-58- 21*f.000,Ik kan natuurlijk niet voorzien waar die overstort moet komen voor een gebied wat we nog niet hebben. Lob C is er nog niet, lob B is er niet en er zou dan toch een krediet uitgetrokken moeten worden voor een riooloverstort en macro-rioleringen. Nou dan vraag ik me toch af moeten we nou dat krediet hier gaan uittrekken terwijl we nog niet weten wanneer ooit dat resterende stuk op Albano gerealiseerd gaat worden. Met de heer De Hoog zou mijn standpunt dan ook zijn van probeer er uit te lichten wat nog niet aan realiseringsbehoefte voldoet. De heer VAN EIJKEREN: Ja, zoals de heer De Hoog zelf al zei zijn standpunt is bekend. De cijfers waarmee hij stoeit, het aantal hectaren per hard oppervlak en uit het stoeien wat ik er zelf mee heb gedaan denk ik dat we wat dat betreft niet zo ver uit elkaar zitten. We kunnen ook per hectare van mening verschillen, maar dat is met het oog op het doel waar het hier om gaat niet zo interessant. Ik neem aan dat u dat met me eens bent. Ik ben van mening dat door de verdichting van 50$ in lob A en de voorgenomen verdichting van k0% in lob B dat ik het best met de heer De Hoog eens ben dat lob B in een trager tempo, de mate van traagheid zal afhangen van de overweging tussen het Komplan en de financiële consequenties voor Albano, maar dat er sprake zal zijn van een vertraging ten opzichte van het oor spronkelijke voornemen dat mag duidelijk zijn. Dat betekent dat ook zijn deelopmerking dat lob C ver weg is ook juist is. Toch denk ik dat de moge lijkheid om de zaken gefaseerd uit te voeren zich maximaal beperkt tot de bergingsvijver op zich, omdat het eenuuiterst prijzige aangelegenheid gaat worden als de riooloverstort in datzelfde faseringsverhaal betrokken gaat worden. Daar praten we over een constructie waarbij het gefaseerd uitvoeren veel hogere meerkosten met zich brengt. Om de opmerking van de heer Wijnen er gelijk bij te betrekken. Het is inderdaad wat statistisch cijferwerk wat er een keer in de 5 ja&r geborgen kan worden en een keer in de 10 jaar dan. Ja, het zijn ervaringsgegevens en zoals dat met statistische gegevens is het kan drie keer binnen een jaar zijn en het kan 25 jaar niet voorkomen. Ik denk dat je als gemeente ook in eerste instantie moet uitgaan van de mogelijkheid die er statistisch gezien aanwezig is en in principe de moge lijkheden moet hebben om een dergelijke situatie het hoofd te bieden. Welnu door de toegenomen verdichting in lob A en lob B en ik denk toch dat ondanks een eventuele vertraging lob B daarin betrokken moet worden ten zij we praten over een uitstel van 2 of 3 jaar, maar u zult gezien hebben uit de voorliggende berekeningen dat dat ook geen interessant verhaal meer is, dat het dan niet opweegt tegen het renteverlies wat daarmee gemoeid is. Ik denk zelfs dat het zo is dat als lob C straks wordt uitgevoerd, zeker als dat ook nog in verdichte vorm zou plaatsvinden, maar goed, misschien is tegen die tijd de situatie weer veranderd, het eerder denkbaar zal zijn dat er een voorstel gaat komen om alsnog de capaciteit waar nu op geduid wordt van 3000 m3 te vergroten, juist vanwege de enorme toename van het verharde oppervlak in het totale plan, danwel dat de buisdoorsnee van de riolering die we in A en B gebruiken dat die in lob C misschien wel eens vergroot zouden moeten worden en meer kosten met zich zullen brengen, om daar ook een stuk capaciteit in op te vangen. Dus ik zou toch willen voorstellen, zeker ook omdat het ook financieel eigenlijk niet aantrekke lijk is, ik de indruk had dat het op de afronding was van een plan waar dit duidelijk onderdeel van is, op zich me kan voorstellen dat je zoekt naar faseringen als dat wat oplevert. Het levert hier niets of niet noemens waardig iets op. Het brengt in ieder geval een mogelijk risico met zich mee. Ik zou het voorstel sterk willen ontraden. Ik kan me wel vinden in de suggestie van de heer Wijnen om in de uitvoering daar waar mogelijk te zoeken naar bezuinigingen omdat zijn constatering dat het een fors bedrag is in zijn totaliteit ja, daar valt niet aan te tornen. Dus die gedachte wil ik zeer serieus meenemen. Het idee van fasering van de heer De Hoog zou ik toch willen ontraden op grond van de argumenten die ik heb gegeven. De heer WIJNEN: Ja, ik mis nog een concreet antwoord op de aanleg van de

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 187