dat de mogelijkheid is open gelaten dat in incidentele gevallen kinderen vanuit andere gemeenten toch toegelaten kunnen worden. Dan het kosten aspect 729t—dat vinden we wel een vrij hoge last voor de betrokken ouders en we zouden danook in overweging willen geven om de ouderbijdrage tot maxi maal 2 x de bijdrage van de Oudenbossche kinderen te beperken. De heer VAN OQSTERHOUT: De zorg die u uitspreekt is eigenlijk ook in de com missievergadering, waar dit voorstel aan de orde is geweest, ook uitgesproken door meerdere mensen. Het is natuurlijk zo dat je een bepaalde functie hebt als onderwijscentrum en dat je mensen uit de omgeving, de naaste omgeving de gelegenheid zou kunnen en moeten bieden. Echter uitobeleidsmatig oogpunt en ook vanuit financieel oogpunt en daar was u mee akkoord is er aanleiding om daar verandering in aan te brengen. Uit beleidsmatig oogpunt alsook uit financieel oogpunt. Immers de buitenpeuters zoals we dat gemakshalve hebben genoemd hebben uiteraard of zijn woonachtig in andere gemeenten en die andere gemeente heeft ook haar verantwoording in deze. Als wij al overgaan tot een subsidiëring voor de Oudenbossche kleuters dan moeten we daar als we daar ook buitenpeuters toelaten en dat is tot nu toe ook steeds het geval ge weest en dat kan onder omstandigheden nog het geval zijn, moeten we vinden wij het bedrag dat dan in feite een Oudenbossche peuter kost ook in rekening brengen aan de buitenpeuter. Ja, u kunt wellicht om reden dat het bedrag wat hoog uitvalt naar uw mening dat u zegt van nou we beperken het tot 2 x het bedrag wat de Oudenbossche peuters bijdragen, maar ik denk dat het zuiver is dat de buitenpeuters die dat betalen eventueel restitutie vragen bij de gemeente waar zij woonachtig zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 7. Voorstel tot het garanderen van een geldlening aan de Stichting Woningbouw St. Bernardus in verband met de bouw van 36 premiehuurwoningen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 8. Voorstel tot het verlenen van financiële medewerking voor de bouw van 58 woningwetwoningen in het plan Albano. De heer WIJNEN: Niet zozeer opmerkingen in verband met dit voorstel, mijnheer de voorzitter, maar ik denk dat we onderhand lob A in Albano vol uitgegeven hebben. Daar gaan we inmiddels naartoe in deze raadsvergadering. Is het moge lijk om eens na te gaan op welke wijze lob A bijgedragen heeft tot de woning zoekenden-problematiek in Oudenbosch, om daar eens informatie over te ver strekken De heer RENNINGS: Ja, mijnheer de voorzitter, een soortgelijke vraag als de heer Wijnen, maar ook iets anders. We hebben hier twee jaar geleden hele discussies gehad over de huur. We hebben dit bij de afgelopen algemene be schouwingen opnieuw gedaan. Ik zou toch willen wijzen op het effect van op een andere manier bouwen. Als we nu zien dat het gemiddelde voor deze woningen uitkomt voorlopig op 402,62 en dat wij in 1980 en 19Ö1, ik heb het nog eens nagezien 90 woningwetwoningen hebben gebouwd die destijds 464,per maand waren en die vermoedelijk per 1 juli aanstaande op 507,— uitkomen. Dan kom je op een huurverschil van 20% en de woningen zijn natuurlijk niet helemaal vergelijkbaar. Ik neem aan dat ze kleiner zijn, ofschoon de maat voering zeker in oppervlakte mijr enorm is meegevallen. Ik doe deze con statering met genoegen. De heer VAN EIJKEREN: Ja, voorzitter, de vraag van de heer Wijnen die is denk ik best te beantwoorden op enige termijn. We zouden kunnen nagaan hoe in de koopsector de gebruikelijke werving geleid heeft tot inderdaad een inspelen op de Oudenbossche behoefte en in contact met de Stichting Woningbouw St. Bernardus zou dat voor de huursector kunnen worden nagegaan nu we inderdaad een redelijk volledig beeld gaan krijgen van Albano. Aangezien het mede in

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 87