-7- reactie, zijnde de volgende: Ja, wij hadden eigenlijk meer verwacht. Ze verwachtten daarbij en dat kan ik u dan wel zeggen niet zoveel als wat de heer Wijnen nu op dit moment biedt en dat vind ik toch wel een heel belangrijk punt. Als u *+98,wilt gaan uittrekken en de schoolbesturen hebben op dat moment uiterlijk ^80,ik kan er 1,of 2,naast zitten, gevraagd, dan zeg ik dan zitten wij er dichter bij dan de heer Wijnen. Dat wil ik toch even meegeven in dit geval. Dat die kostenverge- lijking of de koppeling die wij hebben gemaakt openbaar/bijzonder onderwijs niet helemaal consequent is geweest dat kun je denk ik betwijfelen. We hebben inderdaad een aparte factor genomen voor het onderhoud. Ik denk dat het alleszins redelijk is. Je constateert dat een school twee jaar oud is en andere scholen in Oudenbosch hebben een akkommodatie die van veel oudere datum is en derhalve ook meer onderhoud zal vergen. Die consequentie hebben we getrokken. Dat onderhoud mag je eigenlijk niet op hetzelfde bedrag houden. Tegelijk daaraan vastgekoppeld,die vragen zijn ook gesteld, waarom kies je nou voor het landelijk bedrag en niet voor het provinciale bedrag. Nou dan zeg ik, als je ziet hoe de gebouwen er soms bijstaan, sommige gebouwen er bij staan, kies dan zekerheidshalve gewoon het hoogste bedrag. Dat de situatie wat de gebouwen betreft niet dezelfde is en dat daarom ook verwarmings- en energiekosten verschillend zouden zijn, ja, dat kan mogelijkerwijs best zo ziijn, maar ik denk dat je dan het voordeel van de keuze van het grotere onderhoudsbedrag, het landelijke bedrag, wat ongeveer 10,hoger ligt dan het provinciale bedrag ook weer mee moet rekenen, wil ik graag kiezen voor het landelijke bedrag dat dan in een keer nou ja, misschien dan ook maar gezien moet worden als een bedrag wat daar met de verwarmings- en energiekosten verband houdt. Dat het Oudenbossche bedrag schril afsteekt tegen de omliggende gemeenten, ik weet dat het Oudenbossche bedrag lager ligt. Ik vind ook dat je eigenlijk niet zozeer moet kijken naar gemiddelden. De schoolbesturen doen dat denk ik ook niet. Die kijken exact naar hun situatie, wat nodig is voor hun school. We hebben moeten constateren dat in de afgelopen jaren de schoolbesturen het gedaan hebben met dit bedrag. Vorig jaar is het bevroren. We hebben geen klachten gehad het afgelopen jaar. Er is niemand bij ons geweest. Ik denk dat je je niet moet spiegelen aan andere gemeenten en dat je gewoon moet kijken en overleggen met de schoolbesturen hier wat redelijk en verantwoord is. Ja, en dan kom ik al gauw op het bedrag dan, terug op die ^98,zoals u voorstelde. Ik vind dat niet redelijk. Op de eerste plaats de school besturen vragen minder. Op de tweede plaats denk ik dat de koppeling zoals zij die hebben gemaakt een goede is. Daar blijf ik achter staan. U zegt dan in uw laatste zin dat u de dekkingsmiddelen dat vindt u niet zo'n probleem. Ik wil u er aan herinneren dat wij de begroting toch sluitend hebben gemaakt met zo'n 5 ton uit de reserves en dat wij niet zo maar denk ik het spaarpotje weg moeten geven. Wij zullen dat in de toekomst wellicht nog hard nodig hebben. Dat wat de heer Wijnen aangaat. De heer Rennings heeft eigenlijk dezelfde lijn als het college en die heeft het voorstel ook akkoord bevonden. De heer De Hoog heb ik eigenlijk antwoord gegeven denk ik via het antwoord aan de heer Wijnen ten aanzien van het bedrag voor onderhoudskosten. Wij hebben dus gekozen voor het landelijk gemiddelde voor de onderhoudskosten in plaats van het gemiddelde in Brabant om reden van gebouwen in die situatie zekerheid hebbend dat we wat dat betreft in ieder geval de schoolbesturen niet te kort zouden doen. Overigens vind ik dan ook wel, dat wil ik er toch wel bij zeggen, dat men ook inderdaad dat bedrag aan onderhoud moet besteden. Ook de heer Den Braber heeft zich akkoord verklaard met het voorstel. De heer Den Braber heb ik denk ik beantwoord wat betreft die reactie en die instandhoudingsfactor en die vraag over de schoolbesturen die vraag heeft u inmiddels kunnen horen. Ik denk, voorzitter, dat ik de vragen heb beantwoord. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, om maar bij de laatste vraag te beginnen van waarom ^98,Nou dat is louter toeval dat we dat eerder voorgesteld hebben, maar dat dat het bedrag is wat de Isaac da Costaschool

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 24