eindiging van deze functie. Wij waarderen het dat een particuliere organisa
tie wel in staat is geweest om een dergelijke functie te vervullen en zouden
gaarne zien dat er een beheersvorm wordt gevonden, waarbij met een gemeente
lijke ondersteuning de functie in stand kan blijven. Gezien het feit dat de
gemeente betrokken zal worden bij een drietal exposities zouden wij een
coördinatie na willen streven. De tentoonstellingen die van gemeentewege ge
organiseerd worden in het gemeentehuis zouden daarbij ingebracht moeten worden.
De sterk toegenomen kosten van de expositie in het gemeentehuis noodzaken ons
tot een ombuiging van het beleid. Als er geen bundeling mogelijk is dan
stellen wij voor het aantal exposities te verminderen. Het is overigens maar
een zijdelingse taak van de gemeente om zelf tentoonstellingen te organiseren.
Het beleid inzake de sport geeft de C.D.A.-fractie grote zorgen. Pogingen
om de sporters meer te laten bijdragen aan het gebruik van de akkommodaties
kunnen toch niet zomaar aan de sportverenigingen opgelegd worden. Dit zou
in deze tijd het ondergraven van de bestaande organisaties betekenen.
Naar de mening van de C.D.A.-fractie dienen de sportorganisaties mede te gaan
bepalen of zij de lastenverhoging willen betalen of dat zij in het vervolg
een deel van de lasten van de dienstverlening door de gemeente over gaan
nemen. Wij denken daarbij aan het onderhoud van de akkommodaties dat de
verenigingen zelf zouden kunnen gaan verrichten. Daartegenover dient echter
te staan dat de verenigingen in het overleg worden betrokken. Nu de kader
wet specifiek welzijn geen doorgang vindt heeft het geen zin meer de sport
te behandelen in de brede welzijnscommissie. Een permanent overlegorgaan met
de sportorganisaties vinden wij in deze omstandigheden een vereiste. Het ge
bruik en beheer van de akkommodaties zou dan in beter overleg met de gebrui
kers kunnen worden geregeld. In dat verband denken wij eveneens aan de ver
sterking van het management van het zwembad. We stellen voor om opnieuw de
sportraad in te stellen. Het uitgangspunt dat elke sporter evenveel bij dient
te dragen voor een uur sporten vinden wij onjuist. Uitgangspunt dient even
zeer te zijn het bedrag dat de betreffende sport aan de gemeente kost en
evenzeer of het een groepssport of een individuele sport betreft.
Om een beter zicht te krijgen op de kosten van de veldakkommodatie dringen
wij er met klem op aan om gemeentewerken de kosten voor de sportparken te
laten verdelen over werk direkt voor de sport en ten behoeve van de plant
soenen er omheen.
Onderwijs. Het instandhouden van onze gemeente als onderwijscentrum vereist
een bijzondere aandacht. Afbrokkelen van deze functie ligt nog steeds op de
loer. Na de samenvoeging van de onderwijsopleidingen is het leerlingen
aantal van de P.A. De Vossenberg nog niet uit de geverenzone. De verwachting
van het toenemend aantal werkzoekenden biedt daarbij slechte vooruitzichten.
Wij betreuren het dat het college ondanks de vele werkzoekende; afgestudeerden
van onze P.A. het niet nodig vond één van deze vele kandidaten aan onze
gemeentelijke school aan te stellen. De problemen van de exploitatie van de
bijzondere scholen zullen in de komende jaren verder toenemen. Het aantal
leerlingen van de bijzondere scholen dreigt voortdurend verder te verminderen.
Met een vergroting van het aantal leerlingen van de Regenboog zal het bedrag
per leerling ongunstiger worden. De exploitatie wordt moeilijker. Wij willen
evenwel niet zover gaan om nu reeds over te gaan tot samenvoeging van scholen.
De spreiding van de onderwijsvoorzieningen over het gemeentelijk grondgebied
mag daardoor niet in het gedrang komen. De vergroting van het aantal leer
lingen van de openbare school heeft tot gevolg dat de kosten voor de ex
ploitatie voor deze school als vergoeding voor de bijzondere scholen zal
gaan gelden. De door het college verstrekte opgave van de kosten geeft ons
aanleiding tot het volgende. Bij de bepaling van de kosten in verband met
het medegebruik van de school vinden wij dat eerlijkheidshalve uitgegaan
moet worden van het totaal-gebruik van de school en niet van de normen van
het ministerie voor medegebruik van rijksscholen van het voortgezet onderwijs.
Verdeeld men de kosten die het medegebruik heeft naar het aantal uren dat de
school in totaal in gebruik is, dan zal dat medegebruik slechts in
plaats van 11% van de kosten voor verwarming, verlichting en schoonmaken ver-