-8-
nodig heeft voor instandhouding en bedrag per leerling voor 1983» Ik denk
dat als die cijfers er gelegen hadden zoals de heer Van Oosterhout dat
zegt dan hadden wij misschien een genuanceerder voorstel ingediend, maar
wij zijn dus toch op deze koers gaan zitten. De heer Van Oosterhout zegt
van ja, er zijn geen problemen gerezen. Nou dat ligt er natuurlijk aan
hoe je het bekijkt. Als je brieven krijgt zoals vorig jaar gericht aan de
raad van dat het ^65,moet zijn zoals zij dat meenden nodig te hebben
en de raad bepaalt dat bedrag op ^53»dan geeft dat natuurlijk een
mogelijkheid om in beroep te gaan en kijken of je dat nog op een andere
manier kunt onderbouwen en misschien kun je nog andere noodkreten slaken.
Ik denk dat de zin om te protesteren om dat kenbaar te maken dat die
voor die mensen niet zo groot meer is. Dat laten ze gewoon achterwege.
Misschien laten ze het nu ook wel weer achterwege, maar ik denk dat het
een kwestie is van veilig stellen. Je moet dus het onderwijs die
prioriteit en die mogelijkheid geven dat ze zich in die richting ook kan
ontwikkelen en dat je niet de zaak dwingt door te zeggen van nou moeten
ze maar dat en dat. Dan kun je wel zeggen van ja we krijgen minder geld,
maar ik denk dat het onderwijs nou juist een mogelijkheid is om te laten
zien in hoeverre de Oudenbossche gemeenschap bereid is om dat op tafel te
leggen en ook al zouden de uitkeringen tekort schieten van rijkswege
om daar inderdaad wat tegenover te stellen. Dat is toch een hele belang
rijke investering voor de Oudenbossche gemeenschap. Ik denk dat dat een
kwestie is van prioriteiten van wat gee.f je nou aan onderwijs en wat geef
je nou aan andere zaken. Dat geldt natuurlijk ook temeer voor een plaats
die pretendeert een onderwijscentrum te zijn, maar misschien moeten we dat
ook weer wel vergeten in de komende jaren. De methode, daar zitten inder
daad wat inconsequenties in. Dat heb ik al gezegd. Nou en dan neem je ge
noegen met dat bedrag of niet en anders doe je er weer wat bij en druk
je dat uit in een bepaald gemiddelde. Nou dat is dan hier gebeurd. Dat
vind ik een aannemelijk voorstel, dat was van de heer De Hoog om het
Brabants gemiddelde te hanteren. Nou daar voelen wij dus geenszins voor.
De heer Den Braber die heeft nog wat gezegd over de 200.000,van nu.
Ja, maar dan moet u rekenen dat dat 200.000,waren van 1980 van die
scholen toentertijd. Dat is het verschil natuurlijk. Nu als ik het goed heb
is dit het hele bedrag dat voor de 1185 leerlingen wordt opgevoerd.
Ja, 208.000,dat staat bij 1185 en dat is toch een iets andere verhou
ding. Ja, als wij zoals ik gezegd heb andere cijfers hadden dan hadden
we misschien met een ander voorstel gekomen. Het zal nauwelijks verschild
hebben gezien de situatie van de Isaac da Costaschool, dus in handhaaf
dat voorstel.
De heer DEN BRABER: Ik wil toch even reageren naar de heer Wijnen toe, want
ik heb in eerste instantie in het midden gelaten of ik met die ^98,
van hem uit de voeten zou kunnen. Ik ben overigens blij dat ik in de heer
Wijnen eigenlijk in deze zaak toch weer een C.D.A.-er tref die onderwijs
blijkbaar wel prioriteit wil geven, dat is op zich een verademing. Hij
haalt die ^98,bij de Isaac da Costaschool. Ja, ik vind dat toch een
gevaarlijke operatie want ik heb geen enkele aanwijzing dat die model zou
kunnen staan voor het Oudenbossche bijzondere onderwijs. Ik denk zelfs van
niet gezien de opvang-functie die de Isaac da Costaschool van oudsher
in onze gemeenschap eigenlijk gehad heeft, ^98,als ik dat vergelijk
met het gevraagde bedrag van vorig jaar ^65,wat ze toen gekregen
hebben dat geef.ik graag toe, dan kom ik vlug gerekend op een stijging van
7% en je leest in de krant dat de inflatie al lang dat tempo niet meer
heeft, ^65,als ik dat afzet, dus het gevraagde van vorig jaar, ten
opzichte van ^72,in het voorstel van het college dan is dat li# meer.
Ja, ik denk niet dat het teveel is, maar ik kan daar toch wel mee leven
De heer VAN OOSTERHOUT: Ja, een korte reactie op hetgeen de heer Wijnen
zegt. Ik denk dat onze standpunten toch wel uit elkaar liggen, maar
ten aanzien van de prioriteit die u geeft aan het onderwijs, dan kan ik