-8- Dat lijkt mij een logische verklaring, maar ik zou dat via gemeentewerken moeten natrekken. Ik wil best toezeggen waar dat mogelijk is niet meer te plaatsen dan noodzakelijk is en gebruik te maken van het bestand. Het stadium waarin de parkeergelegenheid aan de Marktstraat zich bevindt Die zaak is in de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening aan de orde geweest en heeft daar een wat langere prioriteit gekregen. Gezegd is dat op het moment dat de bouw van k woningen meen ik die daar gepland zijn actueel wordt om op dat moment terug te komen op de aanleg van de parkeerplaats aldaar, omdat de toegang, de ontsluiting aan de zijde van de Markt toch als problematisch werd gezien en men niet de indruk had dat de aanleg van relatief toch prijzige parkeerplaatsen in verhouding zou staan op dit moment met het gebruik wat er van gemaakt zou gaan worden. Nog afgezien van de problemen die een aantal commissieleden hadden met die gevaarlijke ontsluiting van de Marktstraat op de Markt. In dat kader is eigenlijk besloten om te zijner tijd daar als de woningbouw aan de Marktstraat aan de orde komt, daarop terug te komen. Wat betreft de op merkingen van de heren Hermes en De Hoog over punt het te voeren overleg met de B.B.A. In dat te voeren overleg kan gekeken worden in hoeverre er bij de B.B.A. belangstelling is om de bushalte te handhaven en tegelijkertijd uit te breiden met een extra halte aan de overzijde. Ja, dat is te bekijken. Dan moet ik wel zeggen dat de halte aan de over zijde er lange tijd geweest is en in het kader van de reconstructie van de kruising Pastoor Hellemonsstraat destijds is verplaatst ter hoogte van de Basiliek. Dus ik denk dat we vanuit een maatschappij als de B.B.A. redenerend praten over erg veel haltes op een erg korte afstand van elkaar en ik kan me voorstellen dat dat weinig gehoor zal vinden, maar het kan in het overleg zeker worden meegenomen. Hoewel de commissie zich in principe in eerste instantie heeft uitgesproken voor het opheffen van de bushalte aan die zijde, maar het voeren van het overleg impliceert dat voordat er een besluit genomen wordt in de commissie erop teruggekomen wordt met de informatie die uit overleg met de B.B.A. naar voren komt. Dan resteert nog de opmerking van de heer De Hoog over punt 1de hand having van het eenrichtingverkeer ook voor fietsers. Ja, in de commissie hebben we ook al mogen genieten van zijn pleidooi voor het autovrij houden en hij stond daarin zeker niet alleen. Toen is inderdaad gezegd in zo'n situatie biedt misschien een tweerichtingverkeer voor langzaam verkeer mogelijkheden, maar we hebben bij de algemene beschouwingen duidelijkheid gecreëerd over het moment september '83 waar de evaluatie zou plaatsvinden. Dat ligt nog ver weg. De heer De Hoog is erg snel met zijn vragen over hoe dat allemaal zou moeten, maar toch niet snel genoeg, want het college heeft die zaak al in voorbereiding. Dat houdt in dat in eerste instantie is gesproken over een mogelijk toevallige procedure en in die procedure is nadrukkelijk een plaats ingeruimd van overleg en betrokkenheid van de winkeliers die aan het centrumerf gelegen zijn en via de winkeliers een duidelijke inschakeling van consumenten gedurende een zekere periode zodat we een hele redelijke kijk krijgen hoe gebruikers van het centrumerf dat centrumerf ervaren en dat is een belangrijk facet samen met dat van de winkeliers. Ik denk dat het een hele aardige evaluatie kan worden en dan komen we er uiteraard op terug. De heer KLIJS: Ja, voorzitter ten aanzien van de bushalte vrees ik dat de wethouder toch een iets te zware conclusie trekt door te stellen dat in de commissie geadviseerd is om de bushalte op te heffen. Inderdaad is dit een punt van bespreking geweest. Nogal vrij snel werd aangevoerd dat er overleg met de B.B.A. plaats zou vinden en eerlijkheidshalve is het onge veer daarbij gebleven. Dus wij verwachtten ook dat dit gewoon een vorm van overleg zou zijn en hetgeen wat met de B.B.A. overlegd is dat dat terug komt in de commissie om ons dan nog beter op een standpunt te kunnen be palen of de bushalte van de B.B.A. er wel of niet moet blijven. De heer VAN WIJK: Ja, mijnheer de voorzitter, de commissie wordt hier vanavond toch wat over gedaan. Even een opmerking met betrekking tot al deze punten.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 72