-19-
De VOORZITTER: Dus de fractie van mevrouw De Raad is het niet eens met het
voorstel.
Mevrouw DE RAAD-DILLEROP: Ja, mits het begrotingsgebeuren, waar u het hier
over heeft, dat dat is binnen het specifiek welzijn.
De VOORZITTER: Maar in de opzet is een post onvoorzien ten behoeve van het
specifiek welzijn aanwezig en het voorstel van het college was om dit
bedrag van *t3*000,niet toe te voegen aan de post onvoorzien van het
specifiek welzijn, maar aan de post onvoorzien van de algemene dienst.
Voor dat laatste bent u dus geen voorstander.
De heer KLIJS: Ja, voorzitter, er wordt gesproken over het totale begrotings
gebeuren en dan zien wij het als het totale begrotingsgebeuren binnen het
welzijn en niet binnen de totale begroting van de gemeente. Die splitsing
moet gemaakt worden en als dat zo is dan hebben wij er geen moeite mee.
De heer VAN OOSTERHOUT: Dus u heeft het standpunt dat het budget
1,751*000,moet blijven
De heer KLIJS: Ja.
De heer VAN OOSTERHOUT: Ja, wij hebben daar een andere suggestie voor. Wij
vinden dat het ene aspect, namelijk het structureel juiste budget wordt
vastgesteld en ik heb me daar inderdaad wel gerealiseerd dat in het regeer
akkoord heeft gestaan dat we de bezuinigingen moeten verdelen over de hele
gemeentelijke situatie als dat nodig is. Ik denk dat je in de huidige
situatie waarin je en dat zou dan het tweede aspect kunnen zijn, waarin je
geconfronteerd wordt met een stuk bezuiniging, niet alleen in de welzijns
sector maar ook in andere sectoren, dat je, als je al een flinke post uit
de reserves moet halen om de begroting sluitend te maken dat je weet dat
er nog meer bezuinigingen aankomen, dat het op dit moment niet juist is
gezien de grootte van de post onvoorzien, gezien ook ons voorstel met be
trekking tot de fondsvorming, om op dit moment dat bedrag blijvend toe te
voegen aan de sector welzijn. Uw vraag met betrekking tot het Noordbrabants
Landschap heb ik ook maar half. Sorry, maar ik heb het slecht kunnen volgen.
De VOORZITTER: Mevrouw De Raad vraagt om naar het Noordbrabants Landschap
toe te laten weten dat wij vinden dat het niet alleen voor de aankoop moet
zijn, maar dat ook onderhoud van de aangekochte terreinen van die subsidie
gedaan moet worden.
De heer WIJNEN: In verband met de bestrijding van het perevuur omdat dat
in Oudenbosch van belang is voor de boomkwekerijen. Je krijgt daarmee
of je beschermt daarmee de boomkwekerij-positie van Oudenbosch en van
Nederland in verband met export.
De heer VAN OOSTERHOUT: Dat lijkt mij een goede zaak. Ik wil dat graag
ondersteunen. Ik weet niet of ik er nog meer vergeten ben, maar ik ben
er doorheen.
De VOORZITTER: Dat klopt ze zijn allemaal geweest.
De heer VAN OOSTERHOUT: Ten aanzien van de vraagstelling van de heer Den
Braber over de wijze van subsidiëring en de veranderingen die er hebben
plaatsgevonden sinds september, daar heb ik al wat van gezegd. U bent
akkoord met de uitgangspunten. U bent akkoord met het budget neutrale ver
werking want u vindt ook dat die kj.OOO,niet direct nodig zijn voor
het budget op dit moment.
De heer DEN BRABER: Nee, ik vind dat wij dit moeten laten zitten en dit
pas bij de bezuinigingen mee moeten nemen.
De VOORZITTER: En dan de akkommodaties erbij betrekken.
De heer DEN BRABER Ja.
De heer VAN OOSTERHOUT: U wilde in elk geval ook andere aspecten horen
behalve dat ene aspect. U heeft inderdaad gezegd dat het voorlopig voor wel
zijn beschikbaar zou moeten blijven en dan bijvoorbeeld voor akkommodaties
gebruikt zou kunnen worden opdat dan het akkommodatieplan onderdeel zou
kunnen zijn van het welzijnsbudget. Ik denk dat het fonds wat u nu veilig
wilt stellen voor het welzijnsbudget, sorry voor het akkommodatieplan
om dat in het sociaal-cultureel plan op te nemen, dat die fondsen moge
lijkerwijs ook vrij kunnen komen uit de fondsvorming die zou ontstaan