i
nou correct is misschien het woord niet, maar laat ik zeggen dat ik het wat
flauw vind om op het moment dat in de commissie tot twee keer toe we toch
een tamelijk uitvoerige discussie hebben gehad over 12 mogelijkheden die
zijn aangegeven, die ook niet zomaar zijn aangereikt, maar die duidelijk zijn
aangereikt om op voorhand geen sturing te verrichten. Er is gezegd van
hele dure vormen van openhouden tot goedkope vormen tot dempen, commissie
hier liggen de mogelijkheden, daar gaan we op een hele open wijze over dis
cussiëren. Na twee keer discussiëren zijn we uitgekomen op een beperking
van de mogelijkheden. We hebben gezegd er zijn er maar 4 waarvan het zinnig
is om over te spreken, laat eenieder daar maar eens over nadenken. Laat het
college daar eens over nadenken en laten we eens kijken of uit dat beperktere
keuzetal we tot een definitieve keuze kunnen komen. Daar zat het voorstel 12
duidelijk niet meer bij. Dus als u daar in dit stadium op terugkomt dan heb
ik daar wat moeite mee. Ik kan me best voorstellen dat in de toekomstige
discussies in de commissie die zaak een wat opener benadering opnieuw krijgt,
maar dat is op dit moment niet aan de orde.
De VOORZITTER: Mag ik concluderen dat de raad zich met het bijgestelde voor
stel kan verenigen en dat zij met betrekking tot het ingetrokken deel de
discussie te gelegener tijd voortzet
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
10. Voorstel tot het verlenen van medewerking ex artikel 72 van de Lager-
onderwijswet 1920 alsmede tot beschikbaarstelling van het benodigde krediet
voor de uitbreiding van leer- en hulpmiddelen ten behoeve van het 3e leer
jaar van de Mariaschool/25e wijziging van de gemeentebegroting 1983»
De heer DEN BRABER: Voorzitter, deze investering die valt in twee delen uiteen
Het eerste deel kan ik best volgen. 10 leerlingen meer dus er moeten 10 leer
lingensets bij. Het tweede dat vind ik wat moeilijker. De tweede klas telt
op dit moment 40 leerlingen. Zij voorspellen zelf dat er 8 of 9 weg zullen
vloeien naar andere scholen. Dan kom je dus uit op 31 a 32. Ik denk dat dat
beneden de leerlingenschaal is die Deetman voor 1 augustus aanstaande gaat
vaststellen of al vastgesteld heeft. Dus dat die splitsing voor de derde
klas, die parallelklas achterwege kan blijven en daarmee ook het investerings
gedeelte ten behoeve van de lerarensets.
De heer VAN 00STERH0UT: Ik moet u zeggen mijnheer Den Braber dat wij wel
hebben gedacht aan de verhoging van de groepsgrootte tot 32 en dat wij er
verder van uit zijn gegaan dat ook naar aanleiding van een telefoontje dat
is gepleegd door de school, dat er toch inderdaad sprake zal zijn van een
splitsing. Het is ook een schatting van het aantal leerlingen die in dat
geval verdwijnen, of dat naar een andere school zal overstappen. Derhalve
hebben we toch het voorstel op deze wijze aan u voorgelegd, maar het is
misschien toch goed om op uw suggestie nader in te gaan omdat inderdaad ook
ten aanzien van het schoolbestuur het nog eens voor te leggen en mee te delen
dat als de splitsing niet noodzakelijk' is en daaruit voortvloeit dat er ook
minder sets behoeven te worden aangeschaft dan klassikaal al in gebruik zijn,
dat we dan inderdaad er van uitgaan dat het schoolbestuur zich zal realiseren
dat er dan een bestelling conform de dan heersende situatie verwacht wordt.
De heer DEN BRABER: Dat houdt in begrijp ik dan dat een deel van die inves
tering vooralsnog niet verricht mag worden. Misschien dat het een oplossing
biedt voorzitter, we hebben dat denk ik wel eens meer denk ik met zulke
investeringen ex artikel ?2 dat wij ten aanzien van dat lerarengedeelte in
principe onze bereidheid uitspreken dat wij in principe bereid zijn mee te
werken aan die investering om toch zeker te stellen dat ze niet het geld uit
gaan geven nou.
De VOORZITTER: Nee, ik denk dat dat een procedure is die we niet kunnen volgen
De heer DEN BRABER: Nou, u moet mij helpen, want ik—
De VOORZITTER: Nou er moet toch een krediet zijn op het moment dat de aan
schaf gedaan moet worden.