van lasten is in hogere mate dsn anderszins het geval zou zijn over heden en toekomst en uiteindelijk praten we dan over een plan wat niet alleen is voor de mensen van vandaag. Dus het is ook in die zin best een verant woorde zaak. Wat betreft de verwijzing van de heer Van Hoek naar het financiële plaatje, de 15.000,die te bezuinigen zijn op onderhoud van de straten. Dat heeft te maken met het feit dat er voorlopig bij een nieuw project geen behoefte zal zijn aan onderhoud in de zin zoals hier bedoeld. Dat neemt niet weg dat andere onderhoudcijfers waar over gesproken wordt, waarvan ik overigens vind dat ze in dit voorstel ook thuishoren, het schoonhouden en vegen van de straten enz., in vergelijking met het centrum- erf dat zou intensiever zijn. Daarbij is het zeer de vraag meer in het algemeen ook naar aanleiding van de discussies die we hebben gehad en nog zullen hebben over de kwestie van de veegmachine of we misschien in deze tijd wat al te luxe kwaliteit op dat gebied gewend waren en of we dat wel zullen handhaven. Ten aanzien van het derde punt, het profijt beginsel, daarvan heeft de heer Van Hoek gezegd dat volstrekt onjuist te vinden. Ik moet hem er wel op wijzen dat hij inmiddels in de loop van de jaren al meegewerkt heeft aan menige maatregelen op dit gebied en ik het daarom wat vreemd vind hem nu tegen zijn eigen medewerking achteraf hoor pleiten. Het is een algemeen deel om wat redelijkere verhoudingen te krijgen tussen de geleverde prestaties en de werkzaamheden vanuit het gemeentelijk onderhoud en de eerste die daar op verzoek van burgers wordt bewezen. Ik denk dat ik daarmee in eerste instantie de vragen van de heer Klijs en de heer Van Hoek heb beantwoord. De heer De Hoog geeft in een aantal punten weer dat hij in de eerste plaats geen behoefte heeft om de discussie over te doen, dat het een goed en evenwichtig plan is en dat de procedure die gevolgd is op een voorbeeldige wijze, samenwerking tussen ambtelijk team, op bestuursniveau de verantwoordelijke wethouder, met name de bevolking en andere betrokkenen in de werkgroep, waar hij zonder twijfel ook bedoelt de vertegenwoordiger van de Stichting Woningbouw St. Bernardus, een slagvaardige aanpak, ja, het zijn zijn woorden, maar het is in prin cipe ook mijn benadering. Dus wat dat betreft denk ik dat we elkaar wel kunnen vinden. Het idee wat hij had dat ik persoonlijk al de spade gezet zou hebben in het plan. Ik heb, maar misschien is dat wat als je met zoiets bezig bent en daar helemaal in zit wel moeilijk uiteraard, ik zag dat op een gegeven moment en dacht ook van zouden ze al begonnen zijn. De wens was de vader van de gedachten. De dekking, de hoogste prioriteit is hier gegeven aan de Churchillstraat. Ja, achteraf, de heer Den Braber heeft ge zegd en in eerdere instantie heeft de heer Eubbens dat verwoord en daar hebben we toen in positieve zin op gereageerd. Misschien als we wat moeite zouden doen zou het Groene Woud er in de Churchillstraat bij staan, maar dat is een gepasseerd station. Ik vind het ook niet zo zinvol om daar achteraf nog op terug te komen anders dan de zin zoals dat door de meesten gebeurd is. Misschien dat de aankondiging ook in het voorstel, dat in het najaar daar met dezelfde slagvaardigheid aan de voorbereiding gewerkt gaat worden er toch enige genoegdoening is in de richting van de mensen die het Groene Woud ook een hoge prioriteit toedragen en daar reken ik mijzelf ook bij. Het gepasseerde station, daar ligt een besluit in de vorige raad, in de discussie de Lindestraat eerst, de Churchillstraat eerst en in het voorstel van de heer De Hoog kon toen iedereen er zich in vinden. Ja, dan krijgen we het financiële plaatje van de heer De Hoog. Hij constateert dat er vele fondsen beschikbaar zijn. Dat is een hele aardige voorzet, maar vervolgens kondigt hij zelf al aan dat een dergelijke opmerking tot een discussie zou leiden en het voorstel te laten verlopen via een discussie nota voorbereiden om met name de situatie van na 198^ in een meerjaren perspectief te plaatsen waar het om dit soort plannen gaat. In zijn to taliteit noemt hij het een dorpsrenovatieplan. Ik denk dat het meer struc tureel benaderen in de zin van meerjarenraming ook voor dit soort plannen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 178