de vraag Dank u wel. De heer HUIJPEN: Ja, voorzitter, de V.V.D.-fractie is ook erg blij met het voorstel. U weet dat wij ons daar erg sterk voor hebben gemaakt in het verleden, maar wij betreuren het dat het geen permanente regeling is. Wij vragen ons af of het niet beter is om een goede beslissing, waarvan we nu toch op het punt staan die te nemen, om die een langere termijn te gunnen. De volgende argumentatie ligt naar ons idee daaraan ten grondslag. De begroting, of de invloed op de begroting zoals die uit het voorstel blijkt die blijft erg beperkt voor 198^. Dan als tweede om op langere termijn dus wat meer de zekerheid te scheppen naar de kinderen, de ouders en de vervoerder en als derde punt om op korte termijn als raad weer niet geconfronteerd te worden met een hernieuwde discussie ten aanzien van het busjesvervoer. De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, ik had een opmerking en die had ik in willen slikken, omdat we net kamerbreed een motie aannamen. Ook onze fractie is om. Er zijn een aantal overwegingen daarvoor, maar het meest belangrijke is toch wel geweest de gevolgen die gesprekken met de ouders sedert 30 juni hebben gehad. Ik hoop dat de motie van de raad in Den Haag het effect heeft die wij beogen. Mocht dat niet zo zijn, ja dan het is ook in dit geval weer 10.000,extra en ik dacht dat in de commissie algemene en bestuurlijke zaken, behalve de twee punten die hier nu besproken zijn, dat we toch ook hadden afgesproken dat nog met de ouders nader onderzocht zou worden of onder handhaving van de kleine busjes dus in de situatie dat de staatssecretaris zijn circulaire niet intrekt, dat onder handhaving van de kleine busjes we naar een substantiële besparing zouden streven, want ook deze vorm van vervoer kost meer geld en ja, terugkerend naar het eerste gedeelte van de vergadering over alle bezui nigingsperikelen die wij nog over ons heen hebben, zou ik dat aspect toch niet helemaal uit de weg willen halen. De heer VAN OOSTERHOUT: Dank u wel voorzitter, misschien is het goed dat ik juist met de laatste spreker, de heer Rennings, begin. Die verwoord eigenlijk de besluitvorming zoals die, of althans de gedachte zoals die in de commissie algemene en bestuurlijke zaken is verwoord en vandaar ook dat wij u dit voorstel doen om het vervoer niet te beperken toch, maar vooralsnog tenminste tot 1 augustus *84 te continueren, omdat juist zoals de heer Rennings eigenlijk zei we de mogelijkheid zouden moeten onderzoeken of binnen de handhaving van het huidige systeem zoals het voorstel zoals

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 152