-27- Ik dank u wel, mijnheer de voorzitter. De VOORZITTER: Daarmee sluiten we agendapunt 3 af voor dit moment. Het antwoord van het college kunt u uiterlijk morgen over een week tegemoet zien. Wij gaan over twee weken met de mondelinge behandeling verder. Ik neem aan dat u er mee akkoord gaat dat we de wijziging in de agenda aanbrengen zoals ik het daarstraks voorstelde en dat we nu agendapunt 9 behandelen. Niemand er bezwaar tegen dat we het behandelen. Dan stel ik het aan de orde. 9. Voorstel inzake het beschikbaarstellen van middelen voor het vervoer van leerlingen van de m.l.k.- en l.o.m.-scholen te Roosendaal. De heer DEN BRAHER: Ja, voorzitter, er is mijn fractie wat veranderd ten opzichte van 30 juni toen wij voor de eerste keer uitgenodigd werden over deze zaak te spreken. Wij hadden toen onoverkomenlijke bezwaren ten aanzien van de financiële lasten waarmee handhaving van het huidige vervoer-systeem de gemeente geconfronteerd zou worden. Wij zijn om, maar niet zonder de nodige moeilijkheden daarbij te hebben ondervonden, want die lastenver zwaring voor de gemeente die liegt er niet om. Op dit moment betalen wij het gemeentelijke aandeel is op dit moment 15*000»«Als wij het huidige systeem handhaven dan wordt dat 57*000,ruim. Een verschil van meer dan 40.000,dus. Waarom zijn wij omgegaan voorzitter. Er is ons in de bespreking in de commissie algemene en bestuurlijke zaken gebleken dat er misschien toch nog mogelijkheden zijn om een goedkoper alternatief dan wat nou voorgesteld wordt op de proppen te brengen. We hebben daar niet erg veel vertrouwen in, maar niet geschoten is altijd mis. Dus wij denken dat het toch nog maar een keer geprobeerd zou moeten worden. We zijn ook om omdat wij kennis hebben kunnen nemen via de media van een aantal incidenten die in den lande met de wijzigingen die daar doorgevoerd zijn inmiddels hebben plaatsgevonden. Incidenten waarvan een enkel zeer ernstig van aard was. Verder voorzitter, ben ik zelf erg onder de indruk gekomen van de bijeenkomst van de ouders van deze kinderen, waartoe ik uitgenodigd was. Een erg emotioneel gebeuren, die mij eigenlijk toch min of meer tegen de muur heeft doen plaatsen en wellicht wel de druppel is geweest die ervoor gezorgd heeft dat de emmer, althans bij ons, omgegaan is dus. Niettemin, zoals ik al gezegd heb, ernstig bezwaren of erg veel moeite met de financiële last die hiervoor voor de gemeente over gaat schieten. Ik heb begrepen dat het wetsontwerp, dat de circulaire die er nu ligt, ook wettelijk gaat onderbouwen en die dus een wijziging in gaat houden van artikel 13 en ook 1£8-ter van de Lager-onderwijswet, dat die nog niet bij de Kamer is ingediend. Die ligt momenteel voor advies bij de Raad van State. Ik denk dat het dus nog tijd genoeg is om nog enige druk uit te oefenen op het wetgevende apparaat in dit land en als gevolg daarvan voorzitter heb ik de eer u namens de 5 fractie-voorzitters een motie aan te bieden waarin wij een beroep doen op de staatssecretaris en de Tweede Kamer om af te zien van de thans voorgenomen wijzigingen van de wet. De VOORZITTER: Misschien kunt u het beste de tekst daarvan dan even voor lezen mijnheer Den Braber. De heer DEN BRABER: De gemeenteraad van Oudenbosch, op 1 december 1983 in vergadering bijeen, gelet op de per circulaire van het ministerie van onderwijs en wetenschappen opgelegde bezuinigingen inzake de vervoerskosten van het buitengewoon onder wijs, overwegende dat wijzigingen in het huidige vervoerssysteem niet anders dan met te grote risico's tot stand kunnen komen, voorts overwegende dat zulke wijzigingen de positie van een groot aantal kinderen, die toch al in een achterstand situatie verkeren, op onaanvaard bare wijze zullen aantasten. o

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 151