op te nemen onder maatschappelijke dienstverlening op grond van de veel
zijdigheid van deze dienstverlening. Of is het ontbreken van een beroeps
kracht de reden dat een dergelijke groepering bij de recreatie wordt onder
gebracht Terzijde kan voorts worden opgemerkt dat wij het gecoördineerde
bejaardenwerk niet zo zien zitten. Wij zijn niet overtuigd van de noodzaak
om daar zo'n grote voorrang aan te geven. De tweede opmerking betreft de
groeperingen onder het emancipatiegebeuren. Deze groeperingen hebben zich
blijkbaar eveneens al een onaantastbare positie verworven. Ten dele betreft
het organisaties die sinds kort van start zijn gegaan en nog nauwelijks in
1982 een plan tot uitvoering konden brengen. Wij zetten vraagtekens bij de
hoeveelheid middelen waarmee deze groeperingen zich in 1984 kunnen ver
lekkeren. De nota van aanbieding geeft onvoldoende aanwijzingen wat er gaat
gebeuren en wat de realiseringskansen zijn. Daarbij vragen wij ons af of
een dergelijke subsidie als aan S.O.J.O. wel van blijvende aard kan zijn
en te rechtvaardigen is of deze groepering op grond van de betrekkelijk
geringe activiteiten ten behoeve van minderheden wel bij de emancipatie
dient te worden opgenomen. Gelden deze criteria dan eveneens voor andere
groeperingen die zich het lot van buitenlandse jongeren gaan bezig houden
Ter vergelijking sportverenigingen met meer dan 900 jeugdleden bij elkaar
krijgen tezamen maar een derde van de subsidie voor S.O.J.O. Met de nodige aarzeling
is de C.D.A.-fractie voor 1983 akkoord gegaan met de subsidie aan de
Stichting Oudenbosch-Derde Wereld. Afhankelijk van de resultaten en erva
ringen zullen wij bepalen of een voortzetting van de subsidie wenselijk is«
Bij de subsidiering van de wijkverenigingen geven wij in overweging om
alle bedragen die verband houden met de bevordering van de individuele be
langen buiten de subsidiering te laten. Wij stellen dan ook voor bedragen
verband houdend met de verstrekking van kado's en van gokken zoals bingo buiten
de subsidiering te houden. Twijfels hebben wij aan de subsidiëring van de
verstrekking en bemoeienis met de uitgifte van volkstuinen. De kosten dienen
door gebruikers te worden vergoed.
Gelukkig schijnt er eindelijk enig licht aan de voorheen sombere hemel
voor verenigingen die al jaren met gebrek aan een eigen ruimte te kampen
hebben. Van groot belang vinden wij dat er voor de buitenlanders in onze
gemeente eindelijk zicht komt op een eigen onderkomen. Evenals een aantal
jaren geleden kan één van de gebouwen van het St. Louis-complex daarvoor
worden benut. De definitieve aanwijzing welk van de vrijkomende gebouwen
zich daarvoor het beste leent zouden wij nog laten afhangen van de gebruiks
mogelijkheden van de andere gebouwen en van de inpassing in het gebied.
Een spoedige inventarisatie van de gebruiksmogelijkheden van de aanwezige
gebouwen die is toegezegd in de raadsvergadering van november j.l. lijkt
ons daarvoor een vereiste. Hals over kop aanwijzen van gebouwen door het
college aan mogelijke gebruikers zonder raadpleging van de commissies en raad
vinden wij een slechte zaak. Waardering hebben wij voor de plannen van
Scouting om zelf een begin te maken met de verbetering van hun huidige huis
vesting. De bestaande honken kunnen daardoor hun functie beter blijven
vervullen. Eindelijk wordt er dus iets aan de akkommodatiegelden van de
gemeente onttrokken en bewijst de post op het investeringsschema zijn recht
van bestaan. Plannen van de wijkverenigingen Spui en Velletri om in de
akkommodatiebehoefte te voorzien zullen wij steunen op dezelfde wijze. Een
betere benutting van de gebouwen van gemeenschapshuis en Fidei et Arti
vinden wij een belangrijke zaak om in de komende jaren de exploitatielasten
te verminderen. Anders dan het college van B. en W. vinden wij het daartoe
niet noodzakelijk dat deze gebouwen in bezit moeten komen van de gemeente.
Een dergelijke ontwikkeling is tegengesteld aan een door ons onderschreven
ontwikkeling naar privatisering. In dit geval het inschakelen van groeperingen
en burgers bij het beheer van gemeenschapsakkommodaties. Door de verwerving
van de Reginabouw is de gemeente eigenaar geworden van een gebouw dat reeds
jaren in gebruik was als Natuur-Historisch Museum. Het is teleurstellend
dat het college bij de verwerving van het gebouw heeft aangedrongen op be-