-5-
in '82 heeft waargemaakt. De methode waarmee u probeert te komen tot een
exploitatievergoeding die spreekt ons aan. Het is een stuk nuancering
aanbrengen na kosten die vergelijkbaar zijn door ze te groeperen naar
afhankelijk van school, afhankelijk per lokaal etc. Het resultaat van een
en ander is in het licht van de financiële situatie en ik ben daar wat
minder optimistisch over dan de heer Wijnen, alleszins redelijk. Bij de
algemene beschouwingen bleek dat evenals in '82 de uitkering voor het lager
onderwijs ook in '83 was verlaagd. Ik heb dat nog eens nagezocht voor deze
raadsvergadering en het blijkt dat de uitkering van het rijk aan de gemeente
van 176,dat is een factor, is verlaagd naar 165,Dat is een
procent of 5« Desondanks krijgt het onderwijs terecht met dit voorstel
een hogere bijdrage van b%. Ja, wat wij lager zitten dan de regio, want
ook wij zijn bekend met de cijfers, dat is niet zomaar, dat is niet iets
wat nu zo op ons afkomt. Wij hebben in '79 gezegd van mensen de kosten
moeten ook in dat vlak in de hand gehouden worden, de uitkering van het
onderwijs door het ministerie van financiën, de uitkeringen voor onder
wijs aan de gemeente vanuit het rijk die worden geringer, de groei neemt
af of ze worden zelfs verlaagd. Je kunt met dat doorzetten niet langer door
gaan. Dus dat wij inmiddels in een lagere groep in die schaal zijn terecht
gekomen dat is een stuk bewust beleid geweest. Ik zou deze lijst over een
jaar nog wel eens willen zien, als ik de kern in allerlei gemeenteraden
zie, waar ook op drastische wijze wordt omgebogen. Dan denk ik dat het van
een wijs beleid getuigd heeft om op het moment dat er nog te sturen viel
het roer om te draaien, dan op een moment dat het erg moeilijk was.
Voorzitter als we dan kijken in de algemene prioriteitenstelling die
we als gemeentebestuur moeten doen, dan denk ik in het licht van de bezui
nigingen die we in deze gemeente hebben toegepast en nog moeten toepassen,
vanavond komt dat aan de orde, dan denk ik dat in deze situatie k% meer
geven, zeker gelet op de voorliggende cijfers, aanleiding geeft tot de
conclusie dat Oudenbosch het onderwijs nog steeds een goed hart toedraagt
en ook in de tijden dat het moeilijk gaat bereid is meer te betalen dan ze
van het rijk terugkrijgt.
De heer DE HOOG: Ook van mijn zijde waardering voor de wijze waarop dit
advies is samengesteld. Het getuigt inderdaad van een uiterst genuanceerde
benadering. Ik verschil wel wat met het college over de uitkomst en ik
zal u ook vertellen waarom. De redenering is een heel erg eind consistent,
maar op een gegeven ogenblik daar waar het gaat over de instandhoudings-
kosten is dat een heel grote puzzel. Men telt het bedrag van 83,op
bij de voorgaande som, gebaseerd op een landelijk gemiddelde. Er stond ook
een cijfer bij geldend voor Noord-Brabant en ik dacht ach, Oudenbosch ligt
toch ergens in Brabant, waarom is dat bedrag op het punt van de instandhou-
dingskosten niet meegenomen in de berekening. Ik heb dat wel gedaan en ik
kom dan uit, ja ik zal u alle rekenarij besparen, want ik heb mijn reken
machine er nog even bijgehaald, ik kom dan uit op een bedrag leerling-
bijdrage van ^22,36, dat is een bedrag wat inligt tussen de rijksver
goeding zijnde 382,68, ik zie dan af van de administratiekosten, die
laat ik buiten beschouwing en het collegevoorstel wat ligt op h33,90
Het betekent dus, mijn rekenexercitie, dat er geen stijging van k,9% in
zit maar een iets lagere stijging en ik vind dat daar waar we vanavond
in de raad praten over de sociaal-culturele sector over bevriezen dat
betekent dus helemaal niets erbij dat ook in andere sectoren, zij het
dat het onderwijs een hogere prioriteit heeft dat er ook in andere sectoren
enige matiging zou kunnen worden betracht en dat betekent in dit geval
dat we een tientje ongeveer lager uitkomen dan het voorstel van het college.
De heer VAN WIJK: Ja, mijnheer de voorzitter, Oudenbosch als onderwijs
centrum gaat een bedrag geven van ruim *+00,en de heer Wijnen heeft
gesproken over een verhoging tot een kleine 500,maar ik wil wel
zeggen dat de V.V.D. wat dat betreft niet meegaat omdat we vinden dat als