dat naar mijn gevoel dat niet helemaal nodig is en dat het ook op andere wijze goed georganiseerd kan worden. En zolang deskundigen mij niet overtuigen dat het anders moet blijf ik bij deze opvatting. Dat de ouders met de rug tegen de muur staan door en eigenlijk vanuit die situatie op deze wijze over dit voorstel zich hebben uitgelaten. Ik denk dat ik me kan voorstellen dat het voor de ouders inderdaad ja een situatie is van wat staat ons te wachten, wat kunnen we in dit geval doen. Ik waardeer in elk geval het feit dat de ouders al die tijd, dat is een hele lange tijd tussen februari en 50 juni, het beheer aan ons hebben gelaten, wetende wellicht ook dat de Kamer en regering nog niet zover waren dat ze afgeronde voorstellen hadden en dat zij bij het bekend worden van dit voorstel op deze wijze hebben gereageerd. Dat getuigt er toch van dat ze inderdaad daar wat voor voelen. Ze hadden ook anders kunnen reageren. Ze hadden ook kunnen reageren van hier zijn we het compleet niet mee eens, we hadden het anders ingezien. Ze hadden dan toch heel duidelijk stelling kunnen nemen op welke manier dan ook en dat had ik ze ook niet kwalijk genomen. Dat had ik ook even zo goed nou moeten accepteren als ik nu accepteer dat de ouders het er wel mee eens zijn. U wijst ook nog op de 155,Ik ben daar al op ingegaan, zegt als het hoger wordt dan wordt het busje ook wat aantrekkelijker. Dat is zo, maar het verschil is zodanig dat ik zeg dat we nu nog lang niet aan het bedrag zijn, ook al wordt dat wat hoger, tussen het groepsvervoer per bus en het vervoer zoals het op deze wijze geschiedt. De heer Rennings heb ik geantwoord met betrekking tot de problemen rondom de vraag die hij stelt met betrekking tot die 155,En het probleem wat er was tussen 1 en 10 augustus. De heer Den Braber evenzo. Overigens misschien nog dit ten aanzien van de voor zichtigheid die hij graag betracht ziet bij het vragen van een financiële bijdrage vein de ouders omdat er toch onder die ouders ook mensen zijn die qua draagkracht het zeker moeilijker hebben dan de gemiddelde Nederlander. Ik denk dat dat inderdaad het geval zal zijn, maar het heel erg moeilijk is, ook voor ons en ook voor de ouders zelf, om naar evenredigheid naar draagkracht een bijdrage te verdelen. Dat kun je eigenlijk niet in een voorstel inbouwen. Voorzitter, ik zou eigenlijk ook met betrekking tot de overweging die er nog ligt even gebruik willen maken van een schorsing. De VOORZITTER schorst de vergadering. Na opheffing van de schorsing stelt de VOORZITTER: Wethouder Van Oosterhout zal gehoord de discussie in tweede instantie een voorstel doen. Ik neem aan dat de raad het op prijs stelt om over dat voorstel te reageren. Zou het niet verstandig zijn, we hebben met elkaar eigenlijk al redelijk duidelijk uitgesproken wat de opvattingen zijn, dat we dat in een instantie doen en daarna zo dat nodig is een besluit nemen. De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter ik heb begrepen dat het voorstel van groepsvervoer per bus voorzien van een goed plan met betrekking tot de opstap plaatsen en met betrekking tot de begeleiding, dat dat zeker en naast het huidige vervoer en dan financieel wat bijgesteld en organisatorische aanpas singen moet het zeker als gelijkwaardig worden beschouwd. Dat heb ik begrepen uit de eerste twee instanties. Als we nu beide mogelijkheden gaan onderzoeken in de komende maand, groepsvervoer per bus met begeleiding opstapplaatsen waarbij wij van onze kant een stuk organisatie voor onze rekening nemen met betrekking tot het aantrekken van begeleiders, vrijwilligers voor dat ver voer en het opstapplaatsen-plan mee samenstellen, alsook onderzoeken en dat is dat het tweede alternatief of het huidige vervoer goedkoper kan, bij voorbeeld, zoals de heer Wijnen suggereert door organisatorische aanpassingen. Als we op grond van die resultaten op 1 augustus één of twee alternatieven voor handen hebben die voldoen aan de voorwaarden zoals ik aanvankelijk aan het begin van deze beantwoording heb gesteld en naar mijn gevoel ook voor u aanvaardbaar zijn, als we daar voldoende resultaat van hebben dat we op dat

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 153