-3-
ook omdat je als je het totaalbudget maximeert dan kun je dat alleen ver
delen en in de hand houden, beheersen als je ook individuele bedragen
maximeert. Voorheen was dat niet het geval. Voorheen was het zo dat als
de vereniging zich op enigerlei wijze uitbreidde door middel van leden of
door middel van, zoals de heer Van Hoek zegt, leidersvorming waar in
hoge mate gestalte aan wordt gegeven, dan kom je achteraf tot de conclusie
dat je hogere bedragen moet gaan uitgeven. Nou dat kon niet binnen het
gegeven uitgangspunt van de maximering van het budget. Ik realiseer me
wel dat inderdaad nu achteraf, de raming voor '82 was 2.061,maar
uiteindelijk komt het op 3-332,5^» hier ligt het voorbeeld. De raad
spreekt zich vorig jaar uit en trekt uit 2.061,en moet achteraf
afrekenen 3-332,5^- De vereniging heeft er recht op gegeven de verorde
ning zoals die voor '82 is toegepast. Dat kunnen we dit jaar niet hebben
hebben we met zijn allen vastgelegd. Als die vereniging op deze grootte
blijft dan zouden ze ook volgend jaar eventueel recht hebben op
3-332,als we niet hadden gezegd het maximum is 2.061,en daarvan
is de vereniging inmiddels op de hoogte gesteld dat het maximumbedrag
voor de subsidie 2.061,is, waarbij we altijd zitten met het probleem
van wat zal zich in 1983 precies gaat manifesteren bij een vereniging,bij
voorbeeld in dit geval Scouting Oudenbosch. Het valt niet te verwachten
heb ik me laten vertellen dat ze volgend jaar ook weer zoveel leiders
zullen vormen en zoveel kosten daarvoor zullen maken, maar dat is in dit
geval een incidenteel punt, want in andere gevallen, dus bij andere
verenigingen, zouden de kosten zich op hetzelfde peil kunnen handhaven.
Overigens, en dat naar mijnheer Rennings toe, je zou je ook het omgekeerde
kunnen voorstellen dat inderdaad de raming, in dit geval 2.061,terecht
kan zijn door het verloop van leden of door minder aktiviteiten en dat
is inderdaad de moeilijkheid bij het ramen. Welke mogelijkheden hebben we
dan nu nog. Ik denk dat wij allen op de hoogte zijn van het feit dat we
het budget de vorige keer precies hebben verdeeld, de post onvoorzien,
en wat dat betreft zie ik op dit moment niet zoveel ruimte in het budget,
behalve de post onvoorzien en die kunnen we daar niet direkt voor gebruiken.
Dus zoals de heer Rennings zegt ik heb de oplossing niet bij de hand. Die
oplossing heb ik ook niet bij de hand moet ik u zeggen. Het is een con
sequentie die we heel goed onder ogen krijgen nu al, in de eerste raads
vergadering nadat we de subsidieverordening en de subsidiebedragen hebben
vastgesteld.
De heer VAN HOEK: Ja, mijnheer de voorzitter, nu we het dan toch aan de
hand hebben.
De VOORZITTER: Ja, nu wil ik u toch even onderbreken, want eigenlijk hebben
we het niet aan de hand. We hebben aan de hand de vaststelling voor 1982
en niet de vaststelling van de subsidies '83.
De heer VAN HOEK: Ja, maar in verband met de uitwerking van de subsidie '82 heeft
deze duidelijk gevolgen voor de subsidie '83.
De VOORZITTER: Nee, want er ligt geen relatie tussen de uitwerking en de
subsidie '83. De subsidie '83 is vastgesteld in onze vorige vergadering,
maar ik denk dat we er toch niet uitkomen.
De heer VAN HOEK: Nou ik wil dan nog wel een vraag stellen over de leiders
vorming. Over de leidersvorming zoals die genoemd wordt onder 6.c, of
die behoort wel of niet tot de bevriezing. Of dat dat valt onder het begrip
personeelskosten.
De heer VAN OOSTERHOUT: Dat valt er niet onder. Dat is een bedrag wat
inderdaad of een element wat inderdaad onder de bevriezing valt. Het is
namelijk geen personeel.
De VOORZITTER: Mag ik de wethouder vragen, want ik begrijp eigenlijk toch
dat we nu met zijn allen verrast zijn door die consequenties, die hadden
we minstens op deze korte termijn niet verwacht, of het niet aanbeveling
zou verdienen het punt bespreekbaar te maken in de welzijnscommissie.
De heer VAN OOSTERHOUT: Jawel, het houdt me heus bezig. Ik heb dat inderdaad