-39-
het gebied Churchillstraat en omgeving/10e wijziging begroting 1983 bedrijf
gemeentewerken en *»1e wijziging gemeentebegroting 1983»
De heer KLUS: Voorzitter, lezend in de verkiezingsprogramma's waarin alle
partijen zonder uitzondering hun best deden met het doen van schone be
loften om de gunst van de kiezer te winnen, kom je als actiepunt tegen de
zorg voor het woon /leefmilieu in de woonwijken. Op zich een goede zaak.
Het beleidsprogram was een eerste aanzet om in het investeringsprogram
prioriteiten te stellen door het ramen van bedragen waarvan men verwacht
dat die voor de realisering van de plannen toereikend zullen zijn. Als
eerste prioriteit komt daarin voor de verbetering van de Churchillstraat
en omgeving met een raming van 525.000,Laten we allereerst conclu
deren voorzitter, dat die prioriteitstelling hoofdzakelijk is gebaseerd
op het vermoeden dat de leefbaarheid van die omgeving zodanig is verslechterd
dat dringend verbetering nodig is. Dat vermoeden stoelt nergens op duide
lijke signalen vanuit de bewoners die er om vragen. Laat staan dat het in
zicht geeft aan welke voorzieningen er behoefte bestaat. Op zich is dat ook
wel begrijpelijk. Nog recent in 1980 verschijnt op verzoek van het gemeente
bestuur een rapport over de recreatieve kwaliteiten van de woonwijken in
Oudenbosch. Beschrijvend het gebied waarop het onderhavige plan betrekking
heeft lees ik daarin bijvoorbeeld: Je kunt de hele buurt doorkruisen via
achterpaden en binnenterrein. Doe je dat dan ervaar je een rijkdom aan
schilderachtige indrukken die gegeven worden door de meest uiteenlopende
vormen van erfafscheidingen, duivenhokken, vaak zeer verzorgde achter
tuinen. Vooral in het oude deel komt daarbij nog het zicht op de koepel van
de St. Pieter. Door die eigenschappen krijgt de wijk kleur, krijgen plekjes
een eigen karakter. Dat was de bevinding van de consulent van de stichting
Ruimte, de heer Bakkers. Ik denk dat dat ook de bevinding is van de 56$ in
woners dat geen feehoefte had aan de enquête. Wat je uit datzelfde rapport
wel kunt lezen is dat de invloed van de auto als een storend element
voor de leefbaarheid van de wijk wordt gesignaleerd. Er wordt echter vanuit
gegaan dat er hier met eenvoudige middelen verbetering is aan te brengen.
Nergens is er sprake van een ingrijpende aanpak zoals nu wordt voorgesteld.
Onze conclusie is dat de ingestelde enquête onder de bewoners waaraan
slechts kk% heeft deelgenomen geen uitsluitsel geeft en de voorgestelde
planopzet aansluit aan de verlangens van die bewoners. Redelijk is de
conclusie dat in elk geval bij 56# de woonsituatie niet zodanig knelt om
de geboden kans te benutten daar aandacht voor te vragen.Voorts blijkt
onder het percentage deelnemers over de in 19 vragen uitgesplitste plan
onderdelen nog ruimschoots verschil in opvatting te bestaan. Derhalve voor
zitter, de uitslag van de onvoldoende geslaagde enquête biedt ons geen waar
borg dat men mei het voorliggend plan op het goede spoor zit. Al in een
eerder stadium, in een vorige raadsperiode zijn ambitieuze plannen voor dit
gebied ter sprake geweest, welke toen bij monde van de heer Van der Graaf
en door O.N.S. door de heer Rennings van tafel werden geveegd met de kwali-
fiactie we schieten met een kanon op een mug. Nu ziet men dat diezelfde
partijen zich beijveren om voor dat gebied wederom veel te ambitieuze
plannen kost wat kost doorgedrukt te krijgen. De inspraak van de bewoners
welke tijdens de planvoorbereiding intensief heeft plaatsgehad, had vanaf
het begin het karakter van een fraaie avond gratis gepresenteerd. Wie zou
daar tegen zijn. Het volgen van zulke procedures houdt uiteraard geen enkele
waarborg van de noodzaak van het plan in. Voorts voorzitter is men in de
planopzet er voetstoots vanuit gegaan dat de herinrichting van het gebied
dat nagenoeg een woonerf de enige oplossing is om het woon/leefmilieu te
verbeteren. Wie de moeite neemt literatuur betreffende daarnaar ingestelde
onderzoeken na te slaan zal spoedig merken dat tevredenheid en afkeurings
betuigingen elkaar in gelijke mate afwisselen. Een hoofdfactor bij die be
oordeling is hoe wordt het gebied ervaren door jongeren en jonge gezinnen
en hoe door de oudere bewoners. Opvallend is daarbij dat door beide cate-