-6-
je overgaat tot verhoging dat er een bijbehorende dekking aan vast moet
zitten en dan kan er wel gespeculeerd worden omtrent rentevoordeel wat in
1983 de gemeente Oudenbosch zou kunnen gaan vergaren, maar u moet ook
rekening houden met komende tegenvallers uit Den Haag, namelijk dat de
uitkeringen door Den Haag aan de gemeenten in de toekomst eerder zullen
afnemen dan toenemen. Oudenbosch is aan het bekijken in hoeverre men kan
gaan bezuinigen, daar kan mijn fractiegenote over meespreken en het is
zo dat het erg moeilijk is voor een gemeente om niet alleen te gaan be
zuinigen, maar om verder te gaan bezuinigen dan je in eerste instantie
denkt dat het nodig is dat er bezuinigd wordt. Ik vind het daarom ook
onverantwoord om dan akkoord te gaan met een voorstel zoals u daarnet heeft
geopperd. Omtrent die exploitatie, ja er zijn scholen die komen inderdaad
tekort en dat komen wij als gemeente ook. Misschien, ik ben op dat gebied
geen expert hoor, maar over de exploitatie kan ik u wel vertellen dat
als er bezuinigd kan worden door bijvoorbeeld samen te gaan werken met
andere scholen en dat waar gekeken wordt op de exploitatie misschien het
een en ander geschrapt kan worden of gestapt kan worden naar een lager be
drag. Ik vind dat dat allemaal zeer kritisch moet gebeuren, maar het bedrag
wat het college hier voorstelt daar gaan wij mee akkoord.
De heer DEN BRABER: Voorzitter, mijn fractie vindt dat u met deze voor
ons revolutionaire benadering van het vaststellen van het leerlingenbedrag
eigenlijk veel beter dan vroeger aansluiting zoekt bij het idee in de
wet ten aanzien van de financiële gelijkstelling tussen het openbaar en
het bijzonder onderwijs. U vertaalt bedragen die wij in onze prille erva
ring met het openbaar onderwijs hebben zo goed mogelijk naar het bijzonder
onderwijs toe. U corrigeert dat daar waar het duidelijk nodig is met de
instandhoudingsfactor. Wij hebben eigenlijk wel de indruk dat u bij de
correctie wat doorschiet, 8^,82, dat lijkt ons toch een hoog bedrag.
Ik heb geprobeerd in de afgelopen uren om eens te achterhalen wat de school
besturen gevraagd zouden hebben voor dit onderdeel voor '83. Er is mij
gebleken dat daar geen cijfers over zijn omdat er deze keer geen cijfers
zijn ingediend, waar de heer Wijnen dus naar gevraagd heeft, die zijn er
deze keer niet. Ik ben dan toch ook wel met de heer Wijnen benieuwd naar
de reactie van de schoolbesturen op het voorstel zoals het hier ligt en
dat aan de schoolbesturen gepresenteerd is. Ik moet zeggen dat de manier
waarop mijnheer Wijnen zijn ^98,onderbouwt en ook waar de heer De
Hoog op 460,uitkomt, dat ik die niet heb kunnen volgen helemaal,
althans onvoldoende om daar nu al ja op te zeggen. Ten aanzien van één
factor van het bedrag van de heer Wijnen waarin hij zegt die schoolgebouwen
zijn oud, die zijn niet geïsoleerd dus bijvoorbeeld die verwarmingskosten
die zijn hoger dan bij het openbaar onderwijs, dat zal ongetwijfeld zo zijn
maar zijn rekensom, hij presenteert een rekening van 2 ton voor die factor,
en ik heb geconstateerd in de stukken dat wij daar 208.000,voor uit
trekken, dus ik denk dat dat aardig met elkaar in overeenstemming is.
Ja, het overleg dan hoe is dat afgelopen
De heer VAN OOSTERHOUT: Ja, waarom wij geen cijfers hebben mijnheer Wijnen
van de scholen, u bedoelt dan de begrotingen voor 1983, dat is denk ik
al uitgelegd. De benadering die we nu hebben gekozen die komt denk ik het
meest dicht bij de benadering die de wet eigenlijk vereist, namelijk
financiële gelijkstelling openbaar onderwijs en bijzonder onderwijs. Die
aansluiting hebben wij gezocht en ik dacht dat wij daar een alleszins
redelijke benadering hadden gevonden. Veel beter denk ik dan een benadering
via een begroting van de scholen. Ja, ik denk dan dat je al gauw terecht
komt in de situatie van rekenen naar een bedrag toe en dat kun je dan ook
niemand kwalijk nemen, dat kun je wel verwachten en dat zal dan ook gebeuren.
Daarom vind ik het niet zo'n probleem eerlijk gezegd dat er geen begroting
bij is, omdat we nu die relatie hebben gevonden via het openbaar onderwijs.
Het overleg met betrekking tot de scholen, de reactie van de schoolbesturen
waar ook de heer Den Braber benieuwd naar was, heeft geresulteerd in een