-3V- een maand wachten en welke nadelen zitten daar dan aan vast De heer DE HOOG: Aanvankelijk kon ik mij wel vinden in de redenering die door de heer Klijs werd aangedragen, maar ik heb ook heel kort geleden een agenda gekregen voor de commissie ruimtelijke ordening en wie schetst mijn verbazing dat daar een fraai punt op prijkte: "Mededeling inzake stand van zaken beleidsprogramma '82-,86 punt 1 tot en met 7". Ik heb begrepen dat in die punten uitdrukkelijk aandacht zal worden besteed aan het woningbouwprogramma en de prioriteitstelling daarbinnen. Dus wat ik mij eigenlijk voorstel is dat wij op zeer korte termijn, op 2 maart, in de commissie over deze kwestie praten. Ik denk dat er niet iets verschrikkelijks zou gebeuren tussen nu en 2 maart als wij dit krediet zouden voteren, maar de wethouder eraan herinneren dat wij 2 maart nadrukkelijk dit voorstel in relatie brengen tot het punt zoals het op de agenda voor de commissie ruimtelijke ordening is geplaatst. Dan kan ik mij, zij het dat ik meevoel met de idee'ên van mijnheer Klijs, prima vinden in het handhaven van het voorstel. De heer DU PONT: Ja, ik wil niet in herhaling vallen. Ik ben wat dat betreft nog iets vrijer als de heer Klijs, want ik was er op de vergadering van de 12e niet, maar ik kan me geheel aansluiten bij het voorstel van de heer De Hoog. De heer VAN EIJKEREN: Ja, het is gemakkelijk voorzitter als na de eerste spreker alle anderen zich al begeven op het gebied van het beantwoorden van zijn vragen. Bovendien heeft hij zelf eigenlijk zijn vraag min of meer beant woord. Waar gaat het hier om Het gaat uitsluitend om niet nodeloos tijd te verliezen. Het gaat om een krediet van 77-500»vast te stellen voor stedebouwkundige werkzaamheden. Het gaat er niet om om dat geld op dit moment uit te geven. Er is geruime tijd mee gemoeid voor er goedkeuring van G.S. op verkregen kan worden en ik denk als we zouden wachten tot we de discussie, waar de heer Klijs over spreekt en die bij anderen bekend is, om dat die al ter sprake is gebracht, tot die discussie gevoerd is in de commissie en in de raad, dan denk ik dat we toch over de raad van april praten, maar het lijkt me erg kort. Ik kan me voorstellen dat we daar in de commissie van 2 maart nog niet helemaal uitkomen zodat we in die commissie die daar op volgt eind maart begin april nog een keer op terugkomen. Ik kan me voorstellen dat de raad gevraagd wordt op grond van een voorstel om zich daarover uit te spreken in april. Dat betekent dat we ruim twee maanden verder zijn en ik ga een beetje uit van het idee dat lob-B in Albano helemaal buiten beschouwing laten dat dat ons wel eens voor problemen zou kunnen stellen dat we de toegekende contingenten niet flexibel genoeg kwijt zouden kunnen. Ik denk dat het meer de vraag zal zijn in welke mate, in welke fasering we lob-B bouwrijp zouden kunnen gaan maken en wat de uit gangspunten daarvoor moeten zijn. Dat is door iedereen opgemerkt en dat is ook toegezegd. Daar zullen we op zeer korte termijn hoe dan ook over moeten spreken..Als de plannen voor het bouwrijpmaken van welk gedeelte van lob-B van Albano dan ook zouden moeten wachten en dan schat ik wachtend op de goedkeuring na het besluit in april dat dat toch augustus of september zou wordenj dan denk ik dat we een stuk slagvaardigheid verliezen en dat dat betekent dat we in begin '8^+ niet uit de voeten zouden kunnen in lob-B van Albano en dat zou ik betreuren. In feite houdt dat besluit nu eigenlijk alleen maar in dat we de procedure bij G.S. ook laten rollen en we leggen daarmee verder niets vast, maar op het moment dat we op grond van de dis cussies zouden besluiten om in elk geval ook in lob-A in Albano tot akti- viteiten over te gaan dan zit dat in de molen en dat komt een flexibel slagvaardig beleid ten goede denk ik. Dat laat onverlet alles wat hier ge zegd is door eenieder over de noodzaak om op korte termijn en die termijn is al aangegeven via de agenda van de commissievergadering van 2 maart, om daar een begin met de discussie over de uitgangspunten, de woningtypen, de mate van verdichting etc. voor Albano te maken en tegelijkertijd daar al na te denken over de afweging ten opzichte van eventueel andere lokaties

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 51