_1if_ De VOORZITTER: Ik denk dat je geen jurist hoeft te zijn om dit te beant woorden. Ik vertrouw er alleszins op dat de wethouder er toe in staat is. De heer VAN EIJKEREN: Nou, laat ik als leek op dat gebied eens een poging wagen. Het is zo dat in de voorbereiding die hier aan ten grondslag ligt uitvoerig ambtelijk overleg heeft plaatsgevonden en op grond daarvan heb ik er wel vertrouwen in dat de gewijzigde voorschriften zoals die nu gefor muleerd zijn inderdaad een hoge mate van waterdichtheid zullen hebben. Laat ik toch enige voorzichtigheid inbouwen. Het probleem zat hem namelijk in het feit dat er slechts gesproken werd over het begrip "handel" zonder dat het gedefinieerd werd. In feite is er nu sprake van een duidelijk betere omschrijving van het begrip "detailhandel". Wat betreft uw vraag ten aanzien van de detailhandel die er zit. Nou dat zal verschrikkelijk moeilijk zijn om die op grond van gewijzigde voorschriften te bestrijden. Ik heb begrepen dat dat vrijwel een onmogelijke zaak is. De bedoeling is duidelijk om vanaf het moment dat de voorschriften onherroepelijk worden om dan slagvaardig te kunnen optreden. De VOORZITTER: Kan de raad zich met het voorstel verenigen Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 9. Voorstel tot 20e wijziging van het Algemeen Ambtenarenreglement. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 10. Rondvraag. De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, ik denk dat het een jaar geleden is dat het gemeentebestuur eens aandacht gevraagd is over vernielingen en dat heeft er in ieder geval toe geleid dat één wijkvereniging op zich genomen heeft om periodiek alle speelwerktuigen na te lopen en als ik goed ben geïnformeerd heeft zij gerapporteerd hoe die stand van zaken is en daaruit blijkt dat er niet of nauwelijks vernielingen hebben plaatsgevonden. Dat is ook in een briefje door het college aan de betrokken wijkvereniging erkend, dat zozeer als in de publiciteit komt wanneer er in negatieve zin dus wanneer er daadwerkelijk vernielingen worden aangebracht uiting wordt gegeven, lijkt het mij op zijn plaats daar waar het aantoonbaar een stuk beter is geworden dat ook dat naar buiten komt. Zou u daarvoor kunnen zorgen De VOORZITTER: Daar zal ik voor zorgen. De heer RUBBENS: Ja, mijnheer de voorzitter, van de rondvraag van de vorige raadsvergadering, over de werken aan de Havendijk, of daar al iets van bekend is of dat dat zo dringend nodig was. De heer VAN EIJKEREN: Mijnheer Rubbens, ik heb u toegezegd daar op terug te komen. Het is zo dat in een eerder stadium de gemeente akkoord is ge gaan met de uitvoering van die werkzaamheden, die blijkens het hoogheem raadschap een zekere urgentie hadden. In dat stadium is er van gemeentewege op gewezen dat voor eventuele te ontstane schade het hoogheemraadschap aan sprakelijk gesteld zou worden. Deze week is er nog een brief uitgegaan waarin dat nog eens nadrukkelijk is bevestigd in die zin dat het hoog heemraadschap is gewezen op de aansprakelijkheid voor risico's ook op termijn met name daar waar het het bomenbestand betreft, omdat dat vaak pas op lange termijn blijkt. De heer RUBBENS: Dan was er nog een vraag over dat die persleiding die eerst niet gepland was aan de landskant in plaats van aan de dijk. De heer VAN EIJKEREN: Daar wil ik u dan bij een volgende gelegenheid of via uw fractie of zoals 16 december is voorgesteld in een van de eerste ver gaderingen van de commissie op antwoorden. Daar kan ik op dit moment niet op antwoorden. De VOORZITTER: Stelt u het op prijs mijnheer Rubbens om het antwoord morgen van de gemeente te krijgen De heer RUBBENS: Het is me nog niet duidelijk waarom dat het zo dringend was, want in Standdaarbuiten moeten ze nog grond aankopen voor de persleiding en dan moet het van Standdaarbuiten uit.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1983 | | pagina 14