-6-
Voorts zou het de gemeente Oudenbosch tot eer strekken, indien, ook toch in
deze economisch moeilijke tijden, woningbouw gerealiseerd zou worden, waarvan
kan worden gezegd, dat zij niet alleen voor de bewoners aangenaam is om te
bewonen, maar dat ook het uiterlijk ervan speels en aantrekkelijk moet
zijn. Ons uitgangspunt in deze is verder, dat voor alle categorieën woningbouw
moet gelden dat een en ander betaalbaar moet blijven.
Economische aangelegenheden. Door de slechte en onzekere economische toestand
zijn de risico's voor de ondernemers om te ondernemen groot. Reden waarom de
VVD-fractie voor het jaar 1984 reële initiatieven verwacht ter stimulering van
beginnende ondernemers. Wellicht kan uitvoering van het plan Turfhoofd en
het verkavelen van het restant van het industrieterrein Bosschendijk in deze
stimulerend werken. De WD vindt het noodzakelijk dat over de te berekenen
grondprijs in de commissie algemene en bestuurlijke zaken van gedachten wordt
gewisseld, mede gezien de aanzienlijke reserves waarover het grondbedrijf
thans beschikt. Het is belangrijk niet te berusten in bestaande situaties.
Met een aktief beleid moeten mogelijkheden gevonden kunnen worden aangezien
onze gemeente goede weg-, spoor- en waterverbindingen heeft.
Voor wat de milieuwetgeving betreft zou onze fractie willen pleiten voor een
flexibele toepassing hiervan, die voor ondernemingen alle mogelijkheden open
houdt om tot een economische bedrijfsvoering te komen.
Welzijn. De sector welzijn neemt op de begroting van onze gemeente, met een
totaal aan uitgaven in 1984 van 1,65 miljoen,een zeer belangrijke plaats in.
Ook de WD acht dat terecht, maar er zal niet aan te ontkomen zijn dat in deze
sector in de toekomst aanzienlijk bezuinigd moet gaan worden.
Mede dankzij de gezonde financiële positie van onze gemeente behoeft in 1984
nog slechts pas op de plaats gehouden te worden. Dit geldt echter niet voor
de jaren na 1984. Er zal dan door alle bij het welzijnswerk betrokken instel
lingen en verenigingen werkelijk bezuinigd moeten worden. Belangrijk in dit
verband is de ontwikkeling van de personeelslasten, aangezien deze een zeer
groot percentage van de kosten van het welzijnswerk uitmaken. Wij hebben uit
de begroting opgemaakt dat in absolute zin deze 6 a 7 ton per jaar bedragen.
De voorzieningen in deze sector zullen derhalve slechts op een redelijk
peil kunnen blijven indien deze kosten binnen aanvaardbare grenzen gehouden
kunnen worden. Vrijwilligerswerk en particulier initiatief zullen in het
welzijnsgebeuren wederom een in belangrijkheid toenemende rol moeten gaan ver
vullen. Wij verzoeken het college er naar te streven om tezamen met de be
trokken instellingen en verenigingen reeds in het begin van 1984 zich te gaan
beraden op de bezuinigingen, die in de komende jaren voor ons liggen. De WD
juicht de totstandkoming in 1983 van een nieuw subsidiëringssysteem toe. Het
is inderdaad belangrijk om prioriteiten te stellen en vaste normen voor de
verdeling van de beschikbare fondsen te hanteren. Echter, er moet wel
voldoende rekening gehouden worden met de in het verleden toegepaste normen
en om deze reden achten wij het onjuist dat, met name voor de Bond van
Ouderen en de Oudenbossche Harmonie, de subsidiëring tussen nu en 1985 met
ongeveer ^QP/o zal worden teruggebracht, terwijl voor de meeste overige instel
lingen de subsidie bijna gelijk blijft. We zien gaarne voorstellen tegemoet
om voor deze beide verenigingen de pijn wat te verzachten.
De nota aanzet tot een minderhedenbeleid welke onlangs door het college werd
aangeboden, wordt door de VVD zeer positief gewaardeerd. Er is goed werk
verricht en een duidelijk beeld is gepresenteerd van de situatie van de cul
turele minderheden in Oudenbosch en hun plaats temidden van de overige
Oudenbossche bevolking.
Overigens vinden wij wel, dat in de nota de problematiek te veel vanuit de
visie van de culturele minderheden is gepresenteerd. Er is naar ons idee te
weinig vanuit de optiek van de autochtone bevolking naar deze materie gekeken.
In het algemeen is de WD het met de in de nota genoemde beleidsvoornemens
wel eens. Voor de concrete invulling ervan, die op zichzelf al niet eenvoudig
zal zijn, onbreekt echter het financiële overzicht en wij zouden burgemeester
en wethouders hierbij willen verzoeken zich hierover zo spoedig mogelijk te
buigen.
