-27-
kreatief centrum neem ik aan dat u zich ermee kunt verenigen Het blijft
binnen het budget, dus verdere besteding vindt plaats in overleg.
De heer WIJNEN: In overleg met de betreffende instantie die het gevraagd
heeft. Kijk het moet niet zo zijn dat die mensen gedwongen worden om te
zeggen van nou wij worden eventjes afgescheept met een fooi. Daar moeten
ze zelf vrijwillig mee akkoord gaan.
De VOORZITTER: Dat is niet de bedoeling. Akkoord. Mag ik dan concluderen
dat u met betrekking tot 6.4, dus die hoofdverdeling, zich met het voorstel
zoals het u is voorgelegd, kunt verenigen
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
6.6. Voorstel tot ongegrondverklaring bezwaar Oudenbosch' Mannenkoor
tegen het geraamde subsidie-bedrag zoals vermeld in het sociaal-cultureel
programma 1983»
De heer WIJNEN: Ja, dat van die overgangsregeling is ons voorstel. Dus
de grondslag voor de subsidiëring is weg of er is een andere garantie voor
in de plaats gekomen en daar heeft de raad zich niet over uitgesproken.
De VOORZITTER: Nee, maar ik meen te mogen concluderen dat u zei we
zijn het eens met de wijze waarop dit bezwaarschrift behandeld is. We
vinden alleen er zou een overgangsregeling moeten zijn die dat Oudenbossche
mannenkoor op een andere manier helpt. Dat betekent met betrekking tot
6.6 dat u zich daarmee kunt verenigen en dan komt u alleen bij 6.7 erop
terug.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
6.7» Voorstel tot vaststelling van het sociaal-cultureel programma 1983»
De VOORZITTER: Er was één zeer nadrukkelijk. Oh wacht even ik moet nog
één vraag stellen. Even terug naar 6.4.
De heer Rennings heeft met betrekking tot dat budget een voorstel gedaan
en ik wou aan de wethouder vragen of hij dat wil overnemen en als hij
het doet of u het wilt doen. Dat was om bij de vermindering in verband met
de lagere rijksbijdragen waartoe wij besloten hebben, aan te tekenen dat
dat een onderdeel van bezuiniging op de sector welzijn was. We hebben
gesproken over het verdelen van de bezuinigingen. De heer Rennings pleitte
er voor om dit al als zodanig aan te merken. Ik weet niet of de wethouder
dat wil overnemen
De heer VAN OOSTERHOUT: Ik denk dat het onderdeel zal zijn van de notulen
van deze vergadering.
De VOORZITTER: Nee nee, we moeten het wel onderdeel van de besluitvorming
maken, want anders is er straks niemand aan gebonden.
De heer VAN OOSTERHOUT: Nou als het zo ligt, graag.
De VOORZITTER: Wil de raad het voorstel volgen Akkoord.
Met betrekking tot 6.7 zijn er, of is er in ieder geval één duidelijk
geformuleerd voorstel tot afwijken en ik begrijp dat mijnheer Wijnen
ook wil voorstellen om hier een afwijking in te voeren.
De heer WIJNEN: Afwijking Van de bedragen die er genoemd zijn
De VOORZITTER: Ja, u wilt, ja dat u hier ergens een ingang zou kunnen
vinden om de overgangsregeling in te voeren.
De heer WIJNEN: Ja, de overgangsregeling zoals vermeld op pagina 2 van
het programma, die moet er dus in.
De VOORZITTER: Dan zitten we dus met twee voorstellen. Allereerst het
voorstel van de heer Den Braber. Hij stelt voor om in afwijking van het
voorstel van B. en W. de subsidie aan de Vakbondsschool van de F.N.V.
wel mogelijk te maken.
De stemming heeft tot resultaat:
Voor genoemd voorstel stemmen de leden: Hermes en Den Braber.
