dat dat op zich een hele waardevolle suggestie is waarvan ik me kan voor
stellen dat daar ook binnen het college uiterst serieus over gesproken
gaat worden. Ja, hij doet zelf ook geen uitspraak. Hij reikt alle fondsen
aan, prioriteitenfonds, algemene reserves van het woningbedrijf, fonds
grote werken. Ja, naar mijn smaak in eerste instantie in principe allemaal
te realiseren mogelijkheden. Anderen hebben daar ook op gereageerd, met
name op het fonds grote werken. Iedereen is daar zeer positief over.
De heer Rennings wijst terecht naar zijn opmerking in de commissie daarover
gemaakt, heeft daar wat meer moeite mee en wijst dat voorlopig af. Al met
al geeft dat verschillende denken over het fonds grote werken eigenlijk
aan, ik heb dat eens nageplozen in de discussies die daarover in de
commissie algemene en bestuurlijke zaken in medio '81 gevoerd zijn en het
eigenlijk niet helemaal uitpraten uit het discussiëren van de concept
regeling ten aanzien van het fonds grote werken. Er is een soort van
gentlemen's agreement zou je kunnen zeggen ten aanzien van de wijze waarop
men daarmee omspringt, maar het is op geen enkele wijze hard ook niet in de
aan te wenden percentages. Bovendien is er in het verleden ook al van af
geweken aangezien de onttrekking ten gunste van het centrumerf toch een
onttrekking is geweest die voor 5°$ te maken had met een gebied wat voor
50^ een woonfunctie heeft en als zodanig kun je ook als je daar zwaar aan
tilt erge bedenkingen hebben bij het overschrijdende van het totaal-
project. De heer Den Braber heeft het over de tunnel. Ik zou daar zelfs
naar willen verwijzen, maar hij heeft er ook in een ander verband op ge
wezen, hij heeft ook gesuggereerd eigenlijk dat we daar niet meer op moeten
wijzen en dat het fonds grote werken binnen niet al te lange termijn
tot 3 miljoen zal groeien, geconstateerd dat als we van dezelfde criteria
uitgaan dat fonds alleen maar zal blijven groeien omdat er nooit meer iets
te dekken zal zijn. Hij constateert ook dat het maar een wijk ten goede
komt. Ik ga daar verder geen oordelen over uitspreken. Ik geef alleen maar
aan dat er kennelijk best een goed systeem in de gedachten van de heer
De Hoog is om daar eens nader over te discussiëren. Zeker nu de tijden
verandert zijn toch een aantal zakeïl hoge prioriteit toekennen en ja, dan
kunnen we dat behandelen via een bezuiniging hier en daar, maar dat hangt
ook een beetje af van het jaar. Ik dacht dat ik daarmee de vragen van de
heer De Hoog beantwoord had. De heer Rennings"1 laat de inhoud van het plan
voor wat het is in die zin dat hij verwijst naar wat hij in de commissie-verga
deringen heeft gezegd. Ik heb een aantal van zijn opmerkingen al be
trokken in het antwoord bij anderen. Ja, financieel is het na de versobe
ring, waarbij toch bijna een derde van het oorspronkelijke bedrag is be
trokken, heeft u geen problemen meer met het plan. Hij voegt een interessant
aspect wat inderdaad ja misschien wel meegenomen had mogen worden in het voor
stel toe. Een uiterst arbeidsintensief werk zal zijn, met het oog op de
werkgelegenheid, maar dat past ook uit zijn mond een uitermate belangrijke
bijdrage in deze tijd kan zijn. De gedachten die hij uitspreekt die door
de heer Videier en ook door de heer Den Braber worden onderschreven om
de riolering zoals te doen gebruikelijk via de post onvoorzien te finan
cieren spreekt mij eigenlijk wel bijzonder aan. De 525-000,met en
dan stoeit hij wat met 50.000,tot 35-000,Ik vind dat uiterst
correct omdat de commissie ook heeft gezegd van niet de hele 50.000,
graag nog wat overhouden om hier en daar misschien toch nog wat te kunnen
doen in '83. Dus ik neem aan dat we de 35-000,die er 10.000,
hoger zijn dan de heer Videier had gedacht maar die zegt van mij mogen
het er ook 35-000,zijn. Daarmee is in feite de dekking voor '83
rond. Het voorstel voor '8^ zoeken tot een bedrag van 2^.000,via
bezuinigingen in de portefeuille van openbare werken. Ik denk dat dat te
realiseren is. De stukken die voorliggen die geven daar blijk van dat die
mogelijkheden daar ruimschoots in aanwezig zijn. Ik denk dat daar misschien