-31- zijn die hebben ook geen inkomen en je zou ook kunnen denken aan 65+ ers, die op een bepaald moment terugvallen met het inkomen. Je zou misschien nog andere specifieke groepen kunnen noemen. Ik ben bang dat als je, hoewel het voorstel erg sympathiek is, daarop in gaat dat binnen de kortste keren een flink aantal andere groepen zich zouden kunnen gaan beroepen. Die zouden dan zelf wel een aantal argumenten voor kunnen bedenken om tot een lagere tariefstelling over te gaan. Ik zou vooralsnog eigenlijk vast willen houden aan het voorstel zoals we dat hier hebben gedaan om te voor komen dat je straks eigenlijk verplichtingen krijgt naar andere groepen toe die naar mijn gevoel dan ook evenzeer omdat ze geen inkomen hebben een beroep zouden kunnen doen en dat je dat dan evenzeer niet zou kunnen weigeren. Ik denk ook dat je op deze wijze met deze leeftijdstelling aardig overeen komt met wat gebruikelijk is in andere baden. De heer Van Wijk die zegt alleen akkoord te willen gaan met het lagere tarief voor 16- en 17-jarigen als dan ook de tariefstelling op andere plaatsen wordt gewijzigd in verband met het anders oplopende exploitatietekort. Nou dat laatste daar heb ik nou niet direct mijn vrees over, dat daardoor nou het exploitatietekort hoog op zou lopen. Ik vind het argument voor deze groep wel en straks voor andere groepen die in bijzondere omstandigheden verkeren niet, dat vind ik eigenlijk veel zwaarwegender om hier aan het voorstel van het college vast te houden. De heer Den Braber heeft alleen de vraag gesteld die eigenlijk naar mevrouw De Baad toe is beantwoord. Daar heeft hij het zijne uit kunnen halen. De heer Rennings heeft toch wel moeite met het grote tarief-verschil dat gaat ontstaan voor de 16/17-jarigen in vergelijking met Hoeven. Ja, ook hier zeg ik van ja, dat is dan wèl zo, maar ik vind dat ook weer een minder zwaar argument dan het argument wat ik zelf aandraag, dat de bij zondere groepen zichzelf zouden gaan beroepen om voor een ander tarief in aanmerking te komen. Zijn opmerking met betrekking tot het rekening houden met het feit dat het gaat om incidentele verhuur of om een verhuur op basis van jaarcontract. Ik begrijp dat het de bedoeling is dat de incidentele verhuur op dat moment een hoger tarief zou moeten hebben dan die via jaarcontract. Ik denk dat dat ook de bedoeling is van het voorstel, dat je 38,80 betaalt voor de zwemverenigingen in Oudenbosch waaronder de zwem- club en de reddingbrigade. Ik denk dat het nadrukkelijk de bedoeling is dat zij voor de incidentele verhuur, waar bedoeld is dan de wedstrijden in het kader van de kringcompetitie en van de K.N.Z.B. plaatsvinden dat daarvoor het hogere tarief moet worden berekend. Dat is het uitgangspunt en die 38,80 geldt eigenlijk alleen maar voor het normale gebruik op conctract. Ik denk dat het goed is om dat voorstel ook in dat licht te beschouwen. De heer De Hoog vraagt waarom het leszwemmen met betrekking tot de kleuters en gehandicapten duurder is. Ik denk dat het ook een eerste argument zal zijn dat ook de groepen een stuk kleiner moeten zijn en derhalve als je uit gaat van een bepaalde tariefstelling, dat je op dat moment een hoger bedrag vraagt. Ja, ik begrijp wel met welk probleem dat u zit, maar ik denk dat het op dit moment niet anders is dan een voorlopig tarief. Misschien is het goed om daar even op terug te komen. Voorzitter, ik dacht dat ik het hierbij kon laten. Nee, één vraag nog van mijnheer De Hoog, waarom er zo'n belang rijk tarief-verschil is tussen zwemverenigingen in en buiten Oudenbosch. Ik denk in eerste instantie dat de verenigingen binnen Oudenbosch de akkommo- datie zouden moeten kunnen hebben als er geen sprake is van leszwemmen binnen schoolverband of leszwemmen met normale instructie die door de zweminstruc- teurs geschiedt. Overigens geldt in andere baden in omliggende gemeenten een zelfde soort regeling. Verenigingen van buiten betalen meer, de K.N.Z.B. betaalt meer, de kring betaalt meer. Wij hebben dat overgenomen. Vandaar dus dat verschil. Ja, het verschil tussen leszwemmen voor kleuters en ge handicapten dat was per 1-1-82 al een fors verschil op grond van de vast stelling van de berekeningswijze eerder in deze raad of de vorige raad moet ik eigenlijk zeggen is dat verschil uiteraard ook gebleken. Mevrouw DE RAAD-DILLEROP: Ja, ik wilde nog even iets zeggen. Die 16/17-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 48