Historisch Museum staat op de tocht en de aanwezige groenelementen op het terrein worden volgens het college'zo mogelijk'behouden. Weg oude perelaantjes concludeer ik dan maar. Het is weer het oude liedje: Men heeft het eindbeeld voor ogen zonder in voldoende mate rekening te houden met het bestaande. Nog even en het groene hart van Oudenbosch wordt door een Ooilege van steen onder de voet gelopen. Het wordt nu echt tijd om het College tegen zichzelf te beschermen. Het is uit eerbied en verwondering voor al het leven, dat wij hameren op het behoedzaam behandelen van milieu en historie. Daarom acht ik onder meer invoering van een monumentenverordening op korte termijn van belang Ik besef heel wel dat een dergelijke verordening formele betekenis heeft. Veel belangrijker is het dat bij ons allen het besef groeit voor de omgeving waarin wij wonen, leven en werken. Het is voor Oudenbosch, zijn inwoners, zijn milieu en historie dat D'66 zich met energie, respect en achting zal blijven inzetten. Dank u wel. De VOORZITTER: Ik stel voor, mevrouw, heren, dat we de vergadering nu voor een tiental minuten schorsen. Daarna de vergadering voortzetten met de algemene beschouwingen van het C.D.A. en daarna een wijziging brengen in de agenda, omdat er een aantal bezoekers vermoedelijk met extra belang stelling voor ons agendapunt 9 aan het einde van de vergadering gekomen zijn. Ik stel u voor om dat na punt 3 te behandelen,zodat degenen die daarna er de voorkeur aan geven om de avond elders door te brengen die vrijheid ook hebben. De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze. Na opheffing van de schorsing geeft de voorzitter het woord aan: De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, in 1983 zijn de gevolgen van de economische teruggang steeds beter merkbaar geworden. Geleidelijk aan is de vrees die bij weinigen al jaren bestond voor velen een werkelijk geworden. Te lang heeft bij velen het idee bestaan dat het niet meer op zou kunnen. Bij een deel van de bevolking is dat blijkbaar nog het geval. Als nieuwe ontwikkeling is er bij gekomen de pogingen om de nadelen naar andere groeperingen af te wentelen. Ook in onze gemeente zijn de gevolgen duidelijk merkbaar geworden. Het aantal personen zonder werk is in korte tijd verdubbeld Circa 500 personen zijn langdurig zonder werk. Van de totale beroepsbevolking is circa 11% zonder werk. Het aantal personen dat is aangewezen op een uit kering op grond van de algemene bijstandswet lijkt niet verder meer te stijgen maar u moet daarbij bedenken dat circa 5k% van de gemeentelijke uitgaven gedaan zal worden ten behoeve van de sociale sector. Voor 198^ zal dit in totaal ruim 20 miljoen gulden zijn. In 1983 zullen circa 600 personen een beroep doen op de uitkering voor de echte minima. Daarbij zijn vermoedelijk niet meegeteld de zelfstandigen die nu voor het eerst een beroep op deze regeling kunnen doen. De economische teruggang heeft het voor de overheids financiën erg moeilijk gemaakt. Al enkele jaren worden de gemeenten gekort op de uitkeringen van rijkswege. Sinds vorig jaar moest het mes er nog verder in gezet worden. Voor onze gemeente heeft dit een jaarlijkse korting van 200.000,tot gevolg. Daartegenover staan de verplichtingen die wij als gemeente hebben op grond van wettelijke bepalingen en op grond van reeds eerder aangegane verplichtingen. Hoe reageert nu onze gemeente op het krapper worden van de financiën Aan de ene kant is er wat bezuinigd door het uit besteden van werk aan derden. Dat wil zeggen dat de concurrentie invloed heeft gekregen op de uitgaven die nodig zijn voor gemeentelijke werkzaamheden. Vuil ophalen, maaien en mogelijk ook vegen van straten kunnen blijkbaar door anderen goedkoper dan door de gemeentelijke dienst. Het beperken van de omvang van het personeel van de gemeente was anderzijds een mogelijkheid tot het bezuinigen. Gezien de verhoudingen tot nog toe lijkt het er op dat het effect van het uitbesteden van werkzaamheden niet heeft geleid tot een belangrijke daling van personeelssterkte van gemeente werken. Veelal blijven de kosten nog drukken op projecten zonder dat er

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 141