zou gebeuren hebben wij nog geen aantekening gezien van gedeputeerde staten dat de begroting goedgekeurd is. Weet u inmiddels hoe dat zit De VOORZITTER: Ik weet niet hoe het zit, alleen is er wel dezer dagen een brief van de zijde vanG.S. binnengekomen waaruit blijkt dat veel gemeenten in een situatie vergelijkbaar met de onze zitten. Ze hebben een plan gemaakt waarbij iedereen uitkomt uiterlijk eind *85 meen ik zo uit het hoofd gezegd. Daarop liggen wij in ieder geval voor, dus ik denk dat er van echte bezwaren toch niet zal blijken. Het is overigens bekend en dat is u ook bekend, dat het fiscaal egalisatiefonds de heren in Den Bosch zwaar op de maag ligt, want daar weten ze eigenlijk geen raad mee. Het is niet de standdaard-uitvoering van de comptabiliteitsvoorschriften, dus zouden ze het eigenlijk veel liever anders zien, maar ik denk zoals ook uitgesproken in die nota,dat we ons eigenbelang eigen lijk dienen door de inhaalaktie die we nu op stapel hebben gezet. Ik heb alleen in de ondertoon wel begrepen dat de chef van de afdeling zegt dat kan alleen maar als men nou niet voor ieder wissewasje weer uren bij mij vandaan haalt om andere karweitjes uit te voeren, maar daar zijn we met elkaar ook attent op. De heer WIJNEN: Ja, over stuk 11, dat is het?verslag van de Markkant, het streekarchivariaat. Daar wordt met betrekking tot Oudenbosch opgenomen dat er een plotselinge mutatie is gekomen in de plaats van de archivaris. Er stond een soort ondertoon in van ja, alsof hij er plotseling uitgezet is. Ik vroeg mij met enige verwondering af of daar geen voorkennis aan gegeven is aan het feit dat de wethouder gebruik ging maken van deze kamer. De wethouder heeft de kamer betrokken die vroeger de archivaris bezette en op de dag dat de man hier zijn functie ging aanvaarden in Oudenbosch bleek dat hij die kamer moest verlaten. Zoiets heb ik er in gelezen. Ik vroeg mij af hoe is dat nou in zijn werk gegaan. Dan staat mij nog een volgend zinnetje bij van ja, waar hij nu gehuisvest is daar kan hij nauwelijks bezoekers ontvangen en nauwelijks werken. De VOORZITTER: Nou ik denk dat het om te beginnen wel meevalt. Het is wel zo dat we toen hij, nee, hij is gekomen begin september en u weet dat er meer veranderd is. Tevoren was het besluit genomen om in het gebouw van gemeente werken een kamer voor de wethouder af te zonderen. Als je dan moet kiezen voor een grotere ruimte voor iemand die er betrekkelijk regelmatig zit en een wat kleinere, maar overigens best werkbare ruimte, voor iemand die maxi maal éénmaal per week hier aanwezig is en dan eigenlijk vooral om in het archief te werken dat helemaal naar alle wensen van de voorganger is ingevuld, toen hebben we de keuze gemaakt zoals die nu is uitgevallen en ik heb van mijnheer Vols nooit meer één kwaad woord erover gehoord. De heer VUNEN: Ja, maar het verslag doet overkomen alsof dat zonder enige kennisgeving aan de mensen van de gemeenschappelijke regeling was gebeurd. De VOORZITTER: Ik denk dat dit niet waar is. Ik denk dat de archivist, dus zijn rechterhand, die toen al wel in dienst was tevoren, dat die er wel van wist. Ik moet u wel eerlijk zeggen dat ik dat zo ook niet helemaal precies weet. Maar doordat het tegelijkertijd speelde was het wat moeilijk, dat klopt wel. De heer WIJNEN: De realiseringstermijn is dus op korte termijn geweest begrijp ik. De VOORZITTERNee, de archivaris kwam op hetzelfde moment aan als de wethouder. De heer WIJNEN: Ja, maar wie betrok dan het eerst die kamer De archivaris is er toen toch ingekomen. De VOORZITTER: Nee, de archivaris rekende op de kamer van zijn voorganger. Toen hij kwam was die weg. De heer RENNINGS: Punt 1*t, daar heb ik in een van de besluiten gelezen dat bij de beoordeling van de hypotheeklasten die de basis vormen voor de bere kening welk inkomen voor de te verstrekken hypotheek noodzakelijk is dat men uitgaat van de premie in het zesde jaar. Bij mijn weten is dat de eerste keer toegepast. Mijn vraag aan u is dat een ad hoe beslissing of is dat onderdeel van het beleid geworden om bij die berekening niet met de lasten van het eerste jaar maar een aantal jaren verder rekening te houden.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 83