-14- voerd hebben. Ik ben uitermate teleurgesteld dat die vakbondsschool niet wordt gesubsidieerd. Het argument is dan dat alleen leden op die vakbond- school toegankelijk zijn. Ik heb dat vanmiddag nog eens nagetrokken en het is alleen maar in tegenstelling tot de sociale school van vroeger, maar als ik de subsidie en het programma even doorloop dan denk ik dat de meeste aktiviteiten daar worden opgevoerd, zij het dat men ook lid moet zijn van de organisatie. Ik heb toch sterk het gevoel dat het F.N.V. het slachtoffer is, nou slachtoffer is een sterke uitdrukking, maar dat het F.N.V. niet aan de bak komt omdat het merendeel van de mensen die hier wat te zeggen hebben die vakbond niet zo ziet zitten. Het is misschien ook wel niet toevallig dat in de welzijnscommissie mijnheer Brouwers die in zijn politieke verleden ook vanuit een werknemersbestaan naar voren kwam, de enige was die zich met mij kon vinden in deze op dat moment. Ik wil toch een uitspraak van de raad zien over de vragen, want ik wil toch weten hoe dat hier ligt, hoe men denkt over het subsidiëren van een vak bondsschool. Dat was het. Mevrouw KNIEP-KÖHNKE: Ja, mijnheer de voorzitter, ik zal bij het begin be ginnen. 6.4 daar kunnen wij ons vinden in uw uitgangspunten betreffende de budgettair neutrale verwerking van de verlaagde rijksbijdragen te verrekenen, dus de kosten die dan daaruit voortvloeien te verrekenen naar de burgers toe. Dan zijn wij ook benieuwd naar het overleg wat er zou zijn met de Stichting Gemeenschapstehuis of dat al vordert. Dan vraagt de heer Den Braber onze mening over de subsidiëring van de vakbondsschool. Wij zijn het eens met de stelling in het preadvies. De heer RENNINGS: Ik zal proberen het in chronologische volgorde te doen. Ik begrijp steeds meer dat als we bij de sector welzijn belanden dat we dat dan toch veel minder systematisch verwerken dan wanneer we dat in de harde sector doen. Voorzitter, alleen de hoofdpunten, want de commissie welzijn heeft zeer uitvoerig en ook in een vergadering tot in de kleine uurtjes gesproken over het programma en de subsidielijst. Ik wil het wel erkennen dat in een aantal gevallen is het best leuk om gelijk te krijgen, maar in dit geval geenszins. De heer Wijnen heeft kortelings nog een keer gezegd dat, ik dacht dat het december 8*1 was, dat ik gezegd heb dat redden we nooit in een jaar, het op basis van aktiviteiten uitrekenen. Nou dat is uitgekomen, maar ik wou dat het anders was. De zwakte van het voorstel on danks het feit dat op de inspraakavonden mij niet anders is gebleken dan dat het in grote delen wordt gedragen door de instellingen, dan geef ik toe dan neem ik een klein beetje aan wie zwijgt stemt toe, maar de zwakte van het voorstel is toch dat we uitgangspunten hebben geformuleerd voor de subsidiëring '83 die ik onderschrijf, maar dat de methode van berekenen en de methode van vaststellen geen onderdeel meer uitmaken van de verordening. Het is een ad hoc-beslissing die we genomen hebben en die we vanavond be vestigen en dat kan nooit goed zijn. Om te beginnen ontstaat dan de situatie dat instellingen achteraf horen hoe specifiek de richtlijnen zijn. Men heeft weliswaar het programma en de subsidielijst, maar ik kan me toch voorstellen dat de instellingen pas op het moment dat ze het raadsbesluit krijgen er achter komen dat subsidie die in het verleden samenhing met de omvang van de vereniging dat dat voor '83 niet geldt en dat dus het toege wezen bedrag ook het maximum-bedrag is. Voorzitter dat betekent toch dat wij met voortvarendheid pogingen moeten blijven ondernemen om te komen tot een methode van berekenen en vaststellen die onderdeel wordt van de ver ordening. Een ander punt van de uitgangspunten die alhoewel ik ze voor '83 onderschrijf toch op de lange termijn geen goed uitgangspunt zal blijken te zijn, dat is subsidiëring van tekorten. Dat zal ertoe leiden dat in be grotingen gewerkt wordt om die op tekorten te laten uitkomen en dat is geen goede basis voor subsidiëring. Met betrekking tot de suggestie om de korting vanwege de lagere rijksbijdragen 43.444,om die impliciet toe te voegen aan de post onvoorzien neigt onze fractie dat voorstel te steunen. Dat is mede ingegeven door de ervaring vorig jaar met de post onvoorzien in het

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 31