en de plannen om dat op niveau te houden. Daar zal zeker met een termijn gewerkt worden. De heer Rennings handhaaft zijn bezwaar tegen aanwending van het fonds grote werken. Ik heb me in eerste termijn ook met enige reserve opgesteld. Ik begrijp dat er een voldoende meerderheid is voor de gedachte om de 90.000,van de riolering te dekken via de post onvoorzien op structu rele wijze zelfs. Dat verder 7^.708,zoals ook uit de bijlage blijkt de dekking voor '83 vormt. Dat structureel aanwezig is voor '84 70.788, als ik het juist heb verstaan en dat resteert 18.000,waar als we de 7.500,die onder 3 via het profijtbeginsel gedacht was zouden weg strepen dan houden we met het accepteren van de mogelijkheden 1, 3 en k begrijp ik voldoende ruimte over om uiteindelijk in '8k tot die 18.000, te komen. Ik kan me daar in vinden. Ik vind het uiterst plezierig om met het oog op wat langere termijn ook de termijn na '86, waarvan terecht gezegd is er zullen ook voor die tijd nog wel allerlei plannen aan de orde komen, dat het prioriteitenfonds bespreekbaar is daarvoor. Dat het in principe wordt meegenomen in de discussie waar de heer De Hoog eerder op gedoeld heeft. Dat ook de heer Wijnen zich in die gedachte ook eigen lijk best kan vinden maar er direct aan toevoegt dat het op een veel een voudiger wijze moet. Dat verdraagt zich misschien wat moeilijk met de uitspraak die er inmiddels ook van de zijde van het C.D.A. ligt dat de verwachtingen gewekt zijn naar andere plannen en dat die ook waar ge maakt moeten worden. De boodschap van de opmerking van de heer Wijnen is duidelijk. Ik vertaal dat maar naar de wens of de voorwaarde die de heer Huijpen ook uitgesproken heeft zowel in eerste als in tweede termijn dat de uiterste zorgvuldigheid betracht moet worden om te kijken hoe die kwaliteit kan worden bereikt, vergelijkbare kwaliteit, met beperking tot het noodzakelijke om dat te bereiken. Ook het Groene Woud dacht ik vol doende in eerste instantie gezegd te hebben dat het krediet taakstellend dient te worden opgevat. Dat heb ik zelf in eerste instantie ook aangegeven. De heer Hermes wijst op de opmerking over de wijze van aanbesteden. Er staat dat er binnen het college voorkeur bestaat voor het openbaar aanbe steden. Dat is duidelijk zo, Dat neemt niet weg dat bij nadere ori'êntering laten we zeggen de laatste dagen ons ook berichten hebben bereikt via andere gemeenten dat daar in de huidige situatie ook een aantal gevaarlijke kanten aan kunnen zitten. Vooralsnog geven we daar de voorkeur aan, wat niet wegneemt dat de voorkeur in principe,als de taakstellende voorwaarde van het krediet daartoe noopt, om ook andere wijzen te overwegen en daar uiteraard mededelingen van te doen. Het wat eenvoudige van de heer Wijnen kom ik toch nog even op. Hij citeert de heer Van Hoof. Ik heb daar zelf ook naar verwezen en hij zegt daii zo ongeveer dat de heer Van Hoof heeft voor gesteld om dat verbeteren van woonomgevingen te doen door wat bomen te planten, wat te stoeien met de rijweg en de trottoirs en te zorgen voor wat aangepaste parkeervoorzieningen. Dat is nou precies het plan wat voor ligt, alleen de mate waarin daarin blijven we van mening verschillen. De VOORZITTER: Doe ik iemand onrecht als ik concludeer dat met de stemmen van het C.D.A. tegen de raad zich in het voorstel kan vinden, de kredieten ter beschikking stelt en daarbij het dekkingsplan voegt wat de heer Rennings ter tafel bracht Mag ik het zo concluderen Akkoord. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten, onder aantekening dat de fractie van het C.D.A. tegen dit voorstel is. 25. Voorstel tot beschikbaarstelling van het benodigde krediet voor de aanleg van een riooloverstort en aanleg van een bergingsvijver ten behoeve van het bestemmingsplan Albano/8e wijziging van de begroting 1983 van het Grondbedrijf en *f2e wijziging van de gemeentebegroting 1983- De VOORZITTER: Het bedrag wat daarbij betrekking heeft op het stuk riool-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 185