-59- macro-rioleringen. Betreffen die nou ook lob B en C Dat is mij niet duidelijk geworden uit uw antwoord en ook niet uit de tekeningen die er bijlagen. Ik heb iets gezien van een afvoerpijp vanuit het gebied naast lob A via het gemaal naar de vijver en terug naar de sloot. Wat wordt er nou voor dat krediet geïnstalleerd De heer VAN EIJKEREN: Ja, de macro-rioleringen die er in staan hebben uit sluitend betrekking heb ik begrepen op het lob A, dus op de aansluiting van lob A op de bergingsvijver en de overstort. De heer WIJNEN: Nog twee keer De heer VAN EIJKEREN:Jawel, maar u hebt gezien dat de kosten daarvan in de exploitatie van het plan ook zijn meegenomen. De heer WIJNEN: Ja maar, gaan we dat nou aanleggen? Dat gaan we niet aanleggen, maar er zijn wel kosten op het bedrag opgevoerd. De heer VAN EIJKEREN: Nee, we hebben het nu over de aanleg van de over stort en de bergingsvijver. De heer WIJNEN: En die macro-riolering dan voor de aanvoer van het riool water van lob B en C De heer VAN EIJKEREN: Die zijn op dit moment nog niet aan de orde. De heer WIJNEN: Die komen er nog een keertje bij, want die krijgen natuur lijk een eigen rioleringssysteem neem ik aan. De heer VAN EIJKEREN: Jawel, maar in die zin dat de aanleg van de overstort waar we nu over praten en de bergingsvijver daarop voor het totale plan Albano de functie zal hebben en dus ook de aansluiting. De heer WIJNEN: Ik maak me erge zorgen over de kosten van de vijver. De heer DE HOOG: Ja, voorzitter, we konden elkaar een week geleden niet vinden. Ik denk dat de situatie op dat punt, water is vloeiend, maar we hebben elkaar toch niet kunnen vinden, ik denk toch dat voor wat betreft de bergingsvijver de helft van het krediet gevoteerd zou moeten worden. En dan wou ik graag het consistente verhaal wat ik gedaan heb, waar ik overigens rekening gehouden heb met de verdichting, dat zij er even aan toegevoegd, dat was ik duidelijk niet vergeten. Ik zou de suggestie willen doen om het krediet voor de bergingsvijver te beperken tot de helft en opties voor de tweede helft open laten. Niet voor betere tijden maar voor tijden waarin het nodig is. De VOORZITTER: Is dat een voorstel mijnheer De Hoog wat u graag in stemming gebracht ziet, of is dat een voorstel wat moet duidelijk maken dat u tegen het voorliggende voorstel bent De heer DE HOOG: Ik wens in ieder geval aangetekend te zien dat ik tegen ben. De VOORZITTER: Heeft de fractie van het C.D.A. daaraan ook behoefte De heer WIJNEN: Wij steunen het voorstel van de heer De Hoog. De VOORZITTER: Mag ik dan uit praktische overwegingen constateren dat met de grootst mogelijke minderheid tegen het voorstel aanvaard is of wenst u het in stemming Nee, akkoord. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen, onder aante kening dat de heer De Hoog en de fractie van het C.D.A. tegen dit voor stel zijn. 26. Rondvraag. De heer HUIJPEN: Ja, voorzitter, als ik goed geïnformeerd ben is het zwem- seizoen open en het zwembad dicht. De VOORZITTER: Dat is een constatering en geen vraag. De heer HUIJPEN: Is het mogelijk dat daar meer informatie over verstrekt wordt De heer VAN OOSTERHOUT: Het zwemsiezoen voor open zwembaden is open en het zwemseizoen voor overdekte zwembaden is even gesloten. Bedoelt u de in formatie naar het publiek toe De heer HUIJPEN: Ja, in verband met de exploitatie dat het zwembad gedurende de vakantie open kan blijven. De heer VAN OOSTERHOUT: Nou, ik denk het niet, omdat je natuurlijk ook

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 188